Klimaatcrash Kopenhagen
Van Kyoto naar Kopenhagen; het had zo mooi kunnen klinken, ook voor de geschiedenisboekjes, maar het heeft voor alle betrokken klimaatonderhandelaars voor altijd een zure nasmaak.
Kyoto is synoniem voor het historisch VN-klimaatakkoord dat daar, na een doorwaakte nacht van 10 op 11 december 1997, is bereikt. Wat niemand toen, in een overigens ook besneeuwd Kyoto, nog verwachtte werd op het nippertje werkelijkheid: de olieproducerende landen gaven hun verzet op. De Verenigde Staten kwamen over de brug en spraken met Europa en Japan af de uitstoot van broeikasgassen de komende vijftien jaar met goed 5 procent te verminderen ten opzichte van de uitstoot in 1990.Kopenhagen had Kyoto in de herhaling moeten worden. Het in 1997 overeengekomen akkoord loopt in 2012 af en in de Deense hoofdstad had minstens de houtskooltekst voor een opvolger van dat akkoord op papier moeten komen. De verwachtingen waren hooggespannen – en niet ten onrechte, zo leek lang. In Kopenhagen wordt een momentum bereikt, zo was vorige week de indruk. En inderdaad: nog nooit heeft een klimaattop 30.000, 40.000 mensen op de been gebracht; nog nooit nam een Amerikaanse president de moeite om af te reizen naar de jaarlijkse VN-klimaattop, maar Nobelprijswinnaar Obama kwam. Nog nooit waren en de Amerikaanse president en de VN-topman samen op een klimaattop, maar ook nu nam Ban Ki Moon de moeite om naar Kopenhagen te komen en daar druk op de ketel te zetten.
En toch is het een mislukking geworden. Dat heeft deels te maken met het feit dat klimaatakkoorden in de internationale politiek tot de meest ingewikkelde gerekend worden. Het gaat om mondiale problematiek en met de aanpak ervan is veel geld gemoeid. Westerse landen staan niet te trappelen om een forse financiële bijdrage te leveren en dan zijn ontwikkelingslanden, vanzelf, sceptisch.
Ondanks allerlei onderonsjes tussen de Chinezen en de Amerikanen is het niet gelukt een goede overeenkomst te maken. Met name de arme landen waarvan China de woordvoerder is, voelen zich door het rijke Westen in de steek gelaten. Er ligt nu een slappe overeenkomst die de naam akkoord niet kan en mag dragen.
Het uitblijven van een Kopenhagen-protocol is koren op de molen van klimaatsceptici. Zij hebben ernstige twijfels bij de berekeningen en theorieën van klimatologen. Deze critici ontkennen niet dat er veranderingen van het klimaat optreden, maar geloven niet dat de toekomst er zo somber uitziet als veel deskundigen zeggen.
Natuurlijk kan niemand met zekerheid de toekomst voorspellen. Maar geen mens kan ontkennen dat er door de industrialisatie een vorm van vervuiling optreedt die schadelijk is voor de natuur. Als daar in internationaal verband iets aan gedaan wordt, is dat in het voordeel van het behoud van de schepping. Vermindering van de uitstoot van kooldioxide zou de wereld goed doen. Het betekent immers zuiniger omgaan met energie, dus goedkoper produceren, beter rentmeesterschap. Komt nog bij dat door beperking van de CO2-uitstoot automatisch de uitstoot van vervuilende stoffen sterk daalt.