Kerk & religie

Studenten GG bijeen op conferentie in Gouda

GOUDA – Hoe vaak ben jij al geroepen – en waar heeft je dat gebracht? Als het goed is, zei ds. A. Schot gisteren in Gouda, brengt de roeping je in de nood. „Dan roep je het met Augustinus uit: Heere, geef wat Gij beveelt en eis wat Gij wilt.”

Kerkredactie
16 September 2011 21:11Gewijzigd op 14 November 2020 16:40
In het gebouw van Driestar Educatief in Gouda houdt de werkgroep voor studenten van de Gereformeerde Gemeenten sinds gisteren een tweedaagse zomer­conferentie. Thema is dit jaar ”Geroepen”. Foto Martin Droog
In het gebouw van Driestar Educatief in Gouda houdt de werkgroep voor studenten van de Gereformeerde Gemeenten sinds gisteren een tweedaagse zomer­conferentie. Thema is dit jaar ”Geroepen”. Foto Martin Droog

”Hoe God roept”, luidde de titel van de lezing van de Nunspeetse predikant vrijdagavond op een conferentie belegd door de werkgroep voor studenten van de Gereformeerde Gemeenten. Thema van de tweedaagse bijeenkomst, in het gebouw van Driestar Educatief, is ”Geroepen”. Zaterdagmorgen behandelt W. Visser uit Nunspeet het onderwerp ”Geroepen om te dienen”.

Ds. Schot ging met name in op de „roeping tot bekering.” Het woordje roeping, gaf hij aan, „veronderstelt in de eerste plaats een grote afstand, die van onze kant niet meer te overbruggen is. Er is een kloof geslagen door de zondeval.

Het wijst ook op een groot gevaar – dat we niet zien. Christus sprak tot Jeruzalem: Och, of gij ook bekendet, ook nog in dezen u dag, hetgeen tot uw vrede dient! Maar nu is het verborgen voor uw ogen.”

In de derde plaats veronderstelt het begrip roeping duisternis. „1 Petrus 2:9: … Die u uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht.”

Wie roept? Ds. Schot: „De roeping gaat van God uit. Dat begon direct na de zondeval, en nóg roept Hij zondaren tot bekering. Deze roeping legt een grote verantwoordelijkheid op ons.”

De roeping vindt plaats door het Woord. „Weliswaar spreekt God ook door daden. We hebben het wel over roepstemmen. Maar los van het Woord zullen deze roepstemmen nooit als roeping fungeren. Dan worden ze niet verstaan. Zonder het Woord is er geen zaligheid.”

Dat laat ook zien dat de roeping niet algemeen is, aldus ds. Schot. „Ze komt slechts tot hen die het Woord horen. Velen worden niet geroepen. Tegelijkertijd is er de opdracht voor de kerk om het Woord aan alle creaturen te prediken.”

Dat Woord bestaat uit Wet en Evangelie, en als het goed is bestaat ook de boodschap, de prediking daaruit. „Daar is het fluitspel van het Evangelie: Wij hebben u op de fluit gespeeld, en gij hebt niet gedanst. Daar zijn de klaagliederen van de Wet: Wij hebben u klaagliederen gezongen, en gij hebt niet geweend.” Ds. Schot: „De mens blijkt de roeping te kunnen weerstaan.”

Inwendige roeping

„Hoe komt het toch dat sommige mensen wel horen en anderen niet?” vroeg hij de jongeren. „Is de een beter dan de ander? Nee, we zijn allen doodgevallen. We moeten het geloof nooit aan de mens toeschrijven. Maar: er is een uitwendige, algemene roeping én een inwendige roeping, die alleen tot de uit­verkorenen komt. Niet dat er dan een andere boodschap wordt gebracht. Gods knechten weten niet wie er uitverkoren zijn. Lydia hoorde dezelfde boodschap als de andere vrouwen. Maar haar hart werd geopend, door de Heere Zelf. De Heilige Geest doet het Woord levend en krachtig zijn. Daarom is de inwendige roeping onweerstaanbaar.”

Bruiloftskleed

De predikant merkte op er altijd „grote moeite” mee te hebben als de roeping wordt voorgesteld als „een kloppende Heere aan de deur van het hart, Die moet wachten tot de mens opendoet. We mógen Openbaring 3:20 niet zo uitleggen alsof Christus hier als een machteloze aanklopt. Zo misbruikt de remonstrant deze tekst. Christus wordt dan afhankelijk gemaakt van de wil van de mens. Maar dan zou de Schrift zichzelf tegenspreken. Christus is de machthebbende.”

Hoe weet je dat je inwendig geroepen bent? besloot ds. Schot zijn referaat. „Dat blijkt uit de vrucht. Duidelijk onderwijs wordt gegeven in de gelijkenis van de koninklijke bruiloft, Mattheüs 22. Daar zien we twee uitersten. Aan de ene kant de onverschilligen, die de nodiging –„komt tot de bruiloft”– versmaden. Aan de andere kant is daar de mens zonder bruiloftskleed. Hij wordt alsnog uitgeworpen uit de bruiloftszaal. Er was een bruiloftskleed nodig, wat ziet op de toegerekende gerechtigheid van Christus.”

Ds. Schot: „Hierin ligt een ernstige waarschuwing. Deze man was wel geroepen om te komen, maar niet gerechtigd om zo te komen. „Hoe zijt gij hier ingekomen?” We zullen met Christus verenigd moeten worden.

In deze gelijkenis beluisteren we het juiste evenwicht tussen roeping en het welbehagen des Heeren”, zo zei de predikant. „Als het goed is, brengt de roeping je in de nood. Gods kinderen gevoelen te moeten komen, maar leven in niet te kunnen komen. Er is een bruiloftskleed nodig. Wat is de vrucht van het Woord in ons leven, in mijn leven? Heeft het je al in de klem gebracht? Geeft het een strijd?”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer