DEN HAAG – Het demissionaire kabinet-Balkenende IV heeft dinsdag op Prinsjesdag tal van maatregelen gepresenteerd. Maar of die allemaal de eindstreep zullen halen, is niet zeker. De begrotingsbehandelingen zullen een stuk spannender zijn dan anders.
De opwinding van Prinsjesdag is weer geluwd. Na de algemene financiële beschouwingen van volgende week buigt de Kamer zich voor het kerstreces over alle afzonderlijke begrotingen. Die debatten verlopen meestal rimpelloos. Het kabinet weet zich immers verzekerd van steun van een Kamermeerderheid voor de plannen. Natuurlijk wijzigt de Kamer hier en daar wel eens iets, maar de boel gaat zelden helemaal op de schop.
Op één uitzondering na. Bij de algemene politieke beschouwingen in september 2004 verbouwden de fractievoorzitters van CDA, VVD en D66 de rijksbegroting voor meer dan 1 miljard euro. Een ongekend hoog bedrag.
De begrotingsdebatten in de komende maanden hebben een andere lading. De gisteren ingediende plannen zijn bedacht door een demissionair kabinet dat maar heel weinig steun heeft in de Kamer. De coalitiepartijen CDA en ChristenUnie hebben samen 26 zetels. Om hun ideeën door de Kamer te krijgen, moeten ze dus vijftig andere parlementariërs mee krijgen.
Dat zal niet vanzelf gaan. D66-fractieleider Pechtold rook gisteren al kansen om de begrotingen te wijzigen. „Ik zie mogelijkheden voor de oppositie om met goede alternatieven te komen.” Ook PvdA en GroenLinks hebben moeite met de aangekondigde maatregelen. Met name de bezuinigingen op inburgering, kinderopvangtoeslag en re-integratie zitten hen dwars. Samen werken de drie partijen daarom aan een tegenbegroting. Pechtold nodigde daarvoor ook andere partijen uit. De SP zou zich er bijvoorbeeld bij kunnen aansluiten.
De linkse partijen zouden de komende maanden flink roet in het eten kunnen gooien als ze een vuist weten te maken. Samen hebben ze 65 Kamerzetels. Met de twee zetels van de Partij voor de Dieren erbij vormen ze een flink blok in het parlement dat niet zomaar te passeren valt.
Daar tegenover staan de (centrum)rechtse partijen CDA, VVD, PVV en SGP. Die bezetten sinds de Kamerverkiezingen in juni samen 78 Kamerzetels. En dan zijn er nog de vijf zetels van de ChristenUnie. Die partij staat achter de gisteren gepresenteerde Miljoenennota.
Om verzekerd te zijn van steun voor in elk geval de meeste maatregelen heeft het demissionaire kabinet bij het opstellen van de begrotingen steeds nauw contact gehad met de partijen die nu onderhandelen over de vorming van een rechts minderheidskabinet van VVD, CDA en PVV. Er is volop „gezwaluwstaart”, om het met de woorden van minister De Jager van Financiën te zeggen. Dat heeft geresulteerd in een reeks bezuinigingen die politiek nauwelijks omstreden zijn, zoals snijden in de ambtenarij, minder economische subsidies en hogere tabaksaccijnzen.
Voor andere bezuinigingen is steun van VVD en PVV –nu nog in de oppositie– echter niet vanzelfsprekend. Dat het kabinet bijvoorbeeld het kindgebonden budget verhoogt terwijl het de kinderopvangtoeslag verlaagt, is een keuze die de VVD niet zou maken. Die partij zou straks dus met wijzigingsvoorstellen kunnen komen.
De PVV op haar beurt staat onder leiding van Wilders altijd garant voor het nodige politieke vuurwerk. Aan de afspraken in de Miljoenennota is de partij niet gebonden. En ook tegenover het komende kabinet wil Wilders, ondanks zijn steun, een vrije rol blijven spelen.
Als de begrotingsbehandelingen vanaf 12 oktober aan de orde zijn, zit er naar verwachting ook een nieuw kabinet. Met op de meeste posten andere bewindslieden. Zij moeten dan begrotingen verdedigen die door anderen zijn opgesteld. Als ze dat willen, kunnen ze de begroting van hun departement gewijzigd indienen bij de Kamer. Ze kunnen ook hun partijgenoten in de Tweede Kamer achter de schermen suggereren met amendementen te komen. Of ze wachten tot begin volgend jaar. Dan krijgen ze bij het opstellen van de voorjaarsnota weer een kans om het beleid bij te stellen.
Het aantreden van een nieuwe Kamer in juni en de komst van een nieuw kabinet maken de begrotingsbehandelingen in de komende maanden in elk geval spannender dan in voorgaande jaren.
De debatten zijn als het ware een voorproefje voor de hele kabinetsperiode van het beoogde kabinet-Rutte I. Dat zal immers een minderheidskabinet zijn, dat voor zijn beleid vaker dan gebruikelijk actief op zoek moet naar steun bij de oppositiepartijen in de Kamer.