In gesprek over zending bedrijven in Amsterdam
Beiden proberen het Woord van God bij mensen te brengen in de hoofdstad van Nederland. De één als gemeentestichter, de ander als evangelist. Over het wat, het verlangen om mensen tot Christus te leiden, zijn ze het eens. Over het hoe, de manier waarop, niet altijd.
Een mooie stad met prettige mensen. Multicultureel, seculier, individualistisch en ondanks dat het de grootste stad is van Nederland, toch klein. Dat typeert de hoofdstad van Nederland, aldus Siebrand Wierda, christelijk gereformeerd predikant in Amsterdam. „Er wonen hier bijna geen christenen.”
In Amsterdam gaat slechts 3 procent van de bevolking regelmatig naar de kerk. De helft van deze groep is van niet-westerse komaf. Johan Krijgsman, evangelist namens het deputaatschap voor evangelisatie van de Gereformeerde Gemeenten: „Dat betekent dat 97 procent min of meer onbekend is met de Boodschap van de Bijbel. Dat is aangrijpend.”
De evangelist, die net als Wierda tien jaar werkzaam is in de hoofdstad, is de bevolking gaan waarderen. „Ik ben van de stad en de mensen gaan houden. Dat moet ook wel, anders kun je hier je werk niet doen. Echte Amsterdammers zijn recht voor z’n raap. Als je ze kent, doen ze alles voor je.”
Wierda raakte tijdens zijn studie in Groningen geïnteresseerd in de stad. Het raakte hem dat de kerk daar nog slechts een rol in de marge speelde. De predikant kijkt positief tegen de hoofdstad aan. „Ondanks dat er duistere kanten zijn, ben ik van de stad gaan houden.”
Aanvankelijk was Wierda predikant van de Amstelgemeente, voortgekomen uit de vroegere christelijke gereformeerde kerk in Amsterdam. „We hebben een doorstart gemaakt. Nu bestaat de gemeente voor 90 procent uit nieuwe, voornamelijk jonge mensen. Ze komen van buiten de kerk of hebben een zeer uiteenlopende kerkelijke achtergrond.”
De predikant was echter beroepen met de opdracht om ook te werken aan het stichten van een nieuwe gemeente. „Daar is in 2007 Via Nova uit voortgekomen. Deze gemeente zoekt naar nieuwe mogelijkheden om Amsterdammers met het Evangelie te verbinden. Er zijn inmiddels zo’n honderd mensen bij betrokken. Een deel bezoekt de zondagse samenkomsten. Anderen bezoeken alleen de oriëntatiecursussen christelijk geloof.”
Naast zijn werk voor Via Nova is Wierda sinds vorig jaar werkzaam als ”katalysator voor verdere missionaire gemeentevorming”. „Ik houd van pionieren. De komende vijf jaar hoop ik bij te dragen aan het stichten van zeker tien nieuwe gemeenten. Op grond van eerdere ervaringen heb ik goede hoop dat dat lukt. Kijk naar het partnerschap ”Amsterdam in beweging voor Jezus Christus”. Dat bestaat nu uit zeventien gemeenten. De helft is in het afgelopen decennium gesticht.”
Het seculiere karakter van de stad maakt het tot een „uitdaging” om blijvende contacten te leggen met de bewoners, zegt Wierda: „De cultuur van een gemiddelde Amsterdammer is totaal anders dan die van een doorsnee kerkganger.”
Het zoeken van aansluiting bij mensen begint al met een gesprekje op straat, aldus Krijgsman. De toon is dan van groot belang. „Het werkt niet als je zegt „van de kerk” te zijn. Dat dreigt een zwaarbeladen term te worden. Vooral de laatste tijd krijg je dan reacties op de misbruikschandalen in de Roomse Kerk. Dat is ongunstig. Mensen vertrouwen je dan niet.”
Krijgsman werkt vanuit een Bijbelcentrum met een ruimte voor ontmoeting, zondagse samenkomsten, een maaltijdproject en andere activiteiten. ”Bij Simon de Looier” is gevestigd in de Jordaan, in hartje centrum. „Ik zeg vaak dat ik van het Bijbelcentrum ben. Daarmee heb je gelijk verbinding met het Woord. Dan heb je of aansluiting, of men loopt weg.”
Bij een kerk hoort wat Wierda betreft niet per se een gebouw. „De term ”kerk” is beladen en voor velen niet meer van deze tijd. Het is de laatste optie om je heil te zoeken, wordt gezegd. Als je het gemeente of gemeenschap noemt, klinkt het al toegankelijker. Dan gaat het om een groep die zich aan elkaar verbindt, waarin God een plaats heeft.”
Voldoen gevestigde gemeenten niet meer?
Wierda: „God werkt ook daar. Ik hoop dat ook in gevestigde kerken veel mensen toetreden. Maar naast groei moet er ook vermenigvuldiging zijn. Dat is een Bijbelse opdracht, dat zie je ook in Handelingen. Er worden zendelingen uitgezonden, er komen nieuwe gelovigen en met hen worden nieuwe gemeenschappen gesticht. Ook al zouden alle gevestigde gemeenten in Amsterdam enorm groeien, dan nog zijn er honderdduizenden Amsterdammers die nooit een positief getuigenis over de Heere Jezus horen.”
Het stichten van nieuwe gemeenten is ook goed voor bestaande kerken, aldus Wierda. „Nieuwe gemeenten zijn heel creatief in het zoeken naar aansluiting bij mensen. Wat is hun taal, wat houdt hen bezig, waar vind ik aansluiting met het Evangelie? Bestaande gemeenten kunnen veel leren van dergelijke broedplaatsen.”
Anders dan bij Wierda is het niet de taak van Krijgsman om een gemeente te stichten. „Als je zegt dat wij een kerk gaan planten, kan dat activistisch overkomen. Toch zijn er overeenkomsten. Beiden proberen we mensen met het Evangelie te bereiken. Dat kan via mensen met wie je al contact hebt. Naast de activiteiten binnen doe ik ook veel straatwerk, verspreid folders en probeer in gesprek te komen.”
De Amsterdamse evangelist zegt dat het mogelijk is dat de evangelisatiepost aan de Looiersgracht ooit weer ambten gaat kennen. Dan zou het een zelfstandige gemeente kunnen worden. „Of dat ervan komt? Dat ligt in de hand van de Heere. Mijn doel is om afgedwaalde schapen te bereiken, of mensen die niets van het Evangelie af weten. Mocht er een gemeente ontstaan, dan ga ik terug naar de deputaten en is het mogelijk dat ik een andere plaats krijg.”
Krijgsman noemt het opvallend dat er de laatste decennia veel kerkplantingsinitiatieven ontstaan. „Zijn het misschien de onbetaalde rekeningen van de kerk?” Dat menig initiatief slaagt, schrijft hij vooral toe aan het aansluiten bij de moderne cultuur bij de invulling van de samenkomsten en andere activiteiten. „Dat heeft het gevaar dat je je eigen identiteit kunt verliezen. Bij alle positieve dingen zijn er zaken waar ik zorgen over heb. Van harte hoop ik dat we elkaar verstaan als het gaat over de zondestaat van de mens en de noodzaak van wedergeboorte.”
Wierda: „Dat is inderdaad van belang, maar de zorg over het verliezen van de eigen identiteit begrijp ik niet. Ik zie een grote variëteit van manieren van kerk-zijn. Dat kan binnen de kerkelijke structuren. De Christelijke Gereformeerde Kerken hebben aangevoeld dat de traditionele manier van inrichten van de kerk niet werkt in een zendingscontext. Daarom is er ruimte om te experimenteren. Maar ook in nieuw gestichte gemeenten heeft Christus een centrale plaats, staat het gezag van de Bijbel buiten kijf en is er aandacht voor persoonlijk geloof en liefde tot elkaar.”
Krijgsman: „We moeten ons voortdurend afvragen: spreken we op alle manieren het Woord na. Separerend. Het lijkt me van belang een evenwichtige boodschap van zonde en genade te brengen, zonder populair te worden. Activiteiten om mensen binnen te halen, moeten niet de boventoon voeren.”
Het willen overbrengen van eerbied voor de Heere en Zijn dienst ziet Krijgsman als een van de redenen om in de samenkomsten waarin hij voorgaat, niet al te veel te wijzigen. „Bovendien word je als evangelisatiepost dan ook geen vreemde eend in de bijt. Daardoor blijft het draagvlak in de kerk aanwezig. Dat is van belang, want evangelisatie is een Bijbelse opdracht vanuit het zendingsbevel.”
Zou u bepaalde dingen anders willen?
Krijgsman: „Als ik het niet met het beleid van het deputaatschap eens zou zijn, krijg je een onwerkbare situatie. Het deputaatschap blijft voortdurend overdenken hoe we een brug slaan naar de onkerkelijke medemens. Daarbij blijft van belang dat we de boodschap van zonde en genade onverkort brengen, maar ook dat net als bij Pinksteren gezegd kan worden dat de Boodschap voor ieder te begrijpen is. Dat houdt onder meer in dat ik het Woord probeer uit te leggen in begrijpelijk Nederlands.”
Wierda: „Ik heb die angst om draagvlak te verliezen niet. Mijn taak is om hier nieuwe gemeenten te stichten.”
Ook u hebt een kerkverband achter u staan.
Wierda: „Zeker. Daar hoor ik ook van harte bij. Ik leg verantwoording af aan de kerkenraad van mijn gemeente.”
Maar het gaat er in uw gemeente soms anders aan toe dan in een doorsnee christelijke gereformeerde kerk.
Wierda: „Op steeds meer manieren proberen gemeenten mensen met Christus in contact te brengen. Je ziet dat gebeuren in het hele kerkverband en daarbuiten. Als je in de Amstelgemeente of Via Nova komt, zie je niet meteen dat het om een christelijke gereformeerde kerk gaat. Maar aan hen die lid willen worden, leggen we uit wat dat inhoudt.”
Is de manier waarop Krijgsman zijn werk doet, voor u te benauwend?
„Ik heb hem leren kennen als een trouw, geduldig, maar duidelijk iemand, die het Woord bij mensen wil brengen. Ik hoop van harte dat God zijn werk zegent. Ik heb respect voor zijn positie. Ik ben geroepen in een andere rol dan hij. En in die rol voel ik me erg thuis.”
Dat de traditionele invulling van kerkdiensten drempelverhogend kan werken, signaleert ook Krijgsman. „Daarentegen roept ook dat positieve reacties op. Ik heb een aantal vaste bezoekers van de samenkomsten eens meegenomen naar de doopdienst van een van onze kleinkinderen. Ze waren diep onder de indruk van de eerbiedige gang van zaken.”
Desalniettemin zoekt de evangelist voortdurend naar nieuwe manieren om mensen met het Woord bekend te maken. „Het maaltijdproject is daarvan een voorbeeld, mensen zoeken contact en warmte. We hopen dat dat een middel is dat ze ook aan andere activiteiten gaan deelnemen.”
Iedere zondag zijn er twee samenkomsten aan de Looiersgracht. Krijgsman: „We hebben gelukkig een vrij constant aantal bezoekers. Het zijn mensen van diverse komaf, waaronder verschillenden die niet eerder in de kerk kwamen. We merken dat jongeren positief in de samenkomsten staan. Ze zetten zich op een natuurlijke manier in voor het evangelisatiewerk. Dat mag best eens gezegd worden. Er zijn ook jonge stellen die bewust in de stad gaan wonen.”
Als er vanuit de gevestigde kerken kritiek is op de werkwijze van pionierskerken, heeft Wierda daar moeite mee. „Ik vind het vreemd, het doet me ook zeer. Mijn wedervraag zou zijn: wat doet u dan met de zendingsopdracht? Wij zitten hier te pionieren, dat is een kwetsbaar gebeuren. We hebben juist gebed en meedragende schouders nodig.”
Krijgsman: „Evangelisatie is een opdracht van de Koning van de kerk. Geloven we nog dat al die miljoenen onbekeerden naar de hel gaan? Dat moet ons aan het hart gaan, we moeten ons in hen verdiepen. Het is voor iedere kerkganger goed om de nood van de samenleving te kennen. Daardoor wordt je blik genormeerd, gerelativeerd en geactualiseerd. We moeten mensen bekendmaken dat ze het belangrijkste missen. Laten we het Woord doorgeven. Dan mogen we weten dat het Woord nooit ledig zal wederkeren.”
Dit is het slot van een serie artikelen over kerkplantingsprojecten.
Werkers in Amsterdam
Dr. S. J. Wierda is predikant van de christelijke gereformeerde kerk in Amsterdam. Deze kerk bestaat nu uit twee gemeenten: de Amstelgemeente, die sinds 2001 een ”herplant” onderging, en Via Nova, gesticht in 2007.
De gemeenten komen samen in voor dat doel gehuurde kerkgebouwen: de Amstelgemeente in de Amstelkerk, Via Nova in de Vondelkerk. Voor doordeweekse bijeenkomsten huurt de kerk een kantoorpand.
Naast zijn voorgangerschap bij Via Nova is ds. Wierda sinds 2010 ”katalysator voor verdere missionaire gemeenschapsvorming”. Vanuit die rol stimuleert hij nieuwe gemeentestichtingsprojecten.
Evangelist J. Krijgsman werkt in Amsterdam namens het deputaatschap evangelisatie van de Gereformeerde Gemeenten. Zijn werkplek, Bijbelcentrum ”Bij Simon de Looier”, bevindt zich in het hartje van de Jordaan.
De evangelisatiepost is doordeweeks een winkel waar Bijbels en andere christelijke boeken te koop zijn. Er is gelegenheid voor ontmoeting en er worden activiteiten georganiseerd, zoals een maaltijdproject. Iedere zondag zijn er twee samenkomsten in het kerkgebouw achter de Bijbelwinkel.