Buitenland

Hadzic: laatste voortvluchtige van tribunaal

BELGRADO/DEN HAAG (ANP) – Met Goran Hadzic krijgt het Joegoslavië-Tribunaal eindelijk de beschikking over de laatste voortvluchtige die nog op het wensenlijstje van de aanklagers stond. Hadzic was in de jaren ‘90 de politieke leider van de Servische entiteit in Kroatië en werd gezocht wegens misdaden tegen de menselijkheid, gepleegd in de regio Oost-Slavonië.

20 July 2011 12:05Gewijzigd op 14 November 2020 15:53
Hadzic. Foto Wikimedia.
Hadzic. Foto Wikimedia.

De tenlastelegging tegen Hadzic rept over misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden, zoals moord, uitroeiing, etnische vervolging, deportatie en plundering. Voordat Hadzic president werd, was hij in 1991 voorzitter van de gemeenteraad van Vukovar, vicevoorzitter van de radicale Servische partij SDS in Oost-Slavonie in Kroatië en premier van die regio.

Hadzic is ook enige tijd president van de Kroatische Serviërs geweest, van februari 1992 tot 1993. Zijn voorganger, Milan Babic, werd tot dertien jaar cel veroordeeld door het VN-hof in Den Haag.

De in september 1958 in Vinkovci geboren Hadzic is volgens de veertien punten tellende aanklacht van het Joegoslavië-Tribunaal betrokken geweest bij de planning en uitvoering van tal van moordpartijen, zoals de dood van meer dan 260 patiënten van het ziekenhuis van Vukovar in november 1991. De stad op de grens met Servië werd vrijwel volledig in puin geschoten. Duizenden mensen sloegen op de vlucht voor het geweld.

Voor het uitbreken van de oorlog in het toenmalige Joegoslavië werkte Hadzic in een warenhuis. Hij werd politiek actief als lid van de Communistische partij. Eind jaren tachtig maakte hij carrière in de Servische Democratische Partij in Kroatië. In de oorlog ontpopte hij zich tot een radicale leider.

Na de oorlog leefde Hadzic jarenlang openlijk in de Noord-Servische stad Novi Sad. Op 13 juli 2004, de dag waarop het tribunaal de aanklacht naar Belgrado verstuurde, werd Hadzic niet gearresteerd, maar dook hij onder. Hij werd getipt door radicale elementen binnen het Servische veiligheidsapparaat.

Hadzic is in Servië niet alleen berucht door zijn oorlogsverleden. Hij werd ook verdacht van betrokkenheid bij zware criminaliteit na de oorlog. Zo zou hij zaken hebben gedaan met Zeljko ‘Arkan’ Raznatovic, een beruchte crimineel die in de oorlog in het voormalige Joegoslavië leiding gaf aan een paramilitaire Servische eenheid die op grote schaal moordde en verkrachtte in Bosnië.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer