Studentenkring GG Rotterdam: de Bijbel open aan de Boezemsingel
ROTTERDAM – „Is Mozes werkelijk de auteur van de Thora? Hoe kan hij dan zijn eigen dood beschrijven?” Zo’n zeventig geïnteresseerde blikken kijken naar de inleider, Jakob Maljaars. In drie kwartier tekent hij zowel de orthodoxe als de Schriftkritische visie op de eerste vijf Bijbelboeken.
Ooit was het het hart van het kerkelijk leven van de Gereformeerde Gemeenten: het kerkgebouw van Rotterdam-Centrum aan de Boezemsingel. Enigszins verscholen achter de overige bebouwing ligt het bedehuis, waar wekelijks zo’n 1500 kerkgangers onder het Woord kwamen. „Op zondag zijn er nu nog zo’n tachtig mensen”, zegt koster Van Ballegooijen.
Het aantal studenten dat gisteravond samenkwam in het zaaltje naast de kerk, ligt bijna even hoog als het aantal kerkgangers op zondag. Geen studenten van de naastgelegen Theologische School, waar aanstaande predikanten van de Gereformeerde Gemeenten worden opgeleid. Die zijn al naar huis als rond halfacht de deuren van het zaaltje opengaan. Hier druppelen jongeren binnen, met studierichtingen als economie, werktuigbouw-, genees- en onderwijskunde.
De studentenkring van de Gereformeerde Gemeenten in Rotterdam is de grootste van de in totaal negen kringen in studentensteden. Alle gaan ze uit van het deputaatschap voor studerenden van het kerkgenootschap. Iedere kring heeft één of twee mentoren, aangesteld door het deputaatschap. In Rotterdam zijn dat Peter Kok, docent aan het Hoornbeeck College, en Piet Murre, werkzaam bij Driestar Hogeschool. Zij worden bijgestaan door de student-assistenten Marjolein Berkhout en Maurice Heijboer, die het organisatorische deel van de kring voor hun rekening nemen.
Een kwartier voor aanvang moeten Murre en enkele studenten nog flink de handen uit de mouwen steken. Stapels stoelen worden naar het midden van het zaaltje gereden. Uiteindelijk ontstaat er een ruime cirkel van twee rijen stoelen. „Ik ben benieuwd hoe druk het wordt”, zegt Murre. „Meestal is het de eerste avond van het seizoen drukker.”
Het karakter van de studentenkring is informeel, zegt tweedejaarsstudent economie Geert Agteresch. „Je kunt komen wanneer je wilt. Het is minder verplichtend dan het lidmaatschap van een studentenvereniging.” Toch wordt er wel alles aan gedaan om een zo hoog mogelijke opkomst te krijgen. „Over het algemeen zijn de lezingen van hoog niveau, dat is een duidelijk verschil met bijvoorbeeld een jeugdvereniging. Bovendien is er een reader waarin het halfjaarthema wordt uitgewerkt. Daardoor zie je meteen dat je wat mist als je een keer niet komt.”
Even na halfacht opent Murre de avond. Vers 1 en 8 van Psalm 119 worden gezongen. Vervolgens gaat hij voor in gebed en leest het laatste gedeelte van het Bijbelboek Handelingen. „Daar vertelt Paulus aan de Joodse leiders hoe we in de nieuwtestamentische tijd moeten omgaan met de Thora.” Murre geeft aansluitend een toelichting op het thema voor dit halfjaar, de Thora, en doet met de nodige kwinkslagen enkele huishoudelijke mededelingen.
Daarna is het de beurt aan inleider Jacob Maljaars. De student steekt een doorwrocht verhaal af over de wijze waarop de boeken van Mozes zijn overgeleverd, de orthodoxe visie op de boeken en de wijze waarop Schriftkritische theologen omgaan met de Thora. „Is Mozes werkelijk de auteur van de Thora? Hoe kan hij dan zijn eigen dood beschrijven in Deuteronomium 34?”
Terwijl een enorme regenbui roffelt op de lichtkoepels in het dak, legt Maljaars uit dat sommige verklaarders menen dat Mozes hier schrijft met een profetische voorwetenschap. Anderen, onder wie Calvijn, gaan uit van een latere toevoeging, mogelijk door Jozua.
Uitgebreid gaat de student in op de wijze waarop Schriftkritische commentaren de Thora benaderen. „Ik zal bij ieder punt direct de weerleggingen noemen”, zegt hij geruststellend. Hij sluit zijn lezing af met een citaat van ds. Bernardus Smijtegelt, een van de nadere reformatoren. Daarin komt naar voren dat Christus de vervulling is van de wet zoals die in de eerste boeken van Mozes wordt beschreven. „De prediking van de bekering zal blijven zolang de wereld bestaat”, concludeert Maljaars.
In de pauze wordt onder het genot van koffie en koek bijgepraat. „Het is gezellig”, zegt Christian van Esch. Hij is bezig met de afronding van zijn studie bedrijfskunde. „Ik kom hier voor het zesde jaar, dus je kunt zeker zeggen dat het hier samenbindend is.”
Hoewel er geen reünie wordt gehouden, ontstaan op de kring soms langdurige contacten, aldus Van Esch. „Mijn zus en zwager leerden elkaar hier kennen.”
De kerkredactie gaat op bezoek bij vijf christelijke studentenverenigingen: Solidamentum, CSFR, DC, GTSV Voetius en vandaag: studentenkring GG (slot).
Piet Murre, mentor van de studentenkring van de Gereformeerde Gemeenten in Rotterdam. In het dagelijks leven manager lerarenopleidingen voortgezet onderwijs bij Driestar Hogeschool in Gouda.
Hoe lang bestaat de kring?
„Ik denk zeker dertig jaar. Het initiatief is genomen door het deputaatschap voor studerenden van de Gereformeerde Gemeenten. Er zijn meerdere kringen in diverse plaatsen.”
Wat is het doel van de kring?
„De kerk probeert met deze kringen iets te betekenen voor studerende jongeren. Als ze gaan studeren, gaan ze vaak op kamers. De kring wil hun een soort thuisbasis bieden waar ze vragen kunnen stellen, zich kunnen verdiepen in Gods Woord en in de kerkgeschiedenis. Daarnaast is het ook gewoon gezellig om bijeen te zijn.”
Welke activiteiten organiseren jullie zoal?
„Per halfjaar kiezen we een thema om te bestuderen. Daarvoor komen we negen keer op dinsdagavond bijeen. Meestal staat het ene halfjaar een Bijbelboek centraal en het andere een theologisch thema. Ieder seizoen organiseren we ook twee weekenden, van vrijdagmiddag tot maandagmorgen, is er een high tea in december, een barbecue aan het eind van het studiejaar en een ontspannende activiteit, zoals kanoën of bowlen. Daarnaast zijn er informele momenten waarop leden elkaar zien, zoals verjaardagen en afscheidsborrels.”
Welke studenten zitten op deze vereniging?
„Het overgrote deel is afkomstig uit de Gereformeerde Gemeenten. Enkelen komen uit andere kerken. We hebben zowel universitaire als hbo-studenten, soms een enkele mbo’er.”
Hoeveel leden telt jullie vereniging?
„We hebben zo’n zeventig regelmatige bezoekers, het totale adressenbestand is iets groter.”
Is er een feit te noemen uit de achterliggende tijd dat veel impact op de leden heeft gehad?
„Wat ik bijzonder vind is dat we in de tweede helft van de avond vaak goede gesprekken hebben. Dan zitten we in kleinere groepjes en wordt er van hart tot hart gesproken. Daarbij komen wezenlijke thema’s aan de orde, zoals: Hoe sta je tegenover de Heere? of: Hoe ga je om met onchristelijke medestudenten.”