„Malmö en Kopenhagen zijn samen drie”
Het moet maar eens afgelopen zijn. Waarom komen de toeristen meestal niet verder dan Kopenhagen? Of, nog erger, waarom rijden ze door de poort van Zweden in de richting van de meren, zonder Malmö een blik waardig te keuren? Terwijl Malmö zo veel te bieden heeft; een stad in verandering.
Je moet, volgens gids Eva Roos-Davidsson, Kopenhagen en Malmö niet tegen elkaar uitspelen. „Bezoek beide steden en ziet dat een en een drie is. Twee voor de prijs van één. Malmö heeft wat Kopenhagen mist.“
Kopenhagen en Malmö zijn ook moeilijk los te koppelen. Een deel van hun geschiedenis is gemeenschappelijk. Malmö en het omliggende Skane hoorden vroeger bij Denemarken, maar bij de vrede van Roskilde in 1658 werd Skane bij Zweden ingelijfd. Het bood op dat moment weinig soelaas; Zweedse soldaten terroriseerden de burgers en wie maar naar verzet rook, werd doodgemarteld.
Inmiddels voelt een Malmöer zich in de eerste plaats een Zweed. Hoewel, de stad gaat er prat op vooral internationaal te zijn. Binnen de stad kun je 160 talen horen en 40 procent van de inwoners heeft ten minste één ouder die uit het buitenland komt. Bovendien presenteert de Zuid-Zweedse stad zich graag als belangrijk(st)e stad van de Øresundregio, de Deens-Zweedse euregio met zo’n 3,2 miljoen inwoners. Zo veel lef, daar moet je wel wat voor in huis hebben. En dat heeft deze Zweedse stad.
Malmö is gemakkelijk bereikbaar. Een aantal vliegmaatschappijen heeft een vaste verbinding, maar via Kopenhagen is de stad ook goed bereikbaar. Via de brug over de Sont trein je binnen twintig minuten naar hartje Malmö.
De detectiveschrijvers Sjöwall en Wahlöö laten de misdaad niet ophouden voor de poorten van Malmö, de stad die in hun ogen niet erg Zweeds aandoet. „En dat komt voornamelijk door zijn geografische ligging. Rome is dichterbij dan de middernachtszon. Aan de horizon zijn de lichten te zien van het Europese vasteland en al is het waar dat de winters vaak regenachtig en guur zijn, het is ook waar dat de zomers minstens zo vaak lang en warm zijn en vervuld van nachtegaalgezang en de geuren van het weelderig groen van de uitgestrekte parken.“
In één ding lopen Sjöwall en Wahlöö achter. Dat er toeristen noch jongeren te vinden zouden zijn in Malmö. De stad zit, sinds de oprichting van de universiteit in 1998, volgestopt met 20.000 studenten. En de bouw van de brug over de Sont –die Kopenhagen en Malmö aan elkaar smeedt– zorgt ook voor toeristen. Die meestentijds wat dagen in de stad doorbrengen, om daarna door te rijden naar de meren en de veelgeroemde middernachtszon.
Zoals de meeste stations heeft ook dat van Malmö verschillende uitgangen. En zoals de meeste mensen dat doen, kies je eerst de verkeerde en eindigt de reis in een bouwput. De andere uitgang biedt zicht op het Elite Savoy Hotel, moorddecor voor Sjöwall en Wahlöö maar oriëntatiepunt voor de toerist. Achter het gebouw, waarvan de geschiedenis teruggaat tot de 14e eeuw, ligt de binnenstad met centraal het Stortorget, het plein dat grotendeels ontsierd wordt door geparkeerde auto’s. Volgens Eva Roos heeft de bouw van een ondergrondse parkeergarage niet veel prioriteit. „Als op deze historische plaats de schop in de grond gaat, zullen er heel veel archeologische vondsten worden gedaan; er moet daar een ware schat liggen. Maar Zweden maakt niet zo’n haast, omdat ongetwijfeld Denemarken zijn deel zal opeisen.“
De historie van Malmö was er een van op- en neergang. In de 16e eeuw liet de Deense Christiaan IV –tijdens een economische opleving– een stadhuis bouwen. Christiaan hield van de Hollandse renaissance en zo kreeg dit stadhuis een Hollandse uitstraling. De Zweedse overheersing bracht Malmö aan de bedelstaf, maar het handelsbloed kroop waar het gaan kon; naar Polen, Duitsland en Nederland. Om de nieuwe voorspoed een gezicht te geven werd het stadhuis in 1869 gerestaureerd.
De meeste panden zijn 19e-eeuws. Maar geldt dat ook niet voor veel andere steden, tot zelfs Londen toe? Toch zijn er pareltjes te vinden; op de hoek van het Skomakaregatan en Lillatorget staat het oudste, 16e-eeuwse pand van de stad, gebouwd naar Deens model. „In Skane was weinig bos, dus ook weinig hout. In de bouw is dan ook niet veel hout te vinden. Aan de straatzijde werd een houtgeraamte opgevuld met klei. Maar aan de achterzijde, onzichtbaar voor het publiek, ontbreekt het hout. Op het binnenplaatsje zitten wat winkeltjes met kristal, keramiek en kleding. Het bekende modemerk Marimekko is volgens Eva Roos op z’n retour. Het oude 19e-eeuwse pakhuis achter het pleintje is opgedeeld in kleine ruimtes waar jonge designers hun werk kunnen etaleren en verkopen.
Malmö is rijk aan pleinen, maar het intiemste is Lillatorget. Nog maar enkele jaren geleden denderden de stadsbussen uit de smalle straatjes het plein op, nu is het gerestaureerd en autovrij en geldt het als de gastronomische trekpleister van de stad.
Malmö is goed per voet te doen, voor wie gezonde voeten heeft. Binnen een halfuur loop je van het ene naar het andere eind van het centrum; van de nieuwbouw van Västra Hamnen –het visitekaartje van duurzaamheid– naar het shoppingcentre Triangeln. Van Pildammsparken naar Malmöhus. Met de fiets kun je ook goed uit de voeten; in de stad en omgeving ligt zo’n 400 kilometer aan fietspaden. En onderweg kun je de banden controleren en oppompen met van gemeentewege verschafte lucht.
In Malmö hoeft niemand met zijn haar door de war te lopen, want het aantal kapperszaken ligt ver boven het Europees gemiddelde. Dat kan juist weer niet gezegd worden van drankzaken. Alcohol ligt in Zweden nog stevig aan de ketting. Verkoop heeft alleen plaats via overheidswinkels (System Bolaget). Aan het alcoholbeleid van de regering wordt momenteel geknabbeld. Door de klimaatverandering –hogere temperaturen– heeft Skane inmiddels vijftien wijnboerderijen, die hun producten gemakkelijk rechtstreeks op de markt kunnen brengen.
Malmö is groen, het aantal parken groot. Het oudste park, Kungsparken, is aangelegd door koning Oscar II, vol exotische bomen en struiken en –nog exotischer– veel grafzerken. De industriëlen uit de negentiende eeuw lieten zich bij voorkeur in het park begraven, toegedekt met een flink monument.
Malmöhus
Een stedentrip zonder musea is als ei zonder zout. Het aanbod in Malmö is overzichtelijk, maar wel breed; van het middeleeuwse kasteel Malmöhus tot de Malmö Kunsthal, het Centrum voor Design en het Museum van de Moderne Kunst in de oude gasfabriek.
Voor een bezoek aan het Malmöhus, het oudste renaissancekasteel van Scandinavië, moet je wel wat tijd uittrekken. De citadel –twee versterkte torens met daartussenin het kasteel– is oorspron-kelijk gebouwd in 1434 door Erik van Pommern de koning die Noorwegen, Zweden en Denemar-ken in een monarchie bracht. Het is de plaats waar in de middeleeuwen de Deense munt geslagen werd, waar kroonprins Frederik van Denemarken (1753-1805) zijn koninklijke feesten hield, waar in de 19e eeuw talloze misdadigers en zwervers hun straf uitzaten. Als er althans wat viel uit te zitten, want een niet gering aantal werd gelijk onthoofd.
Het Malmöhus is eigenlijk een verzameling van musea en je dwaalt van de ene collectie naar de andere: natuurlijk alles wat met een 16e-eeuws kasteel te maken heeft, maar er is een apart onderdeel voor archeologie, weer een andere afdeling bevat een natuurkundig museum in het klein, terwijl de vele oorlogen die in de 17e eeuw gevoerd werden een aparte plek kregen. Het gevangeniscomplex ten slotte is goed voor kippenvel.
Schuin tegenover het Malmöhus is de vismarkt, een klein openluchtmuseum van vissershuisjes. Dagelijks is er verse vis te krijgen.
Zo’n 100 meter verder zitten het wetenschaps- en het maritiem museum onder één dak. Een U-3-onderzeeboot, vervaardigd in de dokken van Kockums in Malmö, een model van een Saabstraaljager J35F Draken, stoommachines, brandweerspuiten, fietsen, treinen, stofzuigers en radio’s; het is soms een feest van herkenning, soms van verbazing. Een tandartsboor uit 1890, aangedreven met de voet, rolschaatsen uit 1900. Een bromfiets van Husqvarna, dat zich later toelegde op naaimachines. Misschien een tip voor Saab.
Opvallende uitvindingen zijn er te zien, zoals het rechtlijnige suikerklontje dat in 1963 in productie werd genomen. Of de driehoeksverpakkingen voor frisdrank, die in 1952 op de markt verscheen. En een dialyseapparaat uit 1946. Maar ook wordt aan kinderen uitgelegd wat nanotechnologie inhoudt. Ouderen kijken er met veel interesse naar.