Voordewind in Haïti: Bizarre contrasten
ChristenUnie-Kamerlid Voordewind brengt sinds eind vorige week, op uitnodiging van Woord en Daad, een bezoek aan Haïti. Vandaag de eerste aflevering van een dagboek.
„Als we landen in Haïti roept een vrouw in het Frans: „Dank U, God” en volgt er applaus. Ik check de cijfers: het overgrote deel van de bevolking is christen. Na de aardbeving van 12 januari dit jaar is het aantal zelfs nog toegenomen en nemen mensen meer afstand van de voodoopraktijken.
Tegenover het vliegveld zien we meteen de eerste opvangkampen: tenten of vier palen met een zeil erover. Elk open stuk grond in de stad lijkt erdoor in bezit genomen. Na zes maanden leven er nog steeds 1,1 miljoen mensen in tenten, als gevolg van een aardbeving die 35 seconden duurde en ruim een kwart van de hoofdstad Port-au-Prince verwoestte; 225.000 mensen kwamen om.
De stad ziet er gehavend uit. Zelfs het mooie presidentieel paleis ligt er na zes maanden nog steeds beschadigd bij.
De chauffeur van Woord en Daadcoördinator Noordzij, heeft tijdens de beving zijn broer verloren. Er worden nog steeds lichaamsdelen onder het puin gevonden, maar naar familieleden wordt niet meer gezocht.
We rijden verder en bezoeken als eerste een fabriek met de naam Máxima –geleid door een Nederlands echtpaar en een Belg– die kleine houten huisjes (4 bij 5 meter) voor tijdelijk gebruik produceert. Per dag levert ze 35 huisjes af en dat moeten er binnenkort 60 worden.
Ik hoor dat de onrust en de criminaliteit in de tentenkampen toenemen. De eerste gevallen van tyfus zijn al gesignaleerd. Het tempo van de oplevering van de huisjes zal dus moeten versnellen om sociale onrust tegen te gaan. Verder zal het nog wel zeven jaar duren voor al het puin is opgeruimd.
Buiten Port-au-Prince bezoeken we een schooltje. Hier worden kinderen opgevangen die trauma’s hebben opgelopen. Een meisje van 11 heeft negen familieleden verloren. Zij reageerde eerst helemaal niet meer op vragen of opmerkingen. Pas na een aantal weken begon ze te praten. Door intensieve begeleiding is ze nu weer in staat naar school te gaan. Wat een leed!
Net als in Afrika staan er overal christelijke teksten op de taxibusjes en rijden er veel jeeps van hulporganisaties rond. Wat mooi, die betrokkenheid vanuit vele culturen en landen.
We dineren met de consul van Nederland. Hij zegt dat ik het eerste TweedeKamerlid ben dat in al die tijd Haïti bezoekt. Een trieste primeur voor zo’n mooi land met bergen, palmen- en bananenbomen en paradijselijke stranden waar tot op vandaag nog steeds cruiseschepen aanmeren. Wat een bizarre contrasten!
De komende dagen bezoek ik samen met twee partijgenoten projecten van Nederlandse hulporganisaties zoals ICCO, Cordaid, Woord en Daad en ZOA.”