Cultuur & boeken
Zeventiende-eeuwse predikant Oomius maakt gehakt van islam

De 17e-eeuwse predikant Simon Oomius schreef in 1663 hét standaardwerk van zijn dagen over de islam. In bijna duizend pagina’s fileert hij een voor een de leerstellingen van het „Muhammedisdom”, zoals hij de islam noemt.

Jacob Hoekman
30 May 2011 21:38Gewijzigd op 14 November 2020 15:12

Hij doet dat bovendien met een verbazingwekkende grondigheid. Het is dan ook niet voor niets dat het boek van Oomius, die als leerling van Voetius en Hoornbeeck de hoofdstroom van de Nadere Reformatie vertegenwoordigde, lang als standaardwerk heeft gediend.

In dat licht is het goed nieuws dat het boek nu opnieuw is uitgegeven door de Landelijke Stichting ter bevordering van de Staatkundig Gereformeerde beginselen. Maar wie het vuistdikke werk wil aanschaffen, moet wel op een paar dingen bedacht zijn.

Allereerst is de heruitgave een reprint van het originele werk van Oomius uit 1663. Dat betekent dat het hele boek –met uitzondering van de zeer heldere inleiding van de hand van stichtingsvoorzitter P. H. op ’t Hof– in gotische letters is weergegeven. Dit is hét grote manco van het verder prachtig uitgegeven werk. Een heruitgave moet oude boeken beschikbaar maken voor hedendaagse lezers, maar de doelgroep wordt door het handhaven van de oude druk onvermijdelijk erg klein.

Meer inhoudelijk valt onmiddellijk op dat ook Oomius een kind van zijn tijd was: soms gaat het boek meer over Rome dan over de islam. Hij ontwaart diepgaande parallellen en somt niet minder dan acht punten op waarin Mohammed en de paus overeenstemmen, zoals dezelfde periode van opkomst (rond 620) en het feit dat beiden zich zaken toeschrijven die alleen voor Christus gelden.

Per saldo komt Oomius’ analyse er dus op neer dat hij twéé antichristelijke machten ontwaart: de westerse (Rome) en de oosterse (Mohammed). Uiteindelijk is de eerste volgens hem zelfs meer afgodisch dan de tweede.

Wat tegenvalt, is dat Oomius niet veel schrijft over hoe het vanuit christelijk perspectief mogelijk is dat Mohammed zo veel mensen heeft weten te verleiden. Hoe past de islam in Gods plan met Zijn wereld? Wie een boek verwacht met dergelijke visies op de islam, heeft het mis: het werk is veel eerder een weerlegging van wat er vanuit gereformeerd perspectief allemaal niet klopt in de islamitische leer. Daarmee vervulde Oomius een oude wens van zijn leermeester Voetius: een vergelijkende studie publiceren zodat de christelijke waarheid des te meer zou schitteren.

Verder wordt duidelijk dat Oomius in een tijd leefde waarin de tegenstander niet bepaald met fluwelen handschoenen werd aangepakt. Het waren de hoogtijdagen van de elenctiek: de niet-christelijke godsdiensten werden met verve ontmaskerd en in klare taal weerlegd. Dat doet Oomius ook – en hij doet het grondig.

Vanuit die achtergrond spreekt hij soms ongenuanceerd over de islam. Zelfs in eigen oog was Mohammed geen profeet, beweert hij. Daarmee voegt Oomius zich in het koor van theologen van zijn tijd dat Mohammed onder meer afschildert als bedrieger en als een van de meest doortrapte ellendelingen aller tijden.

Als dergelijke taal echter de sluitpost vormt van ons spreken, is het niet verbazingwekkend wanneer moslims weinig bespeuren van de liefde van Christus. Het ”Muhammedisdom” laat zich wat dat betreft beter lezen als een standaardwerk dat de visie op de islam uit de Nadere Reformatie onovertroffen weergeeft, dan als een richtsnoer voor de omgang met moslims vandaag.


Boekgegevens

Het Geopende en Wederleyde Muhammedisdom of Turckdom, Simon Oomius; uitg. Landelijke Stichting ter bevordering van de Staatkundig Gereformeerde beginselen, Wijk en Aalburg, 2010; ISBN 978 90 77530 06 1; 1048 blz.; € 89. Te verkrijgen via 0418-671790 of inhetspoor@kliksafe.nl.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer