Bach moedgevend voorbeeld voor Bachkenner Christoph Wolff
Hij staat te boek als een eminent Bachkenner. Zijn Bachbiografie kreeg lovende kritieken. Toch vindt Christoph Wolff het best lastig om aan te geven wat de Thomascantor voor hem persoonlijk betekent. „Zijn muziek maakt het leven de moeite waard.”
Een dag zonder Bach? Christoph Wolff (72) maakt het weinig mee. „Zelfs als ik niet naar Bach luister, zit zijn muziek in mijn hoofd. Net als die van Mozart.”
Wolffs leven is verweven met de grote Thomascantor. Niet alleen vanwege alle Bachonderzoek. De vonk tussen de directeur van het Bach-Archiv in Leipzig en zijn vrouw Barbara sloeg over toen ze als muziekstudenten meezongen in een uitvoering van Bachs h-Moll-Messe. „Tijdens het concert keek ik vaak naar de hoek waar de sopranen stonden. Ik bof met een echtgenote met wie ik op gelijke golflengte zit wat de liefde voor muziek betreft.”
Wolff woont in Amerika, waar hij tot vorig jaar muziekwetenschap aan de universiteit van Harvard in Cambridge doceerde. Regelmatig reist hij naar Leipzig vanwege het directeurschap van het Bach-Archiv. De klok van de Thomaskirche in deze Duitse stad slaat negen als hij plaatsneemt in de zithoek van zijn werkkamer. Bedachtzaam formulerend geeft hij antwoord. Af en toe breekt een lach door. Als het over zijn grootouders gaat bijvoorbeeld. „Mijn liefde voor Bach heb ik een beetje van hen geërfd. Zij waren grote fans van Willem Mengelberg, de dirigent van het Amsterdamse Concertgebouworkest, en zijn uitvoeringen van de Matthäus Passion. Na de Tweede Wereldoorlog bekoelde die liefde echter, omdat Mengelberg onvoldoende afstand van de nazi’s had genomen.”
Als jongen van acht ontdekte Wolff dat Bach anders is dan andere componisten. Hij was destijds lid van een jongenskoor in het Duitse Rijnland. „We zongen het motet ”Der Geist hilft unser Schwachheit auf”. Een werk van een kleine tien minuten, maar in mijn beleving duurde het wel een halfuur. Ik voelde dat we met iets groots bezig waren. In het koorlidmaatschap ligt de oorsprong van mijn beroepsmatige interesse in Bach en in muziek.”
Op zijn zestiende nam Wolff een definitief besluit. „We waren als gezin op vakantie aan de Noordzee. Op eigen houtje ben ik toen Noord-Duitsland ingetrokken en heb veel historische orgels bezocht. Daarna besloot ik mij vooral met het orgel en met oude muziek bezig te gaan houden.”
Van orgelspelen komt vandaag de dag weinig meer. Als Wolff in Leipzig is, kruipt hij ’s avonds niet achter de klavieren van het Bachorgel (2000) in de Thomaskirche tegenover zijn hotel. „Ik heb meer op met historische instrumenten. Regelmatig ben ik betrokken bij de zomeracademie in Haarlem. Dan probeer ik her en der te spelen. Het blijft bij een beetje experimenteren, want de tijd ontbreekt om concerten voor te bereiden. Wel dirigeer ik nog af en toe, omdat ik het belangrijk vind dat een muziekwetenschapper zich met de praktijk bezighoudt. Zo voerde ik dit jaar Bachs Matthäus Passion uit.”
Waarom neemt Bach voor u een centrale positie in?
„Bach is veelomvattend. Hij verwerkte de muziek uit de tijd voor hem, terwijl hijzelf een grote invloed had op componisten in de eeuwen na hem. Het bestuderen van zijn werken motiveerde mij om me met muziekgeschiedenis in brede zin bezig te gaan houden.”
Een leven zonder Bach is dus ondenkbaar?
„Inderdaad. Een leven zonder muziek overigens ook. Muziek biedt de mogelijkheid je emotioneel te uiten. Ook bij gevoelens die niet in woorden zijn te vangen.”
Hoe verklankte Bach gevoelens?
„Vergeleken met de componisten van zijn tijd heeft hij het beste begrepen hoe je menselijke emoties muzikaal moet uitdrukken. Hij vond dit ook belangrijk. In tegenstelling tot iemand als Händel, die vooral streefde naar het componeren van elegante melodieën.
Bach zette middelen in die hij als organist kende. Dat heeft verrassende klankwisselingen tot gevolg. Neem de aria ”Es ist volbracht” uit de Johannes Passion. Bach zet daar voor het eerst in deze passion een gamba in. Daarna klinkt ineens het volledige orkest in de passage ”Der Held aus Juda siegt mit Macht”. Zoiets kom ik bij tijdgenoten niet tegen. Het doet mij denken aan snelle register- en manuaalwisselingen op orgel. De gamba refereert aan de woorden van een stervende. Toch gaat deze indrukwekkend getoonzette aria over dood én leven. Al is het nog geen Pasen, Christus overwon de dood. Dat beeldt het orkest uit.”
Bach schreef dus niet alleen mooie, onderhoudende muziek?
„Natuurlijk ging het hem ook om schoonheid en correctheid, maar de inhoud telde voor hem.”
Sommigen vinden Bach zwaar en ingewikkeld klinken.
„Dat komt omdat Bach de aandacht opeist. Zijn werk is ongeschikt als achtergrondmuziekje.”
Wat bracht u in 2001 naar Leipzig om er directeur van het Bach-Archiv te worden?
„De functie bood de gelegenheid mij op een bredere manier, niet meer enkel zuiver wetenschappelijk, met Bach bezig te houden. Ik kon Bach voor een breder publiek toegankelijk maken via de programmering van het jaarlijkse Bachfeest en via het Bachmuseum dat aan het archief is verbonden. Het is ook bijzonder om de originele Bachhandschriften in handen te krijgen, die het archief bezit.”
Hoe trof u het Bach-Archiv aan?
„Toen ik het archief in 1999 bezocht, zagen de bureaus er slecht uit en waren er slechts twee computers te vinden. Tegenover het stadsbestuur heb ik benadrukt dat ik alleen kwam als er iets grondig veranderde. Ik had de functie niet nodig, maar ben gevraagd. Daarom kon ik de nodige druk uitoefenen. Mijn doel om het archief een solide basis te geven, is geslaagd. Volgend jaar hoop ik het stokje over te dragen.”
Bij uw aantreden maakte u het zoeken naar bronnen tot hoofdthema. Valt er vandaag de dag nog wat te ontdekken?
„De archiefdirecteur die ik opvolgde, stelde dat die tijd voorbij was. In de eerste 5 jaar vonden we echter 120 documenten die relevant voor Bach en zijn familie zijn. Russische bibliotheken zijn nog altijd lastig toegankelijk. Wie weet wat zich daar nog bevindt. Zo is de bibliotheek van de Thomasschule tijdens de Tweede Wereldoorlog buiten Leipzig gebracht en vervolgens verdwenen. Ik acht de kans groot dat een deel ergens bewaard bleef. Verder leven er nog de nodige vragen over de omvang van Bachs oeuvre. Er wacht dus werk genoeg voor generaties onderzoekers.”
Wat heeft u persoonlijk van Bach geleerd?
„Dat valt niet gemakkelijk aan te geven. Bach was een vakkundig manager, want hij deed veel verschillende dingen tegelijk zorgvuldig en vakkundig. Hij is daarin een moedgevend voorbeeld.”
Kan het iets persoonlijker?
Na een stilte: „Muziek verbindt met de adem van het leven. We kunnen ons geen beeld van God vormen, en dat wil ik ook niet. Door Bach begrijp ik iets van de zin van het leven en van wat God omvat.”
Bach en Mozart
Christoph Wolff (1940) groeide op in Duitsland. Zijn vader was predikant en zijn uit Hilversum afkomstige moeder viel her en der in als kerkorganist. Hij studeerde aan universiteiten in Erlangen, Toronto en New York. Vanaf 1976 tot vorig jaar werkte hij als hoogleraar muziekwetenschap aan de Harvarduniversiteit in het Amerikaanse Cambridge. Sinds 2001 is hij directeur van het Bach-Archiv in Leipzig. Zijn talrijke Bachpublicaties mondden in 2000 uit in een biografie. Hij werkte mee aan de Neue Bachausgabe, ontdekte verloren gewaande Bachwerken en verzorgde de teksten in het cantateproject van Ton Koopman. Toch is het niet alleen Bach wat de klok slaat. Wolff draagt ook Mozart een warm hart toe en is voorzitter van het Oostenrijkse instituut voor Mozartonderzoek.