Postmodern gereformeerd
„De enige hoop voor de postmoderne cultuur is de bekering van postmoderne mensen. Culturen worden niet bekeerd, maar bekeerde mensen beïnvloeden wel de cultuur.”
Dat zei dr. H. van den Belt, universitair docent dogmatiek aan de Universiteit Utrecht, zaterdag op een congres van het dispuut Ichthus van de studentenvereniging CSFR. Het Rotterdamse dispuut vierde zijn tiende lustrum. Thema van het congres was ”De (on)mogelijkheid van postmodern gereformeerd”.„In plaats van postmodern gereformeerd moeten wij gereformeerd postmodern worden”, zei dr. Van den Belt. Postmoderniteit ziet hij vooral als een crisis in de moderniteit. Het postmoderne denken lijkt veel opener voor de openbaring van God, maar in de plaats van het verstand in de moderniteit komt het gevoel in de postmoderniteit. „Ervaring in plaats van openbaring, terwijl dat omgekeerd moet zijn.”
Wat zich als nieuw aandient, is volgens de docent vaak al heel oud. „Oude antwoorden moeten echter niet gekopieerd worden. Het Evangelie is geen bekraste grammofoonplaat. Het christendom belicht de tijd vanuit de eeuwigheid.”
Het congres vormde een zoektocht naar de actualisering van het gereformeerd christen-zijn. Historicus dr. H. J. Paul, universitair docent aan de Universiteit Leiden, zocht naar een contextuele vertolking van het Evangelie. „Het Evangelie heeft contextualisering nodig”, zei hij. Contextualisering van het Evangelie is volgens hem een roeping van christenen. Daarbij is postmodern gereformeerd-zijn geen zaak van concessies. „Contextualiseren van het Evangelie moet steeds meer doordacht worden”, aldus dr. Paul.
Gereserveerd
Burgemeester Aboutaleb van Rotterdam kreeg het eerste exemplaar van de kroniek ”In Hoc Signo Vinces” (vijftig jaar CSFR-Ichthus Rotterdam) uitgereikt. De burgemeester zei met interesse kennis te hebben genomen van hoe Rotterdamse studenten in die vijftig jaar geprobeerd hebben zich door het leven heen te worstelen en hoe men in een kerkelijk klimaat met elkaar samenleeft.
Aboutaleb, zelf moslim, wil op de hoogte zijn van het geestelijk leven in zijn stad. Zo bezoekt hij kerkdiensten en noemt hij religie medebepalend voor de identiteit van mensen. Religie is volgens hem geen jasje dat je uitdoet in de openbare ruimte. „Probeer elkaar de ruimte te geven”, zo vroeg hij, daarbij een pleidooi voerend voor tolerantie.
De rector magnificus van de Erasmus Universiteit Rotterdam, prof. dr. H. G. Schmidt, noemde studentenverenigingen belangrijk voor de universiteit. „Studentenverenigingen kunnen binding en vriendschappen meebrengen, maar daarbinnen kunnen ook opvattingen worden bijgeslepen, ook op het gebied van religie.” Volgens Schmidt passen modern en postmodern niet bij elkaar. „Postmodern gereformeerd is een onmogelijkheid. Gereformeerd is gereserveerd, en dat moet zo blijven”, zei hij.
In de gepresenteerde lustrumbundel, met als titel ”Postmodern gereformeerd. Naar een visie op christen-zijn in de hedendaagse belevingscultuur”, reiken veertien schrijvers bouwstenen aan voor een visie op de combinatie tussen postmodern en gereformