Opnieuw flinke groei voor GGiN
OPHEUSDEN – De Gereformeerde Gemeenten in Nederland (GGiN) zijn in het jaar 2010 opnieuw flink gegroeid, dit keer met 638 leden en doopleden. Dat blijkt uit het woensdag verschenen Kerkelijk Jaarboek 2011.
In 2009 groeiden de GGiN met 771 leden, in 2008 met 409 leden. De gemeenten die de grootste groei lieten zien, waren deze maal Rijssen en Veenendaal. Door overkomst van leden van gereformeerde gemeenten in Nederland (buiten verband) werd het ledental in Rijssen meer dan verdubbeld (van 175 naar 377), terwijl Veenendaal groeide van 730 naar 931 leden. Overige gemeenten die groeiden waren onder meer Alblasserdam, Barneveld en Opheusden.
Het kerkverband telt nu 23.786 (doop)leden. Er zijn 49 gemeenten, die gediend worden door zes predikanten. Er zijn op dit moment geen studenten in opleiding voor predikant.
In het kerkelijk jaaroverzicht spreekt ds. J. Roos zijn zorg uit over de uitholling van binnenuit en over de gevolgen van de ontwikkelingen van buitenaf. „Wat een rouwfloers ligt er op de gemeenten. Hoe weinig geestelijk leven wordt er gevonden. Wat een lauwe godsdienst wordt er over het algemeen waargenomen. Wat een vreselijke zonden vinden er ook in ons kerkelijke leven plaats.”
Toch is de situatie van de kerk niet hopeloos, schrijft de predikant uit Barneveld. „Ondanks dat het van onze kant hopeloos is, geldt dit echter niet van Gods kant, omdat Hij getrouw is in het vervullen van Zijn beloften.”
Ds. Roos schrijft verheugd te zijn dat de scheuring uit 1980 „geheeld kon worden.” Het ”hoofdstuk van 1980” is echter nog niet afgesloten. „We willen daarom hier de wens herhalen die we ook al in De Wachter Sions geschreven hebben, namelijk dat de wond die de „spijker van verdeeldheid in 1980” heeft veroorzaakt, voorgoed onschadelijk wordt gemaakt. Zoals we toen opmerkten, gaat niemand wat betreft deze droevige scheuring vrijuit, hetgeen ook de binnenverbandse gemeenten hebben erkend. Laat het daarom ons gebed zijn of de Heere wijze mannen wil verwekken om de restanten van deze schadeveroorzakende spijker weg te nemen. Dan blijven we niet hoofdschuddend bij deze ‘spijker’ stilstaan, of zelfs nog erger, dat we het goed vinden als de spijker op zijn plaats blijft zitten, maar ondernemen met de hulp des Heeren alle pogingen om deze te verwijderen.”
In het jaarboek wordt gemeld dat ds. F. Mallan tijdens zijn leven een testamentaire beschikking had ingesteld over de door hem nagelaten geschriften, geluidsdragers waarop hij het woord voert en zijn bibliotheek. Bewindvoerders zijn ds. J. Roos, M. Mallan, L. M. P. Scholten en O. M. van der Tang.