GOUDA – „Je moet wel goed thuis zijn in het gedachtengoed van de Reformatie om daar zowel oud gereformeerden als remonstranten in te zien wortelen.”
Dat zei theoloog dr. A. van der Meiden zaterdagavond in de Goudse Sint Janskerk tijdens ”Rewind forward”, de openingsbijeenkomst van de herdenking van vijf eeuwen Reformatie, Refo500. Hij wees op de „ongekende compartimenteringsdrift” binnen de Reformatie, „door sterk van elkaar verschillende leiders en uitgangspunten en het virus van ongekende rechthaberij.” Het heeft in Nederland een reeks kerken opgeleverd die zich vaak met de naam Rehoboth tooien: er is ruimte voor hen gemaakt.
„Ik heb meer met de moderne devotie en Erasmus dan met Luther en Calvijn, en toch voel ik me reformatorisch”, zei Van der Meiden. „Het beeld van de Reformatie zal nog lang besmet blijven door de weigering van de reformatorische kerken om te erkennen dat ze allen gelijkwaardige bloemen zijn in dezelfde vaas met levenswater. Die bloemen hoeven niet te fuseren; ze moeten wel de gedachte van hun eigen meerwaarde laten varen.”
Protestanten beseffen volgens Van der Meiden te weinig hoe hun beeldvorming wordt besmet door kwesties als „de weigering van een dominee in het Gooi om een kind te dopen omdat de ouders televisie bezitten”, de moordzaak op Urk, het conflict in Rijssen over de film die over de plaats is gemaakt, en de discussie over het vrouwenstandpunt van de SGP. „We gaan van incident naar incident. Zo lang deze dingen nog gebeuren, in een rechthaberij-toonaard, zal de beeldverbetering van de reformatorische beweging ernstig afgeremd worden.”
VVD-Eerste Kamerlid prof. dr. H. M. Dupuis, voormalig hoogleraar medische ethiek in Leiden, wees op de overeenkomsten tussen protestantisme en liberalisme: beide stromingen doen een beroep op de individuele verantwoordelijkheid en hebben een democratisch karakter. „Protestanten en liberalen kunnen goed door één deur; het zijn voor de hand liggende partners.”
Dupuis weersprak dat het liberalisme anti-godsdienstig zou zijn. „Het verzet zich er wel tegen als gelovigen het recht menen te hebben het geloof aan anderen op te dringen en volgens dat uitgangspunt de samenleving te organiseren. Geen theocratie, maar vrijheid van godsdienst.”
Dupuis zag minder „rechthaberij” onder protestanten dan Van der Meiden. In het algemeen hebben protestanten volgens haar –„dat is misschien mijn zonnige kijk op het protestantisme”– er wel degelijk oog voor dat er ruimte voor verschillen moet zijn.
Prof. dr. H. J. Selderhuis, directeur van Refo500 en hoogleraar kerkgeschiedenis aan de Theologische Universiteit van de Christelijke Gereformeerde Kerken in Apeldoorn, zei dat de bijeenkomst niet het begin van een jarenlange Reformatieherdenking was. „Als je zeven jaar alleen maar achteromkijkt, houd je er een stijve nek aan over. We kijken meer zoals de reus in de Efteling: alle kanten op, en ook over de muren heen.”
Priester dr. A. Bodar vond dat het thema van de bijeenkomst, ”Reformatie, vergissing of vooruitgang?”, niet eenduidig te beantwoorden was: „Wegens hervorming: vooruitgang. Wegens scheuring: vergissing.”
„Bijbel en traditie zijn niet van elkaar los te maken, zei Bodar. „De Bijbel is 1500 jaar bestudeerd voordat het 31 oktober 1517 werd.” Als verschil tussen zijn kerk en het protestantisme ziet Bodar „dat de Rooms-Katholieke Kerk het ‘samen’ benadrukt en het protestantisme het ‘alleen’ verantwoordelijk zijn. Van beide tradities kunnen we iets leren.”
Volgens Bodar kan de Bijbel niet gehanteerd worden als bewijsmateriaal voor wat er in de Rooms-Katholieke Kerk niet deugt. „De Schrift is niet een stroef wetboek van weten. Nog altijd komen groepen jongeren me uitleggen waarin Rome dwaalt. Ook protestanten zou enige bescheidenheid passen. Het lijkt alsof de oecumene niet doordringt in protestants-christelijke scholen van wat orthodoxe signatuur.”
Bodar betreurt de scheuring in de kerk in de zestiende eeuw. „We zouden moeten terugkeren naar de ene kerk. Erasmus zag de kerk als het ene, ongedeelde lichaam van Christus; daarom bleef hij rooms-katholiek. Hij bleef ook tot het eind van zijn leven priester.”
De Reformatie heeft ook voor staat en samenleving heel wat vooruitgang gebracht, zei SGP-Tweede Kamerlid Van der Staaij. „Kerk en staat moesten niet meer onder elkaar staan, maar naast elkaar. Elkaar helpen; niet hinderen.” Ook in de huidige samenleving moeten kerken hun eigen domein bewaken, „zeker tegenover een overheid die door gelijkheidskoorts is bevangen.”
Een vooruitgang was volgens Van der Staaij ook dat de Reformatie niet zo positief over vooruitgang dacht en een scherp inzicht in zondigheid had. „Dat inzicht helpt positief te blijven; dan valt het allemaal minder snel tegen.”
Dr. J. Jansen, protestants theoloog en medewerker van het Simon Wiesenthalcentrum in Brussel, las een reeks citaten van Luther over de Joden voor. „Taal is niet alleen een spiegelbeeld van de werkelijkheid, maar schépt ook werkelijkheid”, stelde Jansen. „De weerzinwekkende Jodenvervolging is mede gevormd door de taal van zoveel geestelijk leiders; helaas ook Luther. Als Luther over de Joden schreef, was hij allesbehalve een reformator: hij citeerde alleen rooms-katholieke geschriften.”
De Reformatie heeft Gouda gevormd tot een stad waar verdraagzaamheid een pijler onder de samenleving is, zei burgemeester W. M. Cornelis in zijn welkomswoord. „Tussen 1520 en 1620 ontwikkelde Gouda zich tot de kraamkamer van ruimdenkendheid in de Nederlanden. De Reformatie had daardoor in Gouda een bijzonder verloop. Door de tolerantie ging de beeldenstorm nagenoeg aan de stad voorbij en kunnen we nu bijvoorbeeld nog genieten van de Goudse Glazen.”
Dr. E. A. de Boer, bijzonder hoogleraar geschiedenis van de Reformatie aan de Vrije Universiteit (VU) in Amsterdam, overhandigde de eerste exemplaren van het boek ”De onbekende Calvijn, een veelkleurig portret” aan ds. L.J. Geluk (voorzitter van de vereniging Protestants Nederland), priester Bodar, Reformatiehistoricus prof. dr. W. Janse en prof. Selderhuis.
„Een kerk die gereformeerd is, moet steeds weer gereformeerd worden”, zei ds. G. de Fijter, voorzitter van de Stichting Nationale Synode. „Weerspiegelen de kerken vandaag wat de Reformatie toen beoogde? Het ging toen niet om de kerk te scheuren maar om vernieuwing van de kerk in haar katholieke gestalte.
We moeten terug naar het Woord. Ik geloof in de vruchtbaarheid van het Woord dat door de God der eeuwen gesproken is. Het Woord zal doen wat Hem behaagt. Dat hebben we zien gebeuren in de tijd van de Reformatie en op allerlei andere momenten in de tijd. Datzelfde Woord biedt ons voor vandaag ook perspectief voor de toekomst: Rewind-forward is de leus van REFO500.”