Langs kerken, kloosters en begraafplaatsen in Twente
Twente bezit een schat aan religieus erfgoed. In het overwegend landelijke gebied in het oosten van Overijssel bevinden zich talloze kerken, basilieken, bidkapelletjes, landkruizen, synagogen, moskeeën en kloosters. Het project Langs Heilige Huisjes wil het religieus toerisme in dit gebied stimuleren.
Erg kerks is Twente niet. Maar toch, ook al gaat maar 1 procent van de rooms-katholieken ’s zondags naar de mis, de rooms-katholieke godsdienst is alom aanwezig in plaatsen als Oldenzaal, Tubbergen, Ootmarsum en Delden, in de vorm van kerken, kloosters, veldkapellen en landkruizen.
Diepenheim, Markelo, Hellendoorn, Nijverdal, Vriezenveen en Rijssen hebben een overwegend protestantse bevolking. In Rijssen heeft de secularisatie minder toegeslagen dan elders.
Een kenner van de religie in Twente is ds. Frans Wiersma. De emeritus predikant stond tot 2010 in Delden, waar hij voorganger was in de Oude Blasius, de historische protestantse kerk van het stadje. Ds. Wiersma is verbonden aan de Stichting Bedehuizen Overijssel en Flevoland (SBOF) en aan de Stichting Het Monnikenspoor.
Monniken liepen in de middeleeuwen elk jaar vanuit het Duitse klooster Clarholz naar boerderijen in Vollenhove, ten noorden van Zwolle, om daar de landpacht te innen. Van een gedeelte van die route (van Oldenzaal naar Vollenhove) is een toeristische wandelkaart verschenen, die langs allerlei religieus erfgoed voert. Het tweede deel, van Oldenzaal naar Clarholz, is in voorbereiding.
Ds. Wiersma verklaart het gemengde protestants/rooms-katholieke karakter van Twente uit gebeurtenissen in de Tachtigjarige Oorlog. „In 1583 verklaarden ridderschap en steden van Overijssel dat zij in hun gewest uitsluitend de gereformeerde religie zouden toelaten. In 1601 nam de classis Deventer de calvinisering van Twente ter hand. Maar er kwam een kink in de kabel doordat de Spanjaarden Oldenzaal, toen de belangrijkste stad van Twente, in 1605 heroverden. In Oldenzaal en omgeving werd de net gevestigde gereformeerde kerk weer verdrongen. Het gebied tussen Deventer en Oldenzaal bleef betwist gebied tussen protestanten en de rooms-katholieken. Pas in 1626 werd de stad heroverd. Toen was de Contrareformatie in volle gang en velen bleven rooms-katholiek, ook al moesten ze hun bijeenkomsten in het geheim houden.
In de napoleontische tijd kwam er officieel vrijheid van godsdienst. Toen zijn in de roomse steden en dorpen de grootste kerkgebouwen aan de rooms-katholieken toegewezen. De protestanten vonden het vaak niet erg, omdat ze, zoals in Tubbergen, de grote historische gebouwen toch niet goed konden onderhouden.”
Volgens ds. Wiersma gaat de secularisatie in Twente trager dan in het westen van het land. Hij tekent er echter bij aan dat Twentenaren het niet gewend zijn om vaak naar de kerk te gaan. „Ze leven sterk mee met de kerk, maar ze komen er niet vaak. Tot voor kort waren er op het platteland nogal wat driegeneratiegezinnen. De ene generatie ging de ene zondag naar de kerk, de week erop ging de volgende generatie en de derde ging de zondag daarna.”
Ook de feodaliteit heeft invloed gehad, stelt hij. De boeren kozen vaak de godsdienst van hun heer om maar niet ontslagen te worden. Als voorbeeld noemt ds. Wiersma de protestantse adellijke heren van Diepenheim en Delden, waar de bevolking hen volgde in de keus van de godsdienst.
Diep onder de christelijke laag zit volgens ds. Wiersma nog een heidense laag. Het midwinterhoornblazen, dat in Twente rond de kersttijd beoefend wordt, was vanouds bedoeld om boze geesten te verjagen. De emeritus predikant wijst ook op de stiepeltekens, houten versieringen aan de top van de puntgevel van boerderijen. „De stiepeltekens –die overigens weer in de mode komen– bestaan ook veel uit niet-christelijke symbolen, zoals een zonnerad, een levensboom en klimmende beren.”
Het religieus erfgoed van Twente wordt tastbaar door een autotocht van een kleine honderd kilometer, waarbij ds. Wiersma als een deskundige gids tekst en uitleg geeft. De tocht voert van Goor naar Delden, daarvandaan naar Weerselo en via Tubbergen naar Oldenzaal.
Aan de Mossendamsweg in Ambt Delden staat, te midden van de weilanden, sinds 2005 een Mariakapel. Onder het beeld van Maria met Kind staat de tekst: „Maria, moeder van en voor ons allen.” Twee kaarsen, die hier op deze morgen blijkbaar al aangestoken zijn, branden in de houder. Een voorbedenboek, deel VIII, biedt gelegenheid om iets op te schrijven. Het laatste verzoek luidt: „Lieve Moeder Maria, Sta ons bij in goede en slechte tijden. Bescherm ons voor nare dingen. (…).” Ds. Wiersma: „Ik hoor van steeds meer mensen, religieus of niet, dat ze een kaarsje aansteken.”
De Oude Blasius in Delden, de volgende halteplaats, was 26 jaar de standplaats van ds. Wiersma. Het is een oude middeleeuwse kerk waarin de bank van de heren van Twickel, die het hier eeuwenlang voor het zeggen hadden, direct opvalt.
Onopvallend, maar des te indrukwekkender is een plafondschildering van het laatste oordeel. Er is onder anderen een rooms-katholieke bisschop te zien die niet aan het oordeel ontkomt. De kleden eronder, rood en goud, hebben de kleuren van de heren van Twickel, die vroeger ook in de kerk veel te zeggen hadden. Volgens ds. Wiersma is het aan hen te danken dat het kerkgebouw in de napoleontische tijd bewaard bleef voor de protestantse eredienst. Bij de toegang tot het kerkplein ligt een rooster dat vroeger varkens buiten het toenmalige kerkhof moest houden, maar dat, zo wilde de volksmond, ook de duivel met zijn bokkenpoten zou weren.
De Joodse begraafplaats in Delden ligt aan de rand van het bos in volkomen stilte. De laatste Jood die hier begraven werd, was Alex Groenheim, die in 1992 zijn laatste rustplaats kreeg.
Het Stift te Weerselo was vroeger een soort klooster. Het bestaat uit een gaaf bewaard gebouwencomplex dat een middeleeuwse sfeer ademt, wat niet alleen veroorzaakt wordt door de middeleeuwse kerk maar ook door de overgebleven stiftshuizen, de stiftsschuur –die als restaurant in gebruik is– en de achter het complex gelegen stiftsschool. Binnen in de kleine kerk, nu de protestantse dorpskerk van Weerselo, valt een grote doopvont direct op, bijna een meter hoog en met een doorsnee van 80 centimeter. De zware kuip is samen met de voet gehouwen uit één blok Bentheimer zandsteen en dateert waarschijnlijk van voor het jaar 1200.
Van een heel andere orde is de Kroezeboom, een markante vrijstaande eik in het landschap in de buurt van Tubbergen. De zomereik, een van de oudste bomen in Nederland, is in ieder geval 500 jaar en mogelijk 700 jaar oud. Een groot gedeelte van de kern van de boom, die bijeengehouden wordt door ijzeren stangen, is verdwenen. Volgens ds. Wiersma werd de plaats rondom de boom al voor het christendom in deze streek gebruikt om recht te spreken. In de zeventiende eeuw vonden er geheime eucharistievieringen plaats, waarbij de wagen waarmee de priester werd vervoerd als altaar diende. Later vierden de boeren hier hun oogstdankdagen. Nu is er elk jaar in oktober een oecumenische openluchtdienst.
De Sint-Pancratiusbasiliek in Tubbergen heeft 35 gebrandschilderde ramen, vervaardigd door vijf generaties van de familie Nicolas. De eerste ramen werden in 1897 geplaatst in de toen nieuwe kerk, een vervanger van een middeleeuwse kerk. Het laatste raam, dat in 1999 een plaats kreeg, was van de hand van Diego Semprun Nicolas. Het bijzonderst zijn de acht ramen met de afbeelding van de Openbaring aan Johannes, die gemaakt zijn door Joep Nicolas.
Het laatste object is de Plechelmusbasiliek in Oldenzaal, een half romaans, half gotisch middeleeuws bouwwerk, opgetrokken uit Bentheimer zandsteen. Aan de noordkant van de uit de dertiende eeuw daterende basiliek domineren zware muren, kleine vensters en een donkere gang. De zuidzijde is lichter met hoge gotische ramen en sierlijke gewelven. Tussen 1633 en 1810 was de kerk in protestantse handen. Nu is het beeld van Plechelmus, een Ierse missionaris uit de achtste eeuw die het gebied gekerstend en de kerk gesticht heeft, het pronkstuk van de kerk. Het middeleeuwse beeld van goud en zilver staat in een nis opgesteld en trekt veel toeristen. Vroeger was het het middelpunt van processies. Ook buiten staat een beeld van de heilige.
De tocht eindigt bij de de Ol’n Griez’n, de 60 meter hoge toren. Deze lijkt een tegenstelling te vormen met de woorden van ds. Wiersma dat het geloof in Twente vaak zo diep zit dat je „er niet meer bij kunt.”
Heilige huisjes
”Langs heilige huisjes” is een project van het Twents Bureau voor Toerisme in samenwerking met het Gelders Overijssels Bureau voor Toerisme. In het kader ervan verscheen onder andere de roman ”Hellehonden” van Jan en Sanne Terlouw en werd de website langsheiligehuisjes.nl gelanceerd, met verhalen, fiets- en wandelroutes. De brede opzet heeft als voordeel dat allerlei informatie, bijvoorbeeld over kerken in Twente, bij elkaar te zien is. Een enkele muisklik op de site leidt naar kaarten met kerken en naar informatie over de betreffende gebouwen. Jammer dat het evenement ”Tussen hemel en aarde” op zondag 22 mei in Ootmarsum wordt gehouden.
Protestantse minderheid in Twente
Twente is een gebied met een rijk religieus erfgoed, maar de protestanten bleven in de minderheid. Volgens gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek was in 2003 34 procent van de bevolking rooms-katholiek, 21 procent protestants, 5 procent islamitisch, behoorde 5 procent tot ”overige religies” en gaf 34 procent aan geen kerkelijke gezindte te hebben.
Het gebied heeft een rooms-katholieke meerderheid in het oosten, noordoosten en zuiden, een protestantse meerderheid in het westen en noordwesten en diverse plaatsen met een gemengde bevolking.