Snedige SP-leider Roemer haalt soms venijnig uit
APELDOORN – Kenners roemen zijn debatstijl als plezierig. In de peilingen staat zijn partij op verlies, maar SP-leider Roemer gaat onverstoorbaar door met het uitventen van zijn stokpaardje: solidariteit.
In één opzicht is Roemer al volop in de voetsporen getreden van zijn voorganger: zijn aanvallen op het neoliberalisme zijn even venijnig als die van Marijnissen.
Op het partijcongres van de SP, eind april, stak hij zijn ergernis over CDA en VVD niet onder stoelen of banken. „Pyromanen die nu zichzelf promoten als de beste brandweercommandant”, sneerde hij toen. Eerst werkten beide volgens hem de financiële crisis in de hand door de banksector te liberaliseren, nu pretenderen zij schaamteloos het patent te hebben op de beste oplossing.
Speerpunt in Roemers campagne is dat de door CDA en VVD voorgestane crisisaanpak geen praktijk hoeft te worden. „De verhoging van de AOW-leeftijd van 65 naar 67 jaar is nog geen voldongen feit. Daar gaat het op 9 juni juist over”, zegt hij op tweede pinksterdag, ’s avonds in debatcentrum Felix Meritus in Amsterdam.
In de snikhete Shaffyzaal op de bovenste verdieping moeten Balkenende, Rutte en nu ook Cohen het flink ontgelden. De SP-leider omschrijft Balkenende als de premier „van vier mislukte kabinetten, twee onnodige oorlogen en een financiële crisis.”
Rutte is de „chirurg met de kettingzaag, die blijkbaar populair kan worden door te hakken en snijden in wat van ons samen is: de sociale zekerheid.”
Cohen krijgt het verwijt dat hij het neoliberalisme niet aanvalt, „omdat hij in ondertrouw is met de VVD.”
De zaal, bij elkaar zo’n zeventig man, veert op als Roemer belooft de partij landelijk net zo te laten groeien als hij als wethouder deed in Boxmeer. „Zo’n 25 procent van de kiezers stemt daar nu SP”, zegt hij.
Het Amsterdamse SP-electoraat wekt de indruk de partij op 9 juni onvoorwaardelijk te zullen steunen. Of verraden kritisch getoonzette vragen –waarom vocht de SP in 2006 niet harder om in de coalitie te komen én: waarom zette de partij Wilders’ stokpaardje van de integratie niet op de agenda?– dat een deel niet meer in de droom van een grote en invloedrijke SP gelooft?
Roemer bezweert de onrust vakkundig. Heus, Marijnissen wilde wel, vier jaar terug, maar Balkenende weigerde hoe dan ook in zee te gaan met twee linkse partijen en zette de SP buitenspel. En strijden tegen gettovorming in de oude wijken doet de SP al jaren, maar dan beschaafd, en dat nekt de partij.
Dinsdag is Roemer tijdens een ouderendebat in Nieuwegein redelijk onzichtbaar. Het AOW-standpunt van zijn partij brengt hij helder voor het voetlicht, maar de felste aanval op CDA en VVD plaatst niet hij, maar Jolanda Sap, tweede op de lijst van GroenLinks. In felle bewoordingen zet ze Balkenende en Rutte te kijk als het duo dat de crisis aangrijpt om de vergrijzingsproblematiek halsoverkop in plaats van met langetermijnbeleid te bestrijden. „Het grote probleem is dat je het dan niet sociaal kunt doen”, sneert Sap. Roemer kijkt toe.
In het Carrédebat, gisteravond, neemt de SP-leider revanche. Omdat PvdA-leider Cohen zich vooral opstelt als de wijze staatsman, kan Roemer zich ontpoppen tot dé aanvalsleider vanaf de linkerflank.
Hoe kunnen zijn rivalen de duur van een WW-uitkering van drie naar een jaar terugbrengen en tegelijkertijd een riante wachtgeldregeling voor oud-Kamerleden in stand houden? En wat maakt het uit of Rutte, uitgedaagd door Balkenende, de hypotheekrenteaftrek wel of geen breekpunt noemt? „Dit is een wedstrijdje verplassen”, roept Roemer naar het tweetal. „U bent het al lang met elkaar eens. U bent in ondertrouw en ik maak bezwaar.”
Politiek journalist Frits Wester van RTL omschrijft het optreden van Roemer na afloop als „razend knap.” Voor kijkers is niet Roemer, maar Rutte de onbetwiste winnaar. „Maar”, meldt Wester, „diverse mensen twitterden tijdens het debat: Was Roemer maar de lijsttrekker van de PvdA.”
Op pad met de ‘kleintjes’. Deel 3: de SP