Moeizaam overleg over EU-posten
Het overleg over de benoemingen voor twee hoge EU-functies verloopt moeizaam. Zweden, dat als huidig voorzitter van de Unie de besprekingen coördineert, sluit zelfs niet uit dat er aanstaande donderdagavond geen beslissing valt.
Er vindt dan in Brussel een extra top plaats. Premier Reinfeldt belt voortdurend met zijn collega’s in een poging een doorbraak te forceren. Tot dusver zonder succes. „Er zijn nog altijd meer namen dan posten”, liet de Zweedse minister van Europese Zaken Malmström maandag weten.Als de regeringschefs er donderdagavond niet in slagen knopen door te hakken, vergaderen ze wellicht vrijdag of zaterdag verder, voegde zij daaraan toe. Een andere optie is dat ze een langere pauze inlassen en op een later tijdstip pas weer met elkaar aan tafel zitten. Het Verdrag van Lissabon treedt op 1 december in werking en dan zouden de vacatures ingevuld dienen te zijn.
De EU zoekt een voorzitter van de Europese Raad, in de volksmond een president. Betrokkene voert straks de regie over het periodieke beraad van de staats- en regeringsleiders. Verder komt er een hoge vertegenwoordiger voor het buitenlands beleid, door velen aangeduid als een minister van Buitenlandse Zaken. Die krijgt de enkele duizenden ambtenaren tellende diplomatieke dienst van de Europese Unie onder zijn hoede.
Formeel hoeft er geen sprake te zijn van unanimiteit, maar het is de vraag of iemand zich beschikbaar stelt als hij of zij niet de steun geniet van alle lidstaten. Zo heeft de Belg Martens, voorzitter van de Europese Volkspartij (EVP) van christendemocraten, verklaard dat zijn landgenoot Van Rompuy, die geldt als een van de favorieten voor het presidentschap, alleen ja zegt als het verzoek in zijn richting wordt gedaan met consensus. Een stemming zou in zijn ogen „een gênante vertoning” vormen. Ook premier Balkenende behoort tot de kanshebbers. Polen houdt, volgens een bewindsman uit Warschau, rekening met harde onderhandelingen.
Bij de afwegingen spelen behalve de kwaliteiten van de personen ook andere aspecten een voorname rol. Zo moet er bij de verdeling van de banen een goed evenwicht zijn tussen politieke stromingen, tussen oude en nieuwe lidstaten ofwel west en oost, tussen noord en zuid en tussen mannen en vrouwen.
Van diverse kanten, onder meer van de zijde van de Nederlandse Eurocommissaris Kroes, klinkt het pleidooi om voor minimaal een van de functies een vrouw aan te wijzen. Eerder maakte voorzitter Buzek van het Europees Parlement zich daar al sterk voor. Letland heeft mede tegen deze achtergrond zijn oud-president Vaira Vike-Freiberga naar voren geschoven.
Aanvoerder Barroso van de Europese Commissie kampt eveneens met een probleem op dit punt. Hij is bezig met het formeren van zijn nieuwe team en krijgt daarbij vanuit de politieke hoofdsteden weinig vrouwen aangemeld. De kansen voor Kroes op een tweede termijn lijken daardoor toe te nemen. Mogelijk kan Nederland, net als de vorige keer, in ruil voor het kandideren van een vrouw een zware portefeuille claimen.