Binnenland

Kostbaar kleinood aan de dijk

SLIEDRECHT – „Een kostbaar kleinood” noemt de Jood Pim Wolff de enige dijksynagoge van Nederland in Sliedrecht. „Een verademing om hier te komen bidden.”

14 April 2011 08:16Gewijzigd op 14 November 2020 14:32
SLIEDRECHT – Na een dijkverzwaring kwam de synagoge aan de Rivierdijk in Sliedrecht op een aparte terp te staan. Foto RD, Henk Visscher
SLIEDRECHT – Na een dijkverzwaring kwam de synagoge aan de Rivierdijk in Sliedrecht op een aparte terp te staan. Foto RD, Henk Visscher

„Het eerste gebouw aan je rechterhand als je vanaf de A15 komt.” De routebeschrijving van vrijwilligster Greet Zijlstra klopt als een bus. Wie vanaf de snelweg richting Sliedrecht-Oost rijdt, ziet rechts eerst een enorme elektriciteitsmast en daarna de kleine synagoge. Net Klein Duimpje en de grote reus.

Het is niet voor niets dat de synagoge helemaal aan de oostelijke kant van Sliedrecht staat. Zijlstra: „Joden uit Sliedrecht, Giessendam en Hardinxveld zochten een plaats voor hun gebedshuis, maar mochten op de sabbat volgens de Thorawetten niet meer dan anderhalve kilometer vanaf hun huis lopen. Als de synagoge midden in Sliedrecht zou komen, konden de geloofsgenoten uit Hardinxveld er niet heen op de sabbat.”

De Joden ontvluchten aan het einde van de 18e eeuw het toenemende antisemitisme in Duitsland en de Oost-Europese landen. „Asjkenazische Joden”, vertelt vrijwilliger Pim Wolff. „Ze kwamen hier arm en berooid op het platteland wonen. De meesten werden slager of marskramer.”

Door de handelsgeest van de Joden neemt de welvaart toe. Een groepje van zo’n vijftig Joden komt al snel bij elkaar in een wolspinnerij. Die koopt de gemeente Sliedrecht in 1844 om er een school in te starten. De Joodse gemeenschap schaft dan voor 250 gulden een stuk grond aan langs de Kaai van Sliedrecht. Voor 2896 gulden verrijst er een synagoge.

Het wordt een echt oer-Hollands dijkhuis. Het bovenhuis is de gebedsruimte die vanaf de dijk toegankelijk is. In het onderhuis woont de chazan, de voorzanger. Hij moet de dijk afdalen om in zijn huis te komen.

Steeds meer Joden vertrekken naar de grote steden. Wolff: „Daar viel meer te verdienen.” In 1921 zijn er geen tien orthodoxe Joden meer beschikbaar om uit de Thora te lezen. En tien is daarvoor het minimale aantal, een zogeheten minjan.

Twee arme families trekken in het onderhuis. Daarvoor moeten zij de synagoge onderhouden en 1 gulden huur per maand betalen aan textielhandelaar Siem den Hartog. „Aan Den Hartog kun je zien dat Joden geen inburgeringscursus nodig hadden”, zegt Zijlstra. „Hij was volledig geïntegreerd in de Sliedrechter maatschappij. Hij was voorzitter van de ondernemingsraad, raadslid, voorzitter van de voetbalvereniging en startte ook de ziekenzorg in Sliedrecht. Joden zien het als een opdracht van God om actief de aarde te beheren en onderhouden.”

In de Tweede Wereldoorlog worden de laatste Joodse families uit Sliedrecht weggevoerd. Alleen Ro den Hartog, de dochter van Siem overleeft de oorlog omdat ze in het ziekenhuis lag toen de Duitsers haar familie kwamen halen. Ze zet de textielwinkel van haar vader voort. Later emigreert ze naar Israël.

De synagoge ziet er ondanks de inkwartiering van drie Duitsers nog redelijk uit. De nieuwe eigenaar, een zakkennaaier, haalt echter het hele interieur leeg, waaronder veel koperwerk. In 1947 koopt groentenhandelaar De Bok uit Werkendam de sjoel. Wolff: „Die heeft de halve gevel gesloopt omdat zijn paard en wagen binnen moesten staan.” De volgende eigenaar is een timmerman. Aan het eind van de jaren tachtig wil het hoogheemraadschap de dijk verzwaren. Alle dijkhuizen worden opgekocht en gesloopt. De timmerman houdt zijn poot stijf. „Dat is de redding van de synagoge geworden”, aldus Zijlstra.

De Gorinchemse Joden Ruth en Abel de Jong fietsen in 1994 langs het pand en ontdekken een davidsster in een van de ramen. Ze starten een actie om het gebouw van de slopershamer te redden. Met succes.

In 1998 wordt het gebouw in elf grote stukken gezaagd. Het moet worden verplaatst in verband met de dijkverzwaring. In 2002 verrijst de synagoge weer op een aparte terp aan de Rivierdijk. Sindsdien zijn er ook weer af en toe diensten.

Wolff, zelf een liberale Jood: „Er komen dan orthodoxe Joden uit de wijde omgeving van Breda tot Amsterdam om hier de sabbat te vieren. Als ze geen tiende man voor de minjan kunnen vinden, ben ik dat. Indrukwekkend.”

Dit is het vijfde deel in een serie over synagogen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer