Binnenland
Kleurpotloden en kachelpijpbroekjes

Nozems dragen rare kachelpijpbroekjes en opzichtig gekleurde hemden. Hun haren zijn ongekamd en misschien zelfs ongewassen. Niet fris, maar wel opvallend. Als dat opvallen onvoldoende lukt, trek je gewoon een leren vest aan en kegel je een ruit in.

L. Vogelaar

Teksten over de jongeren die als een steen in een vijver de kalme consensus in de maatschappij van de jaren vijftig verstoorden, maakten dinsdag deel uit van het vwo-examen geschiedenis. Het verschijnsel ”nozem” is verklaard vanuit sociaal-economische oorzaken, een gezagscrisis en andere factoren. Aan de examinandi de vraag welke argumenten er in een aantal teksten voor die drie mogelijkheden aangedragen worden.

„Goed te doen”, vindt Driestar-leerling René Karens. „Je moest een betoog beoordelen, en dat was veel gemakkelijker dan tijdens de proefexamens.” Floor Koppejan vond het examengedeelte over de Sovjet-Unie gemakkelijker dan de vragen over de naoorlogse Nederlanders en hun gezagsdragers. „Maar het laatste deel heb ik een beetje afgeraffeld; ik moest zó nodig naar de wc.”

De beoordeling van docent drs. D. Schalk staat diametraal tegenover de mening van Floor: „De opgaven over de Sovjet-Unie waren duidelijk het moeilijkst.” De accentverschuiving in het onderwijs van kennis naar vaardigheden benadeelt volgens Schalk de zwakkere leerlingen. „Zij konden zich vroeger met veel stampwerk nog aardig wat feitjes eigen maken. Nu waren er bij de 24 opgaven maar zo’n vijf reproduceervragen. Het komt veel meer aan op inzicht; westerse bronnen over de Sovjet-Unie moesten ze op hun bruikbaarheid toetsen.” Nogal wat leerlingen kwamen tijd tekort.

Ook de havisten kregen dinsdag bij geschiedenis bronnen voorgelegd. „Wel tien! Maar moeilijk was het niet”, vindt Henk de Gier. Voor Paul van Dorp was er één uitzondering bij: „Je moest een brief schrijven. Nou, daar had ik vandaag dus echt geen inspiratie voor.”

David Otten klaagt over een zere arm van al het schrijfwerk, anderen over een zere rug na anderhalf uur bivakkeren op een kuipstoeltje. Jeanine Sluijter -„Ik zal dat even voor u spellen”- en Mirjam Gerritsen zijn niet erg te spreken over de vragen rond de foto’s van de inhuldiging van koningin Juliana en van Beatrix’ huwelijk en inhuldiging. „Een raar verhaal.”

Aan de overkant van de weg, in een van de andere Driestar-gebouwen, zwoegen de vmbo’ers op Nederlands. „Makkelijker dan verwacht”, luidt het eenparige oordeel van een groepje meisjes uit de basisberoepsgerichte leerweg na afloop. „Alleen dachten we dat we een zakelijke brief zouden moeten schrijven, maar die vraag was er niet bij.”

Later op de middag staat voor de andere drie vmbo-leerwegen Nederlands-leesvaardigheid op het rooster. „’k Had gedacht dat we een affiche moesten maken”, zegt een examenkandidaat („Ik heet A. Noniem”). „’k Had zelfs m’n kleurtjes bij me; kijk.” Met veel moeite worden wat kleurpotloden uit de achterzak van de spijkerbroek gewurmd. „Nou ja, en van de rest begreep ik niet veel.” Grote hilariteit bij de omstanders. Het klinkt blijkbaar bekend.

Elise van der Sluys wachtte ook tevergeefs op een affichevraag, maar haar eindoordeel luidt gunstiger. En Suzanne Bosmans „dacht dat het véél moeilijker zou zijn.”

Het examen voor de gemengde en theoretische leerwegen bood volgens docent H. W. Wortman weinig verrassingen. „Veel leeswerk. Als je in twee uur vijf teksten door moet ploegen, is het de vraag hoe geconcentreerd je bij de vijfde nog bent. Veel leerlingen lezen over signaalwoordjes als ”ook” heen, terwijl die voor het antwoord juist van groot belang kunnen zijn.” Erg moeilijk was het volgens Wortman niet. „Ik denk dat de examenmakers bij zo’n eerste vmbo-examen best voorzichtig zijn.” Opvallend noemt de Moerkapelse docent de vormgeving van het examen. „De verandering van lettertype is een duidelijke verbetering.”

De vwo’ers mochten hun tanden in het scheikunde-examen zetten. Voor het vak zijn aanzienlijk minder lesuren beschikbaar dan vroeger. „Dat moet dan ook tot uitdrukking komen in een gemakkelijker examen. Vorig jaar was scheikunde 1 echt te pittig. Ik heb de indruk dat het nu veel beter te doen was”, zegt docent drs. L. Mijnders. „Er zaten veel traditionele elementen in, dingen die ze op school bijna letterlijk gehad hadden. Scheikunde 2 is van een moeilijker niveau. Daar zaten leuke vragen in, over moderne analysemethoden. Dat zijn echte scheikunde 2-opgaven.” Door de aandacht voor milieuvraagstukken waren de examinandi na het geschiedenisexamen weer helemaal terug in de actualiteit.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer