CDA-Kamerlid De Rouwe: Bijbeltekst oneliner van de week
In de Waalse Kerk in Den Haag wordt iedere derde dinsdag van de maand een residentiepauzedienst gehouden. Een Haagse predikant spreekt een meditatie uit, waarna een politicus van een van de christelijke partijen een toespraak houdt. Gisteren sprak Sander de Rouwe (CDA).
Alsof je de krant van vanmorgen leest. Dat was mijn gedachte bij het lezen van Jakobus 4. Het gaat in de eerste verzen over strijd, twist, jaloezie en zelfs moord. Het gaat hier over wat mensen voortbrengen. Over toen in de tijd dat dit geschreven werd en over vandaag dinsdag 17 april 2012. En we moeten eerlijk zijn: het gaat niet alleen over mensen die zich deze week moeten verantwoorden voor rechters, maar het gaat ook over u en mij.
Een docent van mij aan de Thorbecke Academie leerde mij echt boeken lezen. Hij zei: Voordat je begint, analyseer je eerst het boek. Bekijk eens de inhoudsopgave, lees de inleiding, bekijk weer de inhoudsopgave en onderzoek de verschillende hoofdstukjes. Stel jezelf vragen en begin dan met lezen.
Een wijze les. Bij Jakobus deed ik hetzelfde. En nog voordat je echt gaat lezen kom je erachter dat dit boek gericht is aan de gehele christelijke gemeente. En het is geen filosofisch boek, nee dit is een werkboek met als belangrijkste thema: ”Werk maken van christen-zijn”.
Terug naar hoofdstuk 4. „U bekvecht en twist met elkaar. U krijgt niets omdat u niet bidt.” En de schrijver doet er nog een schepje bovenop, alsof het niet genoeg is: „En als u bidt, ontvangt u niets omdat u verkeerd bidt.” Ja, een schepje erboven leggen. Dat is hier wel van toepassing. Je zult het maar tijdens je functioneringsgesprek te horen krijgen. Je werkt niet, en als je werkt doe je het verkeerd. Je bent alleen maar met je eigen belangen bezig.
Ik denk niet dat Jakobus dit in een verkeerde bui heeft geschreven. Ik denk dat Jakobus hier een ”wake-up call” geeft. Aan de christenen rond het Middellandse Zeegebied, aan de wereld, aan Nederland. Hij zegt met andere woorden: Waar ben je eigenlijk mee bezig? Wat zijn je verlangens? Wat gaat er in je hoofd allemaal om?
En dan komt het hoge woord eruit: Vriendschap met de wereld is vijandschap jegens God. Ik vind het een messcherpe zin die niet aan onduidelijkheid te wensen overlaat. Om binnen mijn eigen vaktermen van politicus te blijven: ik vind dit de oneliner van de week.
Mijn jongerenbijbel geeft een uitleg over deze oneliner van jewelste en zegt over: „Vriendschap met de wereld is vijandschap met God.” Met de wereld bedoelt Jakobus een wereld waarin je gestuurd wordt door verlangen en eigen belang. In de keuze voor God en leven met hem is geen ruimte voor conflicten, jaloezie en eigenbelang, zegt Jakobus. Een mens wordt steeds geroepen om te kiezen. Tot zover de jongerenbijbel.
Een mens wordt steeds geroepen om te kiezen. En het mooie is: God gaat steeds weer een nieuw verbond met u en mij aan. Want hoe vaak gebeurt het niet dat we als christen toch weer afdwalen in de wereld van onszelf. Waar bid je inderdaad voor? Jakobus had geen slechte dag toen hij dit schreef. Hij wist: ik moet mensen wakker schudden, want bidden met een verkeerd doel, en dus niet gericht zijn op God, is een hardnekkig probleem!
Toen ik dit las vond ik het zo herkenbaar. We zijn zo ontzettend goed in plannen. Vandaag doe ik dit, morgen dat en volgende jaar dat. Werk, carrière en gezin. En lijkt zo planbaar. Van de geboorte tot aan de dood: we willen het allemaal plannen. In eigen hand hebben, is zo’n typische Nederlandse modeterm. Bij het lezen dacht ik heel stiekem: Deze waarschuwing is speciaal voor de Nederlanders geschreven. Wij zijn de plankoningen van de wereld. Ik doe er zelf ook royaal aan mee.
