Roman over de aanslag op Heydrich
In zijn historische roman ”HhhH: Himmlers hersens heten Heydrich” brengt de Franse auteur Laurent Binet in beeldende en kernachtige zinnen hulde aan de daders van de aanslag op Reinhard Heydrich (1904-1942) in Praag.
Tegelijkertijd doet Binet (1972, in 2010 winnaar van de belangrijkste Franse debuutprijs ”Le Prix Goncourt du Premier Roman”) verslag van zijn persoonlijke zoektocht naar wetenswaardigheden over de betrokkenen bij en de omstandigheden voor, tijdens en na deze liquidatie.
In gestileerde geschiedschrijving stelt Binet het leven en de carrière van Heydrich aan de orde. Heydrich wordt in 1932 door nazitopman Himmler aangenomen als hoofd van de Sicherheitsdienst. Hij bouwt de dienst uit tot de gevreesde rijksveiligheidsdienst en introduceert in de oostelijke bezette gebieden „zijn meest duivelse schepping”: de Einsatzgruppen. Als de rechterhand, maar eigenlijk als het brein van Himmler, wordt hij later „de grote planningsdeskundige van de Holocaust”, belast met maatregelen van organisatorische, praktische en materiële aard ter uitvoering van de systematische vernietiging van Gods uitverkoren volk.
Adolf Eichmann (1906-1962), wiens gerechtelijke proces vijftig jaar geleden in Jeruzalem begon, fungeert als Heydrichs logistieke uitvoerder. Heydrichs verdienstelijkheid voor het Derde Rijk valt Hitler op en hij wordt gepromoveerd tot plaatsvervangend Reichsprotektor van het zogeheten Duits protectoraat Bohemen en Moravië. Daar brengt hij zijn plannen ten uitvoer om de daar aanwezige 88.000 Joden via „de wachtkamer van de dood” (het doorgangskamp Theresienstadt) naar de vernietigingskampen te deporteren.
Het verhaal over ”Het blonde beest”, zoals de niets verhullende bijnaam van Heydrich luidde, wordt met regelmaat onderbroken door belevenissen van Binets helden Jozef Gabcik en Jan Kubis. De Slowaak en de Moraviër ontvluchten na de Duitse inval hun land, wijken uit naar Engeland en krijgen van de Tsjechische regering in ballingschap de opdracht Heydrich te vermoorden, om hem te laten ‘betalen’ voor de door de Duitsers vermoorde landgenoten. Het gaat om een wraakactie die in het door Binet geschetste beeld los lijkt te staan van de Jodenvervolging.
Rond de jaarwisseling 1941/1942 worden de twee samen met vijf andere boven bezet gebied gedropt. Binet werkt vervolgens toe naar de apotheose: de aanslag op Heydrich op woensdag 27 mei 1942 in de Holesovicestraat te Praag.
De lezer wordt vanaf de eerste pagina meegezogen in de fascinatie van de auteur voor de voornaamste plegers van deze liquidatie: Gabcik en Kubis. Hij gidst de lezer letterlijk naar de plaats delict Praag en neemt de lezer mee in zijn zoektocht naar informatie over deze gebeurtenis.
In een lang hoofdstuk –onduidelijk blijft waarom hier een tweede en laatste deel van de roman begint– beschrijft Binet meesterlijk de daadwerkelijke aanslag die uiteindelijk leidde tot Heydrichs dood. Zelfkritiek is de schrijver niet vreemd. Hij concludeert dat ”Operatie Anthropoid” –de naam voor de actie om Heydrich te liquideren– eigenlijk als titel op de kaft van zijn roman zou moeten prijken. Terecht, het boek is geen klassieke roman over het leven van Heydrich, zoals de titel nu doet vermoeden.
De schrijver vereenzelvigt zich sterk met Gabcik en Kubis wanneer zij en de andere medeplegers zich in de periode na de aanslag schuilhouden in de Sint-Karel Borromeüskerk. Zij verschansen zich in de crypte onder de kerk. Als hun schuilplaats hun doodskist dreigt te worden, slaan ze de hand aan zichzelf.
Behalve vereenzelviging proeft de lezer een lichte verontschuldiging, omdat Binet nauwelijks informatie over deze ‘onderduikperiode’ heeft, hij „een slaaf is van zijn gewetensbezwaren” en derhalve deze leemte niet in wil vullen.
De debutant vult andere lacunes, veroorzaakt door het ontbreken van historische gegevens, wel op met de verbeelding van het schrijverschap. Maar deze romantische invulling gaat steevast vergezeld met een „ik vroeg me aanvankelijk af”, „ik stel me voor” en zo meer, waardoor fictie en werkelijke geschiedenis gescheiden blijven.
Deze aanpak, gecombineerd met de verslaglegging van Binets naspeuringen, maakt dat deze publicatie een verrijking is na de bestaande boeken, documentaires en films over de aanslag op Heydrich. De historicus zal moeten beoordelen of Binet zijn zelfopgelegde toets der kritiek heeft doorstaan. Hij vraagt zich namelijk af of hij „de transparante spiegel van de historische werkelijkheid” doorzichtig heeft gelaten. Binet, die in Praag heeft gewoond, lijkt soms door te slaan in het etaleren van historische achtergrondinformatie, zoals bij zijn uitvoerige beschrijving van de Sudetencrisis in de jaren dertig, wat een bedreiging vormt voor de lijn van het verhaal.
De Fransman herpakt zich echter meesterlijk. Het boek is een aanrader voor wie in deze dagen van herdenking van de Tweede Wereldoorlog meer wil weten over de aanslag op Heydrich. Bovendien is het een literaire schepping waarbij de lezer deelgenoot wordt van de innerlijke worsteling van de auteur bij het schrijven van een roman.
Tweejarig slachtoffer van Heydrich
Om de betekenis van Heydrich een Nederlandse dimensie te geven en om de uitwerking van Heydrichs beleid op ”de oplossing van het Joodse vraagstuk” te laten spreken, heb ik informatie gezocht over het lot van het Dordtse Jodinnetje Milkah. Binets drang tot naspeuring en obsessie voor detail –welke kleur had Heydrichs Mercedes– werken aanstekelijk na het lezen van zijn boek. Volgens de auteur is Heydrich de hoofdverantwoordelijk voor de Endlösung; bijgevolg voor de vernietiging van de ruim 100.000 Nederlandse Joden, onder wie Milkah, het dochtertje van de laatste Dordtse rabbijn Barend Josua Katan (1905-1943). Oorlogshistoricus De Jong noteert in zijn standaardwerk over Heydrichs verantwoordelijkheid, dat hij zo’n twee weken voor de aanslag ons land bezocht en dat rijkscommissaris Seyss-Inquart na de oorlog heeft verklaard dat dit bezoek heeft plaatsgehad inzake de ”evacuatie” van de Joden uit bezet Nederland. De onbeantwoorde vraag –ondanks naspeuringen– hoe Milkah eruit heeft gezien, wordt een haast vergelijkbaar brandend vraagstuk als dat Binet bezighield met betrekking tot de kleur van de Mercedes. Binet zou Milkah nog hebben kunnen omschrijven met woorden: „Heel lief, heel donker haar, bemind door haar ouders, woonachtig aan de Levensverzekeringenstraat nabij de Dordtse Rozenhof en de spoorlijn.” Vanzelfsprekend ingeleid met zijn karakteristieke uitdrukking „ik stel me haar voor”, aangezien alleen haar woonomgeving bekend is en de overige zaken slechts verbeelding kunnen zijn.
De debutant zou wellicht deze zinsnede laten volgen met een dagboekpassage van haar vader. Want rabbijn Katan legt ook op 6 mei 1940, de geboortedag van zijn dochter Milkah, zijn werkzaamheden vast in zijn journaal. Tijdens de bijeenkomst in de synagoge (aangeduid met sjoel) waren tien personen aanwezig. In tegenstelling tot andere dagen had de rabbijn het heel rustig op deze heugelijke dag.
Het is géén verbeelding, maar rauwe werkelijkheid dat Milkah is vergast in Auschwitz op 23 november 1942. Milkah Katan is daarmee geworden tot een tweejarig slachtoffer van de dan inmiddels omgekomen architect van die Endlösung der Judenfrage: Heydrich.
HhhH: Himmlers hersens heten Heydrich, Laurent Binet; uitg. J. Meulenhoff, Amsterdam, 2011; ISBN 978 90 290 8685 1; 347 blz.; € 19,95.
De geraadpleegde informatie over Milkah Katan is te vinden op www.joodsmonument.nl .