Bijzonder boek over bijzonder jongetje
”Sil” is een bijzonder boekje waarin tekst en beeld zijn gemixt tot een speels geheel. Door de strips en plaatjes tussen-door doet het denken aan de stijl waarmee Joke van Leeuwen bekend werd. Oké, de makers van ”Sil” kunnen de creativiteit van haar taalgrapjes weliswaar niet evenaren – maar dat zegt meer over Van Leeuwen dan over Vrouwke Klapwijk en Willeke Brouwer.
Sil is een jongetje dat geen moment kan stilzitten. De eerste pagina, met stripjes, is al veelzeggend. De hele familie hoort dat Sil wakker is en unaniem is de reactie: Ik hoop dat hij zich nog even rustig houdt. De dynamiek bruist van bijna elke bladzijde. Sil racet op de fiets, plonst in het water om een dode vis te pakken, staat druipend voor zijn juf. Prachtig is de pagina met de dichte deur van broer Mees’ kamer, waar Sil juist –zonder het verplichte klopje– naar binnen is gelopen. Alleen de tekstballonnen laten zien wat er zich achter de deur afspeelt, maar dat is ruim voldoende.
Het boek draait om het ontwerpen van een „masjien” voor school. Sil maakt met Evi een vriendelijke-vis-vang-masjien – „ik vind het altijd zo zielig van dat haakje.” Subtiel verwerkt Klapwijk de pesterijen van Arjan in het verhaal, die steeds Sil-blote-bil zegt. Ook het geloof krijgt een plek. Voor sommigen gaat Sil misschien te ver wanneer hij bijvoorbeeld zegt: „Als de vis in de hemel is, is het nu een goudvis.” Maar is dit juist niet de kinderlijke manier waarop zeker een kind als Sil kan denken? Wat mij betreft is het storender dat de gekleurde woorden waarmee sommige alinea’s beginnen soms nét op de verkeerde plek staan.
Sil, Vrouwke Klapwijk en Willeke Brouwer (ill.); uitg. Columbus, Heerenveen, 2010; ISBN 978 90 266 2044 7; 61 blz.; € 3,95.