In dat plannen zit volgens mij ook de hoogmoed waarover we lezen in vers 6. God keert zich hier tegen en wel met een heel duidelijke regel. Als wij zelf alles denken te weten, als we zelf alles in eigen hand willen hebben, waar hebben we God dan nog voor nodig? O, ja, Hij is nodig als het even uit de hand loopt. Dan bidden we: Wilt U dit regelen, wilt U dat regelen, ik zou graag zus, ik zou graag zo.
Maandagochtend belde ik de organisatie van deze pauzedienst. Ik wilde afzeggen. De avond ervoor overleed er een vriend van mij en ik wist niet hoe ik het allemaal voor elkaar zou krijgen. Ik kwam er in de planning niet meer uit. Afzeggen was het beste. Er zou zeker begrip voor zijn. Maar ik kreeg meneer Rienstra niet aan de lijn. Pas toen ging bij mij ook weer het knopje om. Sander, moet jij het inderdaad zelf allemaal regelen? Ga je het op een wereldse manier oplossen? Of ga je het loslaten en leg je het in Zijn handen. Ik koos voor het laatste.
Loslaten. De wereld loslaten. Of beter gezegd: onze eigen wereld loslaten en God toelaten. Dat is wat deze docent Jakobus ons vandaag leert. Pas als wij ruimte maken, nadert God. Pas als wij Hem naderen, nadert Hij ons. En dan komt het mooie. Dan komt daar die prachtige belofte. God neemt het stuur over in je leven, hier midden op deze aarde. Nu. Vandaag. Gevuld door Zijn liefde en Geest mogen en kunnen we leven in deze wereld. En beloofd is beloofd. Als wij ruimte maken, dan komt Hij. Vers 10: „Verneder u voor de Heer, dan zal hij u verheffen.”
Ik sluit af met een heel mooie tekst van deze ochtend. Het was de opening van de CDA-fractievergadering gistermorgen om 10.30 uur. Het sluit aan bij het thema van vanmiddag en is de Bijbelse bijsluiter voor iedereen die bereid is dingen los te laten voor God en zichzelf dan de vraag stelt: Maar wat dan? Dat staat in Mattheüs 6:25-34: „Daarom zeg ik jullie: maak je geen zorgen over jezelf en over wat je zult eten of drinken, noch over je lichaam en over wat je zult aantrekken. Is het leven niet meer dan voedsel en het lichaam niet meer dan kleding? Kijk naar de vogels in de lucht: ze zaaien niet en oogsten niet en vullen geen voorraadschuren, het is jullie hemelse Vader die ze voedt. Zijn jullie niet meer waard dan zij? Wie van jullie kan door zich zorgen te maken ook maar één el aan zijn levensduur toevoegen? En wat maken jullie je zorgen over kleding? Kijk eens naar de lelies, kijk hoe ze groeien in het veld. Ze werken niet en weven niet. Ik zeg jullie: zelfs Salomo ging in al zijn luister niet gekleed als een van hen. Als God het groen dat vandaag nog op het veld staat en morgen in de oven gegooid wordt al met zo veel zorg kleedt, met hoeveel meer zorg zal hij jullie dan niet kleden, kleingelovigen? Vraag je dus niet bezorgd af: Wat zullen we eten? of: Wat zullen we drinken? of: Waarmee zullen we ons kleden? – dat zijn allemaal dingen die de heidenen najagen. Jullie hemelse Vader weet wel dat jullie dat alles nodig hebben. Zoek liever eerst het koninkrijk van God en zijn gerechtigheid, dan zullen al die andere dingen je erbij gegeven worden. Maak je dus geen zorgen voor de dag van morgen, want de dag van morgen zorgt wel voor zichzelf. Elke dag heeft genoeg aan zijn eigen last.”
De auteur is lid van de Tweede Kamer voor het CDA.