Kerk & religie
Levend water voor dorstige Nentsen

VORKUTA – Wakker worden bij -30 graden is niets bijzonders. Tenminste, als je warm aangekleed ligt in een met rendierbont beklede Nentsentent. Alleen de voeten zijn aan de koude kant. „Even buiten lopen en je hebt het weer warm.”

VORKUTA – Een kudde rendieren rond de tsjoems van Nentsen in de omgeving van Vorkuta. Nentsen verkopen vlees en huiden van de dieren om in hun levensonderhoud te voorzien. Foto RD
VORKUTA – Een kudde rendieren rond de tsjoems van Nentsen in de omgeving van Vorkuta. Nentsen verkopen vlees en huiden van de dieren om in hun levensonderhoud te voorzien. Foto RD

Nentsen kennen de gevaren van de kou als geen ander. Het tentdoek van hun tsjoems bestaat uit een laag rendierbont, waarin huiden van wel veertig dieren verwerkt zijn. Daaroverheen komt nog een tweede beschermingslaag. Ook de jassen die de Nentsen buiten dragen, het zijn een soort mantels, en laarzen bestaan voor het overgrote deel uit rendierbont.

Vlak na het opstaan inspecteert voorganger Nicolai Gontsjarov zorgvuldig mijn voeten. „Als je tenen vannacht bevroren zijn, kan het gebeuren dat je dat niet doorhebt. Even buiten lopen en je hebt het weer warm. Het is daar wel koud, maar door te bewegen verbeter je je bloedsomloop.” Dan helpt hij de dubbelgevoerde laarzen van rendierbond aan te trekken. Over de blote voeten. „Je krijgt geen zweetvoeten en hebt het toch warm.”

Buiten klinkt het gebrom van een sneeuwscooter. Honden blaffen wild. De Nentsische herder maakt zich gereed om de rendierkudde dichter bij de tsjoem te brengen. Een halfuur later kondigt een wolk van opstuivende sneeuw in de verte aan dat de rendieren naderen.

Kort daarna klinkt het geruis van honderden rendierhoeven. Het is een geroffel van poten die op de licht meeverende sneeuw terechtkomen. Ietwat schichtig rent de kudde om de kleine nederzetting van de drie nomadenfamilies.

Met een lasso weten enkele vrouwen binnen de kortste keren een aantal rendieren bij de sledes te krijgen. Van dichtbij is goed te zien hoe de dieren geschapen zijn om de barre weersomstandigheden te kunnen doorstaan. Een dikke pelslaag, met daaronder een vetlaag, beschermt ze.

De drie met elkaar optrekkende families hebben samen ongeveer 200 rendieren. Een derde daarvan wordt gebruikt als trekdier, om de sledes van de Nentsen naar een volgende plek te brengen. Een evengroot deel wordt gebruikt voor het fokken van kalveren. En de overblijvende ruim 30 procent is bestemd voor de slacht.

Eenmaal, soms tweemaal per jaar reizen de Nentsen naar de stad om te handelen. Rendierhuiden en -vlees worden verkocht, eten en gebruiksvoorwerpen aangeschaft. „We kopen voedsel voor een heel jaar. Buiten is het in de wintertijd onbeperkt houdbaar. Het is zaak om voor de zomer het eten op te hebben. Dan levert de natuur weer voedsel.”

De komst van het Evangelie bracht een ongekende verandering in het leven van de Nentsen. De wodka verdween en maakte plaats voor levend water. „Bij deze familie werd de allereerste christelijke bruiloft gehouden. Dat was een middel waardoor veel andere mensen met de Bijbel in aanraking kwamen”, zegt Gontsjarov.

Dit is het vierde en laatste deel van een serie. Eerdere afleveringen zijn te vinden in het dossier Nentsen. Het Reformatorisch Dagblad maakte een uitgebreid digitaal magazine over de Nentsen in Siberie. Het magazine Zending in Siberië bevat foto’s, video’s en verhalen.


Het Woord als lesboek

Vroeger kwam hij alleen in de stad om brood te kopen. Nu is hij regelmatig in de kerk van Vorkuta, op zoek naar geestelijk voedsel.

Jakov Simyonovitsj Sobolev kon tot zijn 38e levensjaar geen letter lezen. Zijn kinderen moedigden hem aan om het toch te leren, maar hij durfde niet.

Het was rond dat moment, in 1997, dat voorganger Nicolai Gontsjarov de tsjoem van Sobolev bezocht. Hij liet een Bijbel achter. „Stiekem nam ik het boek mee toen ik met de kudde de toendra op ging. Daar leerde ik mezelf lezen.”

Inmiddels deed het Woord kracht in het gezin. Twee zoons werden gedoopt. Sobolev: „Bij die plechtigheid leerde ik ook het wonder van genade zien.” Toch leefden er nog veel twijfels in zijn hart of God bestond. Een wonderlijke gebeurtenis bracht hem op de knieën.

„Ik raakte, op reis met de sneeuwscooter, verzeild in een hevige storm. De dood was dichtbij. Ik dacht aan Jezus, Die de storm stilde, en bad: Heere, als U nog Dezelfde bent, mag dan deze storm gaan liggen. Er gebeurde een groot wonder. Ik opende mijn ogen en de storm was weg. Ik ging weer op mijn knieën zitten, beleed mijn ongeloof en zei: Heere, U bent God.”


De artikelen in deze serie kwamen tot stand in samenwerking met Stichting Friedensstimme. Deze organisatie ondersteunt zendingswerk in Rusland.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer