Zorgen voor mensen met trauma
In de wijk Elwa van de Liberiaanse hoofdstad Monrovia werkt dominee Newah Taloo. De 43-jarige man helpt, met z’n vrouw Pia, mensen die trauma’s opliepen. Psychisch beschadiging door de burgeroorlog die van 1989 tot 2003 het Afrikaanse land teisterde. De recent gestarte RD-actie ”Laat Liberia leven” stimuleert mensen tot het opbouwen van een nieuw bestaan.
Zijn jeugd was niet gemakkelijk, vertelt ds. Taloo. „Ik was jong wees. Moeder stierf in het kraambed. En mijn stiefmoeder verwaarloosde mij. Zendelingen in de eerste drie jaar van mijn leven voor mij gezorgd. Daarna kwam ik terug bij vader. De zending zorgde ervoor dat ik onderwijs kon volgen.”
Hij wilde predikant worden, maar ook eigenlijk wel sociaal werker. Nu begeert ds. Taloo mensen te helpen die zich in dezelfde moeilijke situatie bevinden als waarin hij ooit verkeerde. „Vóór de burgeroorlog woonden er in Elwa zo’n 6000 mensen, nu meer dan 20.000. In de oorlog woonden er wel 40.000 mensen. Toen was dit van oorsprong immers al heel arme gebied relatief veilig. Mensen van het platteland en uit het centrum trokken naar de wijk Elwa. Dit gebied was toen overbevolkt.” Ds. Taloo probeerde voor gastheer te spelen. Hij trachtte mensen te bemoedigen en zag voor hen uit naar huisvesting.
Ds. Taloo diende diverse gemeenten als voorganger. Later studeerde hij aan een Bijbelschool in Ghana.
In 2002 keerde hij terug naar Liberia. Eerst verleende hij pastoraat in een hospitaal. Nu dient hij in Elwa een eigen kerk van circa 400 zielen. Een derde bestaat uit weduwen en meisjes van wie de man en vader in de oorlog is gedood. Die dramatische situatie blijft niet beperkt tot ds. Taloo’s gemeente. De predikant beperkt zijn dienstwerk dan ook niet tot die kerk.
Kortgeleden preekte ds. Taloo in Monrovia over Mattheüs 5:16: „Laat uw licht alzo schijnen voor de mensen, dat zij uw goede werken mogen zien.” Pas op hoor, zei hij: „Er bestaat ook kunstlicht. Dat schijnt even heel fel. En daarna is er weer sprake van dikke duisternis. Bedrieg uzelf niet! En denk erom”, zei hij ook, „dat je door die goede werken de zaligheid niet verdient!” Een indrukwekkende Afrikaanse preek.
Trauma’s
Kinderen van tien jaar herinneren zich heel goed dat hun vader, moeder, of broers werden meegenomen of in hun tegenwoordigheid werden gedood, vertelt de predikant. „De mensen zien vanbinnen nog telkens die beelden. Sommige vrouwen zijn zo vaak geconfronteerd met verkrachting dat ze het haten om nog mannen te zien. Ze vertrouwen niemand meer. Ze geloven niemand meer. En het is ook moeilijk voor hen geworden om nog overheidsregels te volgen.”
Ds. Taloo probeert mensen op te voeden, hun de werkelijkheid van het leven te leren, zoals de Bijbel daarover spreekt. „De waarheid is dat wij zondaars zijn. God gaf Zijn Zoon Jezus om voor onze zonden te sterven. Hij neemt de last van de schouders van degenen die in Hem geloven. Dan geeft Hij vrede. Ik help hun te begrijpen dat de moordenaar verkeerd was, maar dat je moet vergeven. In je hart. Ook gebrek aan vergevensgezindheid is zonde.”
De predikant vertelt dat zelfs aan moslims. „In onze sociale bijeenkomsten en jeugdkampen komen ook mensen van de islam. Wij proberen hen te bevrijden van hun traumatische last.” In en rond Monrovia wonen trouwens nog tal van voormalige rebellen, moordenaars. „Soms is er sprake van confrontatie met binnenlandse vluchtelingen. Dan blijkt dat de haat nog altijd leeft.” Ds. Taloo’s gemeente probeert de situatie te verbeteren en organiseert bijeenkomsten. „Wij proberen getraumatiseerden te helpen.”
De dominee wordt er niet rijk van. Hij krijgt 25 Amerikaanse dollar per maand van de kerk. „Veel te weinig om van te leven.”
Het echtpaar Taloo kreeg vier kinderen. Maar er leven ook nog tieners in huis, die hulp nodig hebben. Zo leeft het gezin van de hand in de tand. Er is ook nog een school met 150 wezen of halfwezen aan de kerk verbonden. Pia Taloo fungeert als hoofd en verdient 50 Amerikaanse dollar per maand. Om meer geld binnen te krijgen, werkt ds. Taloo ’s morgens als taxichauffeur.
Project
De RD-actie ”Laat Liberia leven” is bedoeld voor mensen zoals in de gemeente van ds. Taloo. Binnenlandse vluchtelingen moeten leren groenten te verbouwen. En hoe zij kleinvee moeten verzorgen. Het is de bedoeling gezinnen op gang te helpen met goed groentezaad: voor bonen, erwten en bladgroenten. Zij gaan kippen, konijnen en eenden verzorgen om aan vlees te komen. En voor dat alles dienen ze natuurlijk over gereedschap te beschikken.
Via op te starten coöperaties brengen vrouwen die groente verbouwen hun producten op de markt. En het vlees van het kleinvee. Maar daarnaast maakt de strijd tegen malaria deel uit van het RD-project. Ongeveer 40 procent van de kinderen beneden de 5 jaar in Liberia overlijdt aan die ziekte. Het project richt zich daarom mede op voorlichting over malaria en het bevorderen van preventie door muskietennetten en voorlichting.
Christelijk
Liberia is grondwettelijk bekeken een christelijke staat met godsdienstvrijheid. De kerk van ds. Taloo is dus de enige niet. Het aandeel christenen ligt op 40 procent. De meesten zijn protestant. Veel mensen zijn –al of niet tegelijk– animist; zij geloven in geesten. Circa 20 procent van de bevolking behoort tot de islam. Maar er is sprake van schattingen, omdat er geen goede statistieken beschikbaar zijn.
Hoe christelijk is Liberia echt? Verlenen kerken hulp aan slachtoffers van de burgeroorlog? Zo’n 50 procent van de christenen zou op zondag ook daadwerkelijk naar de kerk gaan. Zij proberen zich dan netjes te kleden. Dat is voor een deel een kwestie van status. In de diensten is sprake van zingen en religieuze dans, dicht bij het originele bestaan van de mensen.
De kerken doen weinig voor armen. Ze focussen zich liever op een mooi kerkgebouw. Heel wat protestanten behoren tot pinkstergemeenten. Er zijn enkele gemeenten die wel duizend leden tellen.
Ergens in Liberia zie ik een bordje dat naar een pinksterkerk verwijst als „the chosen people”, de uitverkoren mensen. Zij ontvangen steun uit de Verenigde Staten. Een kleiner aantal van de protestanten rekent zich tot de methodisten en tot de baptisten.
Relatief weinig Liberianen zijn rooms-katholiek. Al staat er in Monrovia wel een kathedraal.
Liberia telt heel wat bordjes die naar een kerk verwijzen. Hier is de Watchtower –dan gaat het over Jehova’s getuigen– en een eind verder zijn The latter day Saints te vinden: mormonen. Ergens anders bevindt zich de Church of God in Christ. En ga zo maar door: de Faith Cafeteria, een drogisterij met de naam God’s Grace, zelfs een Praise God Filling Station en een Temple of the Lord Farm.
Lokale kerken zijn vaak geregistreerd als bedrijven, als business dus. Sommige staan geregistreerd als niet-gouvernementele organisatie (ngo).
De uitstraling van het land is nogal christelijk. Maar de Liberiaanse praktijk bewijst dat dit vernis niet voldoende is om burgeroorlog te voorkomen. Ook al doen de kerken ook goede dingen. Ze runnen bij voorbeeld scholen. En de Rooms-Katholieke Kerk exploiteert een groot ziekenhuis in Monrovia.
Rituelen
Het christelijk vernis is tamelijk dun. Nog steeds bestaat ook het oude stammengeloof. Zo begraven mensen hun doden uit de familie dicht bij hun huis, vlak bij de achterdeur. Dat heeft te maken met voorouderverering. En een begrafenis is een belangrijke sociale gebeurtenis. Toen de schoonvader van ZOA-medewerker Nick Street overleed –die woonde in Sierra Leone– bezochten 2000 mensen de begrafenis.
Liberia kent ook geheime genootschappen. Zo is er een vrouwengemeenschap met de naam Sande. Dat wijdt meisjes in in de volwassenheid. Het heeft impact op hun seksuele gedrag. De band blijft het hele leven bestaan.
Zo is er ook een geheim genootschap voor mannen: Poro. Ook daarbij is sprake van rituelen bij het volwassen worden. En van later bestaande sociale controle. Wie er zich verstoont zonder bij het genootschap te behoren, wordt gedood.
Een jongen moest man worden. De chief en zijn helpers zouden hem inwijden met geheime ceremonieën. De leider nam hem mee naar een geheime plaats. Daar verkeerde hij in afzondering. Na twee weken keurden de mannen hem af. De chief vulde een deel van een colanoot –normaal gesproken is dat een teken van vriendschap– met vergif van kikkers. De jongen raakte in coma en stierf. Christelijk geloof is vaak slechts vernis.
De islam is niet heel nadrukkelijk aanwezig in Liberia. In elk geval schalt vanaf de minaret van een moskee in Liberia niet altijd de gebedsoproep. Liberia is immers een christelijk land.
In 2004 staken moslims kerken in brand. Christenen deden toen hetzelfde bij moskeeën. Er is sprake van animositeit. Mogelijk voelen moslims zich ietwat onderdrukt. Maar ze manifesteren zich doorgaans niet extreem in Liberia.
Etnisch
Etnische tegenstellingen leidden in Liberia tot burgeroorlog. Pia (41), de vrouw van ds. Taloo, is afkomstig uit het district Bong. In 1980 verhuisde ze met haar ouders naar Monrovia. Ze hadden een auto, een huis, een televisie. Alles was prima in orde. „Tot 1990 hadden we een goed leven”, zegt Pia.
Toen kwam de oorlog. „We moesten ons huis verlaten. De buren zeiden dat mijn moeder een Nimba was.” Dus van een andere stam.
Eerst kwam het gezin in een vluchtelingenkamp. Toen liep het naar de stad Kakata. Rebellen van Taylor wilden soldaten ronselen. Zij wisten dat de vader van Pia informant van de politie was. Vader ontkwam. Maar de terroristen pakten Pia en haar tweelingzus. Ze zetten hen letterlijk het mes op de keel. De soldaten doodden de meisjes niet. Zij kleedden alle meisjes uit. En ze wilden dat ook Pia en haar tweelingzus met hen zouden ‘slapen’. Als door een wonder ging dat niet door, omdat de commandant het verbood. „Dat was Gods werk”, zegt Pia.
Nu is zij predikantsvrouw. En zij begrijpt mensen met angst als geen ander. Zij helpt haar man in de zorg voor resocialisatie van mensen met trauma’s. Hun huwelijk is gezegend met vier kinderen. Maar ze heeft zestien kinderen in huis: om voor te zorgen, om ze eten en kleding te geven. Want die kinderen hebben niemand meer.
Kruisjes
Liberia loopt vol met gewezen kindsoldaten. Ik ontmoet zo’n groepje. Zij willen van het geweld afkomen.
Ze hebben werk. Nou ja…, onder leiding van de idealist James Vallai maken ze kruisjes van voormalige patroonhulzen. Die kruisjes worden soms verkocht. „Wij willen proberen vrede te maken. Conflicten zijn negatief als ze leiden tot geweld. Maar ze vormen ook een positieve kans. Als je ze in goede banen leidt.”
Dit is het tweede artikel in een serie van vier over de RD-actie ”Laat Liberia leven”. Het volgende artikel verschijnt op 11 december.