Kerk & religie

Bijbelstudie bij International Christian Fellowship Rotterdam

ROTTERDAM – De Carnissebuurt in Rotterdam-Charlois is een woonwijk uit de naoorlogse jaren, met veel coffeeshops en erowinkels. De volkswijk laat iets zien van het sterfbed van de christelijke cultuur. Men kan hier, zo lijkt het, heel goed leven bij brood alleen.

Jan van ’t Hul
14 June 2011 10:48Gewijzigd op 14 November 2020 15:24
De Rotterdamse homegroup behoort tot ICF Rotterdam. Deze Engelssprekende wijkgemeente functioneert als een zelfstandige gemeente binnen de Christelijke Gereformeerde Kerken. Foto Roel Dijkstra
De Rotterdamse homegroup behoort tot ICF Rotterdam. Deze Engelssprekende wijkgemeente functioneert als een zelfstandige gemeente binnen de Christelijke Gereformeerde Kerken. Foto Roel Dijkstra

Woensdagavond, 19.30 uur. In een portiekwoning aan de Eksterstraat gaat de Bijbel open, bij Handelingen 10: het gezicht van Petrus op het dak bij Simon de lederbereider, in de stad Joppe.

De homegroup (huisgroep) behoort tot de International Christian Fellowship (ICF) te Rotterdam. ICF werd in 2000 opgericht, als wijkgemeente van de christelijke gereformeerde kerk te Rotterdam-Charlois. Deze Engelssprekende wijkgemeente is sinds 2002 een zelfstandige gemeente binnen de Christelijke Gereformeerde Kerken.

Tweemaal per maand komt de homegroup bij elkaar. De groep is bedoeld als „een plek waar mensen van alle landen één zijn door geloof, een thuis en toevlucht vinden, familie en perspectief.” Vanavond zijn zeven mensen aanwezig. Enkele vaste bezoekers, afkomstig uit Angola, Burundi en Bulgarije, blijken verhinderd. Dorieke bidt. Ze vraagt of er vrede mag zijn, of de goede woorden gevonden mogen worden en of God aanwezig wil zijn. „Waar twee of drie bij elkaar zijn, wilt U toch in het midden zijn.”

Omdat niet iedereen elkaar kent, is er een uitvoerige kennismakingsronde. Dorieke, Margreet, Jan, Tabitha en Lieneke komen uit Nederland. Hassan komt uit Libanon en David uit Guatemala.

Hassan vertelt hoe hij, toen hij nog in Libanon was, christen werd. „Toen ik het aan mijn ouders vertelde, kwam er geen antwoord. De moslimgemeenschap in Libanon negeerde mij. Maar de moslims in Nederland doen dat net zo goed. Bij deze huisgroep heb ik een nieuwe familie gevonden.”

Is een huisgroep een manier om kerkelijk te overleven in een cultuur waarin de kerk de grote afwezige is geworden? Lieneke: „Een huisgroep wil geen alternatief zijn voor de kerk, maar je merkt wel dat een huiskamer toegankelijker is voor veel mensen dan een kerk.”

Jan Kieviet, lid van de kerkenraad van de christelijke gereformeerde kerk in Rotterdam-Charlois, leidt de Bijbelstudie. „Petrus moest leren dat het Evangelie ook aan de heidenen verkondigd moet worden. Dat visioen op het dak in Joppe was voor hem een breakingpoint. Petrus moest zijn wereldbeeld veranderen – dat moeten wij soms ook.”

David uit Guatemala reageert: „Wij willen altijd onze status-quo behouden, maar als je God wilt dienen, moet je die volgens mij juist loslaten.” Hij peinst wat, en zegt dan: „God zegt tegen ons: Breek de gevangenis van je geest maar open. Dat moest Abram ook, toen hij ’s nachts de sterren moest tellen.”

Hassan uit Libanon vertelt over de moeite om als Libanees van moslim christen te worden. „Ik kijk niet terug. Dat heeft geen zin. Als je Jezus aanvaardt in je leven, ga je een kruis dragen, dat wéét je.” Vragend kijkt hij om zich heen: „Toch?”

Jan en Tabitha Kieviet vertrekken op korte termijn naar Senegal, om daar voor de zendingsorganisatie CAMA missionair werk te gaan doen. David vraagt hun: Heb je daar een roeping voor? Jan Kieviet: „Ik heb een tijd gehad dat ik in twee werelden leefde. Toen ik voor Jezus koos, was ik opeens mijn vrienden kwijt, en al mijn zekerheden. Ik ervoer dat God in een visioen tot mij sprak: Kom en dien Mij.”

We gaan naar Senegal, zegt zijn vrouw Tabitha, „want we wilden naar de meest duistere plek, om te helpen waar de nood het grootste is.”

Een van de bezoekers vertelt over zijn strijd tegen de zonde. „Ik ben er zó moe van.” Iemand reageert: „Als het leven moeilijk is, liggen juist onze zwakheden zo aan de oppervlakte. Dat weet de duivel ook heel goed.”

Een ander zegt: „Als huisgroep kennen we elkaars zwakheden en daarom dragen we verantwoordelijkheid voor elkaar.” Jan Kieviet: „Een van de belangrijke teksten in mijn leven is deze: God weet wat voor maaksel wij zijn.”

Dit is het tweede deel in een serie over kerkplantingsprojecten. Donderdag deel 3: Het Open Huis in Haarlem-Schalkwijk.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer