Kerk & religie
Evangelisten trekken per sneeuwvoertuig Siberische toendra op

VORKUTA – Eenzaam rijdt op de Siberische toendra een wit gevaarte met dikke banden. Het is een ”trekol”, een voertuig dat is ontworpen om de sneeuwvlakte te bedwingen. Aan boord zijn Russische evangelisten. Hun doel: het Woord van God verder brengen.

12 May 2011 11:17Gewijzigd op 14 November 2020 14:56
Een trekol-sneeuwvoertuig bij een tsjoem, een tent op de Siberische toendra. Foto's RD
Een trekol-sneeuwvoertuig bij een tsjoem, een tent op de Siberische toendra. Foto's RD

Net buiten de bewoonde wereld, aan de rand van een schijnbaar eindeloze sneeuwvlakte, stapt Nicolai Gontsjarov even uit de trekol. De voorganger van de niet-geregistreerde baptistengemeente in de stad Vorkuta is al bijna vijftien jaar betrokken bij het zendingswerk onder de Nentsen, een volk dat op de toendra’s woont.

De reis kan pas worden voortgezet nadat Gontsjarov en een helper de zes banden van de trekol bijna leeg hebben laten lopen. „Op de toendra rijden we over mos en bevroren meertjes, waarop een laag sneeuw ligt. Met harde banden zitten we binnen de kortste keren vast.”

Een speciaal voertuig is bij temperaturen van -40 graden Celsius geen overdreven luxe. „Vroeger konden we alleen ’s zomers de toendra op. Nu is dat het hele jaar mogelijk.”

De baptistengemeenten beschikken over drie trekols, voor het grootste deel gefinancierd met Nederlands geld. De stichting Friedensstimme is een van de belangrijkste donateurs.

Comfortabel is het reizen in een trekol overigens allerminst. Vanbinnen is het voertuig in feite een bestelbus, waar zitcomfort van ondergeschikt belang is.

De Nentsen die het dichtst bij Vorkuta leven, wonen zo’n dertig kilometer van de stad verwijderd. Dat betekent vijf uur rijden. Wegen zijn er namelijk niet op de toendra en de gemiddelde snelheid ligt net iets boven een flink wandeltempo.

Tijdens een stop onderweg kunnen de benen worden gestrekt. Een van de evangelisten veegt buiten de auto wat sneeuw opzij. Er komt een bevroren laag mos tevoorschijn. „Dat eten de rendieren van de Nentsen”, vertelt Gontsjarov.

Aan het begin van de avond komt het reisgezelschap aan bij drie tjoems, een soort tenten. Hier wonen evenveel Nentsenfamilies. Stuk voor stuk bestaan ze uit drie generaties. Grootouders, ouders en kinderen leven samen in één tent.

Het mag dan buiten ijskoud zijn, binnen in een van de tsjoems is het behaaglijk warm. Middenin staat de kachel, waarin een houtvuur brandt. Op het vuur wordt eten klaargemaakt. Het menu bestaat uit aardappelen met rendiervlees.

De vrouwen dragen gebloemde jurken in felle kleuren. Zelf genaaid, evenals de overkleding, die bestaat uit rendierhuiden. De mannen dragen veelal ‘westerse’ kleding, al hullen ook zij zich net als de vrouwen buiten de tent in mantels van rendierenbont.

De aanwezige rendierherder gaat, geknield op de grond, voor in gebed. Hij dankt de Heere voor de veilige overkomst van de gasten. Daarna is het etenstijd. Iedereen krijgt een vork, waarmee aardappelen en vlees uit een schaal kunnen worden gevist.

Dit is deel 2 van een vierdelige serie. Andere afleveringen zijn te vinden in het dossier Nentsen. Het Reformatorisch Dagblad maakte een uitgebreid digitaal magazine over de Nentsen in Siberie. Het magazine Zending in Siberië bevat foto’s, video’s en verhalen.


Herdersjongen met vragen

Als jongen vroeg Tolar Laptander (24) zich al af: wie heeft alles gemaakt?

Een bevredigend antwoord kon niemand hem geven. Wel hielp een klasgenootje hem op weg. Die had een Nieuwe Testament gevonden. Daar stond het in, meende hij.

Hoewel de jonge rendierherder ijverig las, raakte hij na het lezen van Mattheüs, Markus en Lukas in de war bij het Johannesevangelie. „Ik begreep niet wat daar stond.” Op zoek naar uitleg belandde hij eerst bij de Russisch-Orthodoxe Kerk en vervolgens bij een pinkstergemeente. Hij kon er zijn draai niet vinden.

„Toen thuis opviel dat ik uit het Nieuwe Testament las, werd ik uitgelachen. Ik vroeg: Heere als U bestaat, wilt U dan een uitlegger sturen? Niet lang daarna kwam broeder Nicolai. Hij onderwees ons.”

Zijn prille geloof werd beproefd. „Er kwamen Russen bij de tsjoem die zeiden: Bidden is voor oude mensen, houd er toch mee op.”

Na enkele jaren werd Tolar gedoopt. Deze zomer hoopt hij te trouwen met een christelijk meisje, ook afkomstig uit een tsjoem. „Ik kan het moeilijk uitdrukken, maar Jezus is voor mij alles geworden. Hij leidt mij en bewaart me.”


De artikelen in deze serie kwamen tot stand in samenwerking met Stichting Friedensstimme. Deze organisatie ondersteunt zendingswerk in Rusland.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer