Buitenland
Tien jaar na 9/11 is al-Qaida nog niet gedood

Na 11 september openden de Verenigde Staten de strijd tegen al-Qaida. De beweging is sindsdien verzwakt, maar niet gedood.

Mark Wallet
10 September 2011 13:07Gewijzigd op 14 November 2020 16:34
Foto EPA
Foto EPA

Al-Qaida is vaak vergeleken met het veelkoppige monster Hydra uit de Griekse mythologie. Voor elke kop die de held Heracles erafhakte, kwamen er twee terug.

Het is een kip, waarschuwden anderen na de dood van al-Qaidavoorman Osama bin Laden. Zonder kop loopt het beest vrolijk verder. Of nee, het is een ballon, wisten nog weer andere analisten. Als je er aan de ene kant in drukt, bolt hij aan de andere kant op.

Vergelijkingen te over om duidelijk te maken dat de organisatie niet zomaar –definitief– een kopje kleiner te maken is. Dat proclameert de organisatie zelf uiteraard ook. „Kunnen de Amerikanen datgene doden waar sjeik Osama voor leefde en waarvoor hij gedood is? Verre van dat! Verre van dat!” reageerde de Jemenitische tak van de beweging na de dood van de leider. „Sjeik Osama bouwde zijn organisatie niet om die met zijn dood te laten verdwijnen.”

Dood is al-Qaida inderdaad nog niet, maar sinds 9/11 heeft de organisatie volgens veel analisten wel aanzienlijk aan kracht ingeboet. Bin Laden was bepaald niet de eerste kop van ‘Hydra’ die erafgehakt werd. De jihadstrijders moesten hun operationele basis in Afghanistan opgeven. Veel topleiders van de terreurgroep zijn gedood of gevangengenomen. De nog overgebleven al-Qaidaleden worden dagelijks getrakteerd op drones en luchtaanvallen.

En toen kwam ook de Arabische Lente nog. Bin Laden feliciteerde de dissidenten kort voor zijn dood met „hun historische veroveringen”, maar of zijn organisatie er werkelijk blij mee kan zijn? Het lijkt er niet op, zeggen veel waarnemers. De revoluties markeren volgens hen alleen maar de toenemende irrelevantie van al-Qaida in de Arabische wereld.

De beweging is allereerst onbeduidend geworden omdat de centrale boodschap van al-Qaida onwaar bleek. Al-Qaida beweerde altijd dat de weg naar vooruitgang noodzakelijkerwijs geplaveid is met bloed. Vreedzame demonstraties bleken echter veel meer effect te sorteren. Daarnaast bleek de irrelevantie van al-Qaida uit het feit dat de organisatie tijdens de revoluties compleet aan de zijlijn stond. Moslims en liberalen streden gebroederlijk tegen de oude regimes, nota bene met steun van de Verenigde Staten. De strikt islamitische ideologie van al-Qaida bleek in de Arabische wereld weinig aantrekkingskracht te hebben.

Veelkoppig

Zo gezien is de geschiedenis van al-Qaida na 9/11 er een van gestage neergang en toenemende isolatie. Een decennium van inlichtingenwerk, tegenaanvallen en defensieve maatregelen hebben effect gehad, constateerde het gezaghebbende Britse tijdschrift The Economist. De Verenigde Staten lijken volgens het weekblad „aanzienlijk” minder kwetsbaar voor aanslagen dan tien jaar geleden.

De vergelijkingen aan het begin van het artikel komen echter niet uit de lucht vallen, iets wat ook The Economist overigens onderstreept. Ja, na 9/11 kreeg al-Qaida dermate forse klappen, dat de terreurorganisatie volgens sommige analisten aan de rand van de ondergang balanceerde. Maar toen ontsproten er uit de Hydra van de terreur allerlei nieuwe koppen: in Irak, in Jemen, in Noord-Afrika.

Daarmee is een tweede lijn van denken over de huidige kracht van al-Qaida aangegeven. Terwijl de eerste vooral een verzwakking ziet, heeft de tweede met name oog voor de nieuwe uitingsvormen van de terreurgroep. Hier vallen vergelijkingen als de kip en de ballon.

De eerste overlevingsslag van al-Qaida werd volgens deze groep ‘pessimistische’ analisten geleverd in Irak, waar de Amerikaanse inval de terreurorganisatie weer het nodige krediet in de Arabische wereld bezorgde. Moslims zagen in de inval een bewijs van het feit dat de Verenigde Staten de hele islamitische wereld wilden beheersen. Daarnaast zochten radicale groepen in Jemen en Noord-Afrika aansluiting bij al-Qaida en ontstonden er warme banden met islamistische bewegingen in Somalië, Libanon en Pakistan. Na een korte inzinking bleek al-Qaida verre van dood.

De ‘optimisten’ zien in het ontstaan van de diverse filialen een versnippering en verzwakking van al-Qaida, maar de ‘pessimisten’ zien er de veerkracht van de beweging in. Zo wees verslaggever Phil Rees van de Arabische zender Al-Jazeera er recent op dat er na 9/11 een nieuwe generatie al-Qaidastrijders is opgestaan, die „de al-Qaida-ideologie op een hoger plan hebben gebracht.” Hij doelde daarbij voornamelijk op figuren van al-Qaida op het Arabisch Schiereiland.

Israël

In deze lijn van denken past ook een andere benadering van de Arabische Lente. Want wat als alle beloften van de revolutie loos blijken te zijn? „Het kan goed zijn dat al-Qaida is verzwakt door de revoluties, maar er is eveneens een gerede kans op het tegendeel”, stelt bijvoorbeeld de Zwitserse terreurexpert Alexis Wilner van het Centrum voor Veiligheidsstudies in Zürich. Met andere woorden: de toekomst moet het uitwijzen.

Oud-CIA-medewerker en Bin Ladenbiograaf Michael Scheuer is zelfs van mening dat de revoluties nu al „een enorme stap vooruit” voor al-Qaida betekenen. Sinds Bin Laden de oorlog verklaarde aan de Verenigde Staten heeft hij twee hoofddoelen gehad: de vernietiging van de Arabische tirannieën en van Israël. Nu, zegt Scheuer, al-Qaida is door de Arabische Lente dichter bij beide doelen gekomen.

In een artikel voor The Wash­ington Post onderstreepte Scheuer begin maart de consequenties van de val van de Egyptische president Mubarak voor Israël. Volgens hem heeft die even negatieve consequenties voor het land als de eerdere val van Saddam Hussein in Irak. „Israëls twee anti-islamistische schilden in het oosten en westen zijn nu geschiedenis”, noteerde hij. Kortom: tirannieën zijn gevallen, Israël is verder in de verdrukking geraakt en het feit dat al-Qaida niets voor deze stappen hoefde te doen, maakt het voor de organisatie alleen maar zoeter, aldus Scheuer.

Recent heeft Scheuer er bovendien op gewezen dat de Arabische Lente een gevoelige klap betekenden voor de westerse veiligheidsdiensten in hun strijd tegen terreurgroepen als al-Qaida. CIA en de Britse evenknie MI6 kregen veel informatie van de Egyptische en Libische diensten. Of dat zo blijft, is volgens de Amerikaanse veiligheidsexpert maar zeer de vraag. Volgens hem is al-Qaida „alles bij elkaar genomen geografisch meer verspreid, wellicht groter in aantal en beslist invloedrijker dan in 2001.”

Doe-het-zelfterrorisme

Al-Qaida werkt er ondertussen nog altijd aan zijn ideologie verder te verbreiden, en ook buiten de Arabische wereld. Al-Qaida op het Arabische Schiereiland (AQAP) geeft daarvoor een Engelstalige internetglossy, Inspire, uit, die in juli de zesde uitgave beleefde. Het blad is op het eerste gezicht een gewoon, hip opgemaakt tijdschrift, met een vragenrubriek, nieuwtjes op een gezellig prikbord en weetjes (over bommen maken). In het hele nummer klinkt echter de oproep tot jihad. „Het is óf de jihad óf oneer – kies dus!” staat er als uitsmijter achter in het tijdschrift.

De redactie van het magazine ziet nog genoeg potentie voor de al-Qaida-ideologie. „Zolang als de islam leeft, leeft de jihad”, schrijft ene Samir Khan in een necrologie voor Osama bin Laden. De Arabische Lente hoeft in ieder geval geen obstakel te zijn voor de ideologie van al-Qaida maakt het blad duidelijk.„Nu ze (de opstandelingen, MW) de regerende tirannieke partijen uit de weg hebben geruimd, zijn er minder obstakels op het pad naar de sharia”, stelt het blad in antwoord op een angstige lezersvraag over de revoluties.

Inspire wijst de lezers erop dat de opstandelingen nooit tegen de sharia hebben geprotesteerd en ook hun ongenoegen daarover niet hebben geuit. „Dat is omdat ze weten dat sharia de islam is en dat het verwerpen van de sharia gelijk staat met het verwerpen van de eigen religie.” Volgens het blad is de roep om democratie van de demonstranten in feite een roep om de basisvrijheden en -rechten die de sharia garandeert en heeft het weinig uit te staan met „democratie per se.”

Waar de sharia niet is ingevoerd, blijft terreur een geëigend middel, maakt het blad duidelijk. Dat hoeft ondertussen niet per se in organisatorisch verband vorm te krijgen, maar kan ook individueel. „Er zijn vele vormen van jihad”, aldus het blad. In een lijvig artikel worden er aanwijzingen gegeven voor „een individuele jihad”: een soort doe-het-zelfterrorisme waar (westerse) inlichtingendiensten moeilijker grip op hebben.

Het is deze vorm van jihad die veel westerse terrorismebestrijders beroert. Sinds 2004 kregen verschillende westerse steden, waaronder Madrid, Londen, Toronto en Hamburg te maken met aanslagen. Veel van deze terreur was voorbereid en uitgevoerd door islamitische westerlingen.

Het was voor de Verenigde Staten een schok toen in 2009 bleek dat ook zij te maken hadden met dit fenomeen. Jonge Amerikanen van Somalische afkomst bleken naar Somalië af te reizen voor zelfmoordacties. Tot dan toe leefde het idee dat „zelfradicalisering” enkel een Europees fenomeen was. De gedachte was dat Amerikaanse moslims goed geïntegreerd waren.

Schade

Buiten kijf staat dat de aanslagen van 9/11 de Verenigde Staten een enorme klap hebben toegebracht. De invasies in Afghanistan en Irak hebben aan zeker 6000 Amerikaanse militairen het leven gekost. Volgens cijfers van de Brown University in de VS zijn er daarbij zeker 137.000 burgers omgekomen in Afghanistan, Irak en Pakistan.

Veel sympathie in de Arabische wereld hebben de oorlogen de Verenigde Staten niet opgeleverd. Recent onderzoek van het Amerikaanse Pew Research Center wees uit dat de moslimwereld en het Westen elkaar nog altijd als fanatiek en gewelddadig beschouwen. Westerlingen zijn volgens veel moslims immoreel en hebzuchtig en houden bovendien de moslimwereld bewust achtergesteld en arm.

In een dergelijk denkraam lijkt er nog altijd ruimte voor de ideologie van al-Qaida. Tijdens een bezoek aan Afghanistan liet Leon Panetta, de oud-directeur van de CIA, kortgeleden weten dat een „strategische overwinning” op al-Qaida binnen bereik lag. Een mentale overwinning is echter nog iets anders.

Aan de inspanningen tegen het terrorisme kan het ondertussen niet liggen. Alleen in de Verenigde Staten zijn volgens een telling van de The Washington Post al 1200 overheidsinstellingen en 2000 particuliere instellingen bezig met programma’s op het gebied van terrorismebestrijding. Geen zichzelf respecterende universiteit in Europa ontbeert tegenwoordig bovendien een terrorisme-expert of -afdeling. Feit is dat al-Qaida gevoelige koppen is kwijtraakt. Naast de held Hercules die de koppen erafhakt, is er echter ook een neef Iolaos nodig die de nekken dichtschroeit. Of de Arabische Lente die neef is?

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer