Negevwoestijn is niet een en al woestheid
BE’ERSHEVA – Hoe moeizaam het ‘opgaan’ naar Jeruzalem soms gaat, zo kort duurt de afdaling uit de heuvels. Snelweg 1 slingert zich in steile bochten naar Latrun, waar de davidsster boven het monument van de Israëlische pantsertroepen wappert.
De velden zijn met een frisgroen tapijt bedekt. Nog wel. Want spoedig zal de felle mediterrane zon het landschap weer zijn vertrouwde bruinverbrande kleur geven.
Langzaam maar zeker krijgt de omgeving een ander gezicht. Groen verandert ten slotte in het zachtgeel van de noordelijke Negev. Vanaf dat moment kan er geen twijfel meer over bestaan dat dit de woestijn is.
Stoffige vlaktes, omsloten door onverzettelijke rotsformaties. Dit is het domein van de steenbok en de gier. Maar ook de leefplaats van het luipaard en de hyena bevindt zich hier, zichtbaar voor wie de moeite neemt diep de wildernis in te trekken en geduld te oefenen.
Het is echter niet een en al woestheid. Plotseling doemen de palmbossen van een van de vele kibboetsen op. Hier is het ideaal van de eerste premier van Israël, David Ben Gurion, werkelijkheid geworden: de woestijn is tot bloei gekomen.
In de Negev sleet Ben Gurion zijn laatste jaren. En hier ligt hij begraven, op een rotsplateau dat uitzicht biedt op de majestueuze Machtesh Ramon, de grootste krater ter wereld. Roofvogels laten zich meevoeren op de thermiek. De stilte is overweldigend.
En dan gebeurt er plotseling een klein wonder. De lucht boven de zinderende woestijn kleurt loodgrijs. Wolken pakken zich in snel tempo samen. Spoedig valt de eerste regen. Niet aarzelend, maar vol overtuiging.
Opnieuw tooit het landschap zich met andere kleuren. Het zachtgeel transformeert geleidelijk naar dieprood. In het Timnapark vertellen bizarre rotsformaties het verhaal van eeuwenlange samenwerking tussen zand en wind die wonderlijke kunstwerken van de natuur heeft opgeleverd. De verlaten kopermijnen van Salomo zijn de stille getuigen van de schatten van weleer.
De reis eindigt in Eilat, het Bijbelse Ezeon Geber. Ook hier heeft Salomo zijn stempel op gedrukt. Hier bevond zich zijn vloot die goud uit Ofir haalde. Volgens de overlevering zou Salomo hier ook de koningin van Scheba hebben verwelkomd toen ze naar Jeruzalem reisde om zijn schatten te bezien. Anno 2011 is van die Bijbelse glorie weinig meer over. Ezeon Geber is tot een mondaine badplaats verworden.
Bijbelse overpeinzingen worden in Eilat doorgaans ook snel door de politieke werkelijkheid naar de achtergrond verdrongen. Eén blik over de Rode Zee maakt de delicate ligging van Israël duidelijk. Links de Jordaanse havenstad Aqaba. Rechts de bergen van Egypte. En als het helder is, tekenen zich aan de verre horizon de contouren van Saudi-Arabië af.
Maar ook dat is betrekkelijk. De ondergaande zon doet de Jordaanse bergen langzaam van kleur verschieten tot het gesteente in een roodgouden licht baadt. De schoonheid van de schepping stelt de politieke werkelijkheid in de schaduw.
RD-journalist Richard Donk en fotograaf Henk Visscher reisden van noord naar zuid door Israël. In woord en beeld doen zij verslag van hun ervaringen. Vandaag deel 5: de woestijn.
Dit is het laatste deel in een serie over Israël.
Zie www.refdag.nl/reisdoorisrael voor een digitaal magazine.