De vreugde als mensen tot geloof komen
„Dat mensen tot geloof en bekering komen, is een zaak die mij de meeste vreugde geeft.” Ds. D. C. Floor stapte, langgeleden, na een geloofscrisis tijdens zijn studie civiele techniek in Delft, over op theologie. Zondag viert de hervormde predikant in Ede zijn 25-jarig ambtsjubileum.
Hij komt uit een hervormd milieu „met godvrezende ouders.” Dirk Cornelis Floor werd geboren op 31 maart 1948 te Westbroek. Hij had bepaald niet het plan om predikant te worden. Integendeel, tijdens zijn studie weg- en waterbouwkunde in Delft kwam hij zelfs in een geloofscrisis terecht, zozeer dat hij aan het bestaan van God ging twijfelen. God gebruikte echter een proefpreek van zijn neef J. E. de Groot (nu ook hervormd predikant in Ede) over Jesaja 55 om hem weer terug te brengen bij de waarheid van Gods Woord.
Het was 6 maart 1970. „Toen stelde de Heere mij m’n schuld en zonde in het gericht helder voor ogen. Maar ook kreeg ik een krachtig gezicht op de lijdende Christus. Toen heb ik mogen zien hoe Hij aan het kruis was gehangen voor mijn zonden.”
Floor voelde vervolgens het sterke verlangen om het Evangelie uit te dragen. „Ik kreeg steeds meer de roeping om predikant te worden. In die tijd ben ik veel gaan lezen, onder meer in Calvijn. Het was voor mij een uitgemaakte zaak dat ik de studie civiele techniek niet verder kon afronden.”
Floor ging theologie studeren in Utrecht. Deze studie maakte hij af binnen de gestelde termijn. Hij ontmoette de mensen van de oude garde, zoals H. Jonker, W. C. van Unnik, J. M. Hasselaar en S. van der Linde (Van Ruler was inmiddels niet meer in functie). In 1978 deed Floor intrede in de hervormde gemeente van Wekerom, een relatief nieuwe gemeente, die eerst onder Ede viel en pas later zelfstandig werd.
Wekerom is een Veluwse plaats. „Vaak zegt men dat Veluwenaren gesloten zijn over godsdienst en geestelijke zaken, maar als je ze beter kent, zijn ze daarin toch best open. Je moet het vertrouwen van de mensen weten te winnen.”
Wekerom was ook een traditionele gemeente, in die zin dat men trouw was in het kerkbezoek. „Twee keer naar de kerk gaan was heel gewoon. Er was eerst wel een zekere schroom om deel te nemen aan het avondmaal, maar later zag je mensen daar toch meer van loskomen en vrijmoedigheid ontvangen om er bewust aan deel te nemen.”
Kandidaat Floor deed als vrijgezel intrede in Wekerom. Naderhand trad hij in het huwelijk met een kleuterleidster die op het dorp werkte. Hun huwelijk werd gezegend met negen kinderen, van wie er één de oude sporen van zijn vader volgt en nu civiele techniek (in Enschede) studeert.
Na Wekerom volgde, in 1982, de gemeente van Rouveen. Evenals Wekerom een behoudende gemeente, die naast de eigen gemeenteleden ook meer dan 200 leden uit het naburige Staphorst trok. Ds. Floor stuitte daar op de gevoelige verhouding tussen de Gereformeerde Bond en het Gekrookte Riet. „In die tijd stond ds. K. Veldman in Staphorst. We hadden een open verhouding met elkaar. Ik ging tijdens de vacaturetijd ook wel in Staphorst voor. Staphorst is veel traditioneler dan Rouveen. Mensen die uit Staphorst weggingen, zochten een wat meer evangelische, meer christocentrische prediking. Maar wij hebben ons nooit tegen elkaar afgezet. Tradities mogen er van mij zijn, als Christus en Zijn verzoeningswerk maar duidelijk in de prediking aanwezig zijn.”
Ds. Floor erkent de gevoeligheden van liggingsverschillen. „Die zijn nu eenmaal een feit. Maar ik pleit ervoor om het onderlinge respect niet kwijt te raken. Dat moet ook kunnen, als het hart van de zaak maar niet in het geding is. Ik betreur het dat beide groepen in de loop van de tijd uit elkaar zijn gegroeid.”
Terwijl Rouveen het karakter van een dorpskerk had, waar iedere hervormde zijn plaats innam, was dat in Ede veel minder het geval. Daar deed ds. Floor in 1987 intrede. Hervormd kerkelijk Ede is relatief groot met acht wijkgemeenten en een deelgemeente (Thabor). Onder hervormd-gereformeerden zijn er de nodige verschillen, zoals dat met name tot uiting komt in de liturgie, bijvoorbeeld ten aanzien van de nieuwe psalmberijming en het Liedboek voor de kerken. „Toch preken wij, dankzij het rouleersysteem, in alle kerken. Dat heeft als voordeel dat we overal komen; zo proberen we de eenheid vast te houden. Aan de andere kant blijft er wel sprake van een stuk spanning. Mensen gaan toch naar de gemeente waar ze zich het meest thuisvoelen.”
De secularisatie eist ook in Ede haar tol. „Toen ik hier kwam, kreeg ik plotseling te maken met kerkelijke uitschrijvingen. Dat had ik in Wekerom en Rouveen nauwelijks meegemaakt. In Ede stelt men geen prijs op lidmaatschap als men er toch niets meer aan doet. Het aantal echt kerkelijke meelevenden blijft hier verhoudingsgewijs betrekkelijk klein.”
Terwijl de burgerlijke gemeente Ede sterk is gegroeid, nam kerkelijk Ede nauwelijks toe. „Dat betekent dat er eigenlijk achteruitgang is. In Ede voelen we ook de aantrekkingskracht van de evangelische beweging.”
Ds. Floor was preses van de classis Ede, lid van de PKV Gelderland, en afgevaardigde naar de generale synode van de Nederlandse Hervormde Kerk. Hij heeft de kerk in haar breedte leren kennen, zegt hij, ook wat betreft de perikelen rond het Samen-op-Wegproces.
„Ik heb het als mijn roeping gezien om midden in de kerk te staan en de mensen Gods Woord voor te houden. Dat is de enige norm voor ons belijden. Het is ook goed om de hand in eigen boezem te steken als het gaat om de hervormd-gereformeerde beweging. In hoeverre is er bij ons nog een levend geloof aanwezig? En mag ik vrucht dragen vanuit de verbondenheid met Christus? We kunnen wel zorgen hebben over Samen op Weg, maar weten we dat ook bij ons het geestelijk leven onder druk staat?”
De predikant betreurt het dat de synode niet de weg van de federatie is opgegaan. Hij conformeert zich met de hoofdlijn van de Gereformeerde Bond. Een afscheiding ziet hij niet zitten. „Diegenen die eruit gaan, kunnen zich het best bij bestaande groeperingen aansluiten, zoals de Christelijke Gereformeerde Kerken en de Gereformeerde Gemeenten. Er zijn genoeg alternatieven voorhanden.”
Na 25 jaar predikantschap concludeert ds. Floor dat God doorgaat met Zijn werk. „Zijn trouw is de constante factor in de afgelopen jaren. Dat mensen tot geloof kwamen en in vrede heengingen, heeft mij de grootste vreugde gegeven. Er is veel zorg, veel verdriet, maar het doorgaande werk van God houdt je op de been.”