„Christelijke organisaties die zich op maatschappelijk gebied inzetten voor hun medemensen verdienen alle steun. Ze zijn vaak onmisbaar in het bereiken van kwetsbare groepen in de samenleving”, zo zei Rouvoet, tevens minister voor Jeugd en Gezin, woensdag tijdens een bijeenkomst van de protestantse kerk in Hoogeveen. Het is dan ook niet nodig dat gemeente­besturen „in een kramp” schieten als een organisatie met een christelijke achtergrond subsidie aanvraagt voor welzijnswerk of partij is in een gemeentelijke aanbestedingsprocedure.Rouvoet reageerde met zijn opmerkingen op recente discussies op lokaal en landelijk niveau over het inschakelen van christelijke organisaties op sociaal-maatschappelijk terrein. In Amsterdam en Haarlem werd subsidiëring van het Scharlaken Koord (voor christelijke hulpverlening aan prostituees) ter discussie gesteld. Ook de inzet van christelijk jongerenwerk (Youth for Christ) leidde her en der tot discussie.

In de Tweede Kamer dienden SP en VVD onlangs een motie in om subsidiëring van maatschappelijk werk door organisaties met een christelijke achtergrond te bemoeilijken. De motie behaalde overigens geen meerderheid.

Volgens Rouvoet moeten christelijke organisaties transparant zijn in wat zij wel en niet met overheidsgeld doen. „Kerk en overheid hebben onderscheiden taken, dus overheidsgeld moet gebruikt worden voor maatschappelijke doeleinden. Dat beseffen de organisaties zelf heel goed.” Daarom is „kramp” nergens voor nodig. „Je wilt toch juist mensen hebben die hun verantwoordelijkheid nemen vanuit diepe bewogenheid met de samenleving en het lot van de meest kwets­baren?” zo stelde Rouvoet vragenderwijs.

De ChristenUnieleider betoogde dat in de Nederlandse traditie van ruimte bieden aan diversiteit en pluriformiteit het passend is om organisaties met verschillende achtergronden in te zetten voor maatschappelijk werk.

In Hoogeveen startte het Leger des Heils deze week met een inloopvoorziening voor dak- en thuislozen.