Binnenland

Flevopolder „machtig arbeidsveld” voor de kerken

ALMERE – In het 25-jarige Flevoland kampen de traditionele kerken met leegloop. Tegelijk liggen er grote kansen in een „zendingsstad” als Almere, met zijn snelgroeiende multiculturele bevolking. „We komen hier handen tekort.”

Niek Stam
31 December 2011 00:03Gewijzigd op 14 November 2020 18:28
Voorganger André Meulmeester (r.) van christelijke gemeente De Wegwijzer in Almere in gesprek met een bewoner van Almere-Haven, voor het inloophuis dat zijn gemeente vorig jaar in die wijk opende. Foto Arjan Bokhorst
Voorganger André Meulmeester (r.) van christelijke gemeente De Wegwijzer in Almere in gesprek met een bewoner van Almere-Haven, voor het inloophuis dat zijn gemeente vorig jaar in die wijk opende. Foto Arjan Bokhorst

De kerktoren van de protestante gemeente in Tollebeek staat als een iele wachter in het vlakke landschap. Al sinds de jaren zestig overleeft hij de windvlagen op de kale poldervlakte. Gereformeerden en hervormden kerken al jaren samen in dit gebouw. Iets wat de overheid graag vanaf het allereerste begin in de hele Noordoostpolder had gezien. Maar dat stuitte op de stugge polderklei, waar de verzuiling lang standhield.

De directie, zoals het polderbestuur in de jaren veertig heette, stapte al snel van het ontzuilingsidee af. Voorganger ds. Theo van Staalduine uit Tollebeek: „Het Rijk vergoedde vervolgens per dorp 40 procent van de bouwkosten van iedere hervormde, gereformeerde en rooms-katholieke kerk. Als gereformeerden en hervormden wilden samenwerken, kregen ze echter 60 procent vergoed. Zeer aantrekkelijk, maar er werd weinig gebruik van gemaakt. Inmiddels zijn al die gemeenten overigens gefuseerd.”

Kaartenbak

Over de opbouw van het kerkelijk leven in de Noordoostpolder (NOP) stelde kerkhistoricus William den Boer in 2008 mede de bundel ”Een machtig arbeidsveld” samen (te bestellen via vnkonline.nl). De titel is een dichtregel van de hervormde ouderling Piet van ’t Zet. Den Boer: „Het eerste hervormde notulenboek opende op 1 januari 1947 met zijn gedicht. Dat wil iets zeggen over de verwachting waarmee de pioniers hier na de oorlog van start gingen.”

De overige gereformeerde kerkgenootschappen konden destijds overigens niet op subsidie rekenen. Zij kwamen vooral in Emmeloord terecht, zegt ds. Van Staalduine. „Mijn indruk is dat kerken uit de gereformeerde gezindte groeien en bloeien in de NOP. Maar zij maken de vermindering van de grote kerken lang niet goed.”

De polderkerken hebben in hun breedte te kampen met leegloop, becijferde ds. Van Staalduine. „In 25 jaar verdubbelde het inwonersaantal maar halveerde de kerkelijke meelevendheid. De kaartenbak is gevuld maar het kerkbezoek neemt af.”

Om over de rooms-katholieken nog maar te zwijgen. Ds. Van Staalduine: „Er zijn in de NOP nog één pastoor en twee pastorale werkers. Als je daarnaast de zestien predikanten en kerkelijk werkers van de PKN ziet hier, dan is dat wel een contrast.”

Den Boer ziet lessen in de kerkgeschiedenis van de polder. „We hebben als christenen misschien wel weer meer pioniersmentaliteit nodig: concentratie op de kern van het Evangelie, volharding, bezieling door de Geest, en zo veel mogelijk als christen present zijn in de samenleving.”

Zendingsstad

In de Flevopolder, de andere polder van Flevoland, klinken vanuit Almere hoopvolle geluiden. De grotestadsproblematiek vormt een groot contrast met de leegheid van het Tollebeek, 50 kilometer verderop. Christelijke gemeente De Wegwijzer trekt er juist buitenkerkelijke bezoekers. De „reformatorische zendingsgemeente” ontstond uit het kinderevangelisatiewerk dat de gereformeerde gemeente in Lelystad er zeventien jaar geleden startte.

Sinds die tijd werkt ook voorganger André Meulmeester in de stad, inmiddels met assistentie van drie parttime kerkelijk werkers, onder wie een jongerenwerker en iemand die speciaal onder Spaanstaligen arbeidt. Deze belegt aparte Spaanstalige diensten en zette bezoekwerk onder Spaanssprekende gedetineerden op.

De Wegwijzer trekt ’s zondags zo’n 300 bezoekers. Ze vormen een opvallende doorsnee van de samenleving in Almere. „Meer dan vijftien nationaliteiten, met acht geloofsachtergronden”, zegt Meulmeester. „Ook trekken we veel jonge gezinnen.”

Het tegenbeeld van wat in de traditionele kerken in de polder gaande is. Is daar een les uit te trekken?

Meulmeester: „Dat het zeer moeizaam is om in Almere een kopie van de bestaande kerk van het „oude land” te vormen. Veel van deze initiatieven zijn inmiddels gestrand. Daartegenover ben ik ervan overtuigd dat een kerk die de heldere leer van de Reformatie weet te verwoorden in een nieuwe vorm, met respect voor culturele verschillen, velen zal kunnen aanspreken. We zien hier hoe de Heere dit rijk zegent.”

Buitenkans

Almere is een van de snelst groeiende steden van Nederland. De stad wil zijn huidige 190.000 inwoners bijna verdubbelen. Het gemeentebestuur ziet een actieve rol voor zijn kerk weggelegd, aldus Meulmeester. „Wij zijn gevraagd om op zeven plaatsen in Almere steunpunten te beginnen voor zorg en onderwijs. Sinds vorig jaar draait de eerste proef met een inloophuis in Almere-Haven. Dat blijkt in een grote behoefte te voorzien. Vanuit die buurt bezoeken bijna iedere zondag nieuwe mensen onze diensten. Ook de vakantiebijbelclub brengt onkerkelijke kinderen en hun ouders naar onze gemeente.”

Een buitenkans, vindt Meulmeester zijn werkplek. „De onkerkelijkheid is met 97 procent gigantisch. Almere is echt zendingsgebied.” Meulmeester komt echter handen tekort. „We krijgen locaties aangeboden waar we komend jaar zo drie evangelisten zouden kunnen inzetten, maar onze capaciteit is nu te klein. Gelukkig bepaalt God uiteindelijk de snelheid, en mogen we op Hem vertrouwen.”

Dit is het laatste deel in een serie over het 25-jarig jubileum van de provincie Flevoland.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer