Prof. De Bruin over etiek in de financiële wereld
Is er binnen de financiële wereld in moreel opzicht veel mis? „Nee, dat beeld klopt niet”, zegt prof. dr. B. P. de Bruin. „Uit onderzoek blijkt dat de meeste mensen gewoon ethisch verantwoord handelen.”
De Bruin is sinds begin dit jaar hoogleraar financiële ethiek aan de Rijksuniversiteit Groningen. Het betreft een nieuwe leerstoel. „De kredietcrisis laat het belang zien van deze wetenschappelijke discipline”, benadrukt De Bruin. Hij voegt daar overigens aan toe dat de plannen om toekomstige economen en bedrijfsdeskundigen op dit terrein te scholen, er al waren voordat de problemen rond hypotheken met een groot wanbetalingsrisico aan het licht traden.
„Dit vak voorziet in een behoefte onder studenten en onder werkgevers en werknemers om de apparatuur, de concepten, de theorieën aangereikt te krijgen aan de hand waarvan zij beslissingen kunnen nemen en die beter kunnen rechtvaardigen. Soms gaat het om lastige afwegingen. Ik noem enkele situaties: de adviseur die op het punt staat een hypotheek te verkopen terwijl hij twijfelt of de lasten voor die man of vrouw straks niet te zwaar zullen zijn; de directeur die uit twee personen moet kiezen wie van hen hij zal ontslaan; of de politicus die wikt over een voorstel tot privatisering.”
De hoogleraar weidt over het laatste voorbeeld wat verder uit. „Vaak klinkt daarbij als argument: mensen hebben dan meer keuzevrijheid, dragen meer eigen verantwoordelijkheid en zijn dan beter af. Maar je ziet dat een kleiner of groter percentage juist minder goede keuzes maakt. Vaak door gebrek aan informatie; die is niet te vinden of moeilijk te doorgronden.
Kijk naar de ziektekostenverzekeringen. Het is niet eenvoudig om precies de voor- en de nadelen van de ene polis ten opzichte van de andere te ontdekken. Een oplossing zou zijn om verzekeraars ertoe te verplichten hun producten op uniforme wijze te presenteren, zodat de consument goed kan vergelijken. Als je privatiseert, moet je veel actiever zijn met het verstrekken van gegevens aan allerlei doelgroepen. Anders vervalt je argument om te privatiseren.”
Even terug naar de kredietcrisis: „Door die gebeurtenis zijn trouwens meer consumenten er zich van bewust geworden dat bij het voeren van hun financiële huishouding morele keuzes in het geding zijn en dat zij daar ook verantwoordelijkheid voor dragen. Het geld als zodanig is niet slecht, maar wat doe je ermee? Bij welke bank open je een spaarrekening? Zal die bank niet misschien met jouw centen een lening toekennen aan een bedrijf dat gebruikmaakt van kinderarbeid?”
U hebt de illusie dat u het gedrag van mensen kunt veranderen?
„Het is vaak erg lastig om te bereiken dat individuen zich anders gaan opstellen. Je kunt ook bij de organisatie beginnen en die zo inrichten dat betrokkenen minder snel in de verleiding raken om uitsluitend hun eigenbelang na te streven. Als suggestie: zorg ervoor dat je bonussysteem geen prikkels bevat tot immoreel gedrag, dat iemand niet wordt beloond als hij of zij een product verkoopt door de klant verkeerd voor te lichten.”
Waarop baseert u uw normen voor het ethisch op juiste wijze handelen?
„Je constateert dat er vrij veel universele normen zijn, soms vastgelegd in conventies. Corruptie tref je in sommige landen veel meer aan dan in andere, maar het blijkt dat degenen die corrupt zijn dat toch vaak beschouwen als iets wat niet goed is. In een recent interview zeiden managers in Nigeria: Ja, ik doe mee aan het betalen van steekpenningen, dat is verkeerd, maar als ik als enige niet zou meedoen, red ik het niet met m’n bedrijf.
Dus de uitgangspunten stemmen vaak overeen, maar onder invloed van allerlei factoren zullen mensen in de praktijk toch verschillend opereren. Er zijn normen die je in het christendom aantreft, maar ook in pakweg de boeddhistische cultuur. De één ontleent ze aan de Tien Geboden, de ander aan een filosoof als Kant.”
Het woord bonus viel al. Een onderwerp van veel discussie sinds het uitbreken van de financiële crisis. Moeten we die flexibele beloningen beschouwen als uitwassen?
„Ik denk dat het vooral uitwassen zijn in de opinie van de gemiddelde burger. De staat heeft ABN AMRO gered, heeft ING gered en toch gaan die concerns door met het verstrekken van bonussen. Kunnen ze niet beter eerst de staatssteun terugbetalen? Natuurlijk, dat is zo. Nou, dan heb je een punt.
Maar banken van hun kant claimen dat als ze geen bonussen uitkeren, ze geen geschikt personeel vinden. Als het zo werkt, en daar zijn inderdaad aanwijzingen voor, dan hebben zij eveneens een punt. Dus dien je goed te overwegen of je over bonussen wel zo’n hard oordeel zult vellen. In ieder geval mag je van banken verwachten dat ze daadwerkelijk aantonen dat ze veel moeten betalen om iemand binnen te halen en dan zullen de meeste belastingbetalers daar wel begrip voor hebben.”
Dat er op die manier exorbitante zelfverrijking plaatsheeft, is geen valide argument om te zeggen: stoppen met die bonussen?
„Sommigen verdienen veel, anderen minder: ja, zo zit het leven nu eenmaal in elkaar. Ik heb niets tegen exorbitante zelfverrijking, zolang het eerlijk gebeurt en niet door te investeren in duistere zaken zoals terrorisme, kinderarbeid of vrouwenhandel of door fraude te plegen. Tegelijk zeg ik: het zou iemand moreel sieren als hij of zij dan ook exorbitant veel uitgeeft aan liefdadigheidsdoelen.”
U wees er zelf al op: banken zijn gered met belastinggeld en nu keren ze weer volop bonussen uit. Begrijpelijk toch dat mensen zich daarover opwinden?
„Ja, dat begrijp ik. Je komt dan ook bij de vraag of een overheid een bank moet redden. Ik doe over concrete gevallen nu geen uitspraak, omdat de details daarvan onvoldoende bekend zijn. Maar ik breng wel argumenten naar voren. Overheden reiken de helpende hand omdat zij denken vanuit de consequenties en niet vanuit de verantwoordelijkheden. Als zij een bank failliet laten gaan, spuwt de pinautomaat geen geld meer uit, dreigt zelfs het financiële systeem in elkaar te storten. Dat is een aanpak tegen de achtergrond van de consequenties.
Maar dat wringt met de verantwoordelijkheden. Je grijpt in om te voorkomen dat de problemen groter worden, terwijl iemand anders die problemen heeft veroorzaakt. Banken weten dat als het misloopt, de overheid wel bijspringt.
Je kunt op twee fronten nadenken: hoe zit de ideale wereld in elkaar of hoe ziet de wereld er momenteel uit en wat zou de beste volgende stap zijn? Vanuit het eerste kun je redeneren: een bank die slecht presteert, valt om. Maar in een samenleving zoals wij die hebben georganiseerd, moet je dat niet doen. Je kunt echter wel stappen zetten waardoor banken meer hun verantwoordelijkheid nemen en meer zelf de schade betalen die ze aanrichten.”
En dan bedoelt u ook de schade die samenhangt met grote risico’s die zij, misschien daartoe geprikkeld door hoge bonussen, nemen?
„Precies. Ik ben niet op voorhand tegen het nemen van excessieve risico’s, zolang degene die daarvoor de verantwoordelijkheid draagt, dus het bedrijf, ook de gevolgen aanvaardt. Als bonussen tot excessieve risico’s leiden en niet het bedrijf maar de belastingbetaler uiteindelijk opdraait voor de eventuele verliezen, dan is er natuurlijk alle reden om regelgeving op te leggen.”
Levensloop prof. dr. B. P. de Bruin
Boudewijn de Bruin (Almelo, 1974) volgde gedurende een jaar het vak compositieleer aan het conservatorium te Enschede. Daarna studeerde hij wiskunde en filosofie in Amsterdam, Berkeley en Harvard. Hij promoveerde op een proefschrift over speltheorie en epistemische logica en ontving voor zijn dissertatie een prijs van de Stichting Praemium Erasmianum, een organisatie die tot doel heeft de positie van de geesteswetenschappen, de sociale wetenschappen en de kunsten te versterken.
Sinds 2005 is De Bruin verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen. Per 1 januari werd hij benoemd tot hoogleraar financiële ethiek aan de faculteit economie en bedrijfskunde.