VEENENDAAL – „We hebben nieuwe oren en ogen nodig om met de Heilige Geest te horen en te zien. Oren om de schepping te horen zuchten, de ogen om te kijken naar de bergen, de mensen en de dieren in het kader van het Koninkrijk van God. De ogen zijn gevuld met tranen over de gebrokenheid, maar ook omdat God niet laat varen de werken van Zijn handen.”
Dat zei prof. dr. T. M. Hofman zaterdag tijdens de landelijke diakenendag in de christelijke gereformeerde Pniëlkerk te Veenendaal. In totaal 175 diakenen en diaconaal betrokkenen dachten na over het thema ”Eerlijk is eerlijk”. Tijdens de bijeenkomst kwamen onderwerpen als gerechtigheid, duurzaamheid, schuldhulpverlening en bezuinigingen aan de orde.
Prof. Hofman, hoogleraar Nieuwe Testament aan de Theologische Universiteit Apeldoorn, zette in met de opmerking dat we in een cruciale fase van de wereldgeschiedenis zijn aanbeland. Hij sprak over een omslagpunt en gelooft dat er sprake is van een test. „Groei en toenemende welvaart zijn niet vanzelfsprekend meer. Gerechtigheid en duurzaamheid worden op de proef gesteld in de wereld en in de kerk. Wat zijn die woorden echt waard?”
De hoogleraar vindt het belangrijk dat de kerkleden zich, nu het wat minder gaat, niet terugtrekken uit de wereld. Rentmeesterschap, met oog voor gerechtigheid en duurzaamheid, is een belangrijke notie. „We kunnen niet om ons rentmeesterschap heen. De medemens is geen winstobject. De aarde is geen wingewest dat we mogen uitbuiten. We mogen geen geplunderde aarde achterlaten voor ons nageslacht. De aarde is schepping van de Eigenaar.”
De vleeswording van Christus laat, aldus prof. Hofman, „zien dat God de schepping volkomen serieus neemt. Zouden wij dat dan anders mogen doen? Als je hart geraakt is door God, dan kun je dat toch niet toesluiten voor een broeder of een zuster die gebrek lijdt?” Hij constateerde dat het diaconaat steeds belangrijker wordt in een maatschappij waarin de overheid zich terugtrekt, en noemde in het bijzonder de zorg voor ouderen.
Reformatorische christenen moeten volgens hem zowel aandacht hebben voor de grote verbanden als voor de mensen dichtbij. Ze moeten ook niet selectief winkelen door alleen aandacht te hebben voor het persoonlijke heil of juist alleen voor de grotere verbanden. „Het is beide nodig. Wie persoonlijk iets leert kennen van Gods heil in Jezus Christus, krijgt pas echt oog voor de waarde van Gods schepping.”
Tijdens een workshop praatten de deelnemers met prof. Hofman door. Hij zei dat de economie van het genoeg, zoals die bijvoorbeeld door prof. Goudzwaard wordt voorgestaan, vroeger in veel kerkelijke kringen als links bestempeld werd en verdacht was. „Hebben we dat toen wel goed gezien?”, zo vroeg hij zich af.
De hoogleraar zei dat wie de arme leent door God gezegend wordt. „Dat geldt ook in een tijd dat het economisch minder gaat. Wie zich onttrekt raakt in een neerwaartse spiraal.” Een deelnemer merkte op dat om die reden in een kerk de eerste collecte tijdens een kerkdienst voor de diaconie bestemd is en niet voor de eigen kerk. „De kerk is er niet in de eerste plaats om de eigen broek op te houden,” stelde hij. Prof. Hofman: „We moeten op de Heere vertrouwen en niet eerst gaan rekenen hoeveel er overblijft voor de kerk. Trouw zijn aan het Woord van God betekent snijden in eigen vlees.”
Diverse aanwezigen noemden interkerkelijke diaconale platforms, waar diaconieën op plaatselijk vlak met elkaar praten en samenwerken om mensen te helpen, onder meer in Nijkerk, Zoetermeer, Kampen en Papendrecht.
Prof. Hofman constateerde dat kerken vaak veel doen voor de maatschappij, maar dat de overheid dat niet altijd honoreert. Hij noemde een enquête waarin gevraagd werd wat de kerken doen voor asielzoekers. „Er gebeurde veel, zo bleek eruit. De formulieren zijn opgestuurd naar Den Haag, maar we hebben er niets meer van gehoord. Ik word wel eens een beetje boos als ik hoor dat men vindt dat de kerken er niet bij horen. Kerken doen juist veel goed werk.”
Hij sprak ook zijn waardering uit voor plaatselijke overheden die de kerken wel waarderen. Tijdens de workshop kwamen twee voorbeelden naar voren van een goede samenwerking van de plaatselijke overheid met de kerken. Het ene betreft Zoetermeer, waar brede politieke steun bestaat voor een interkerkelijk inloophuis. Het andere gaat over het House of Hope in Rotterdam, een diaconaal initiatief in de Tarwewijk, dat opnieuw subsidie krijgt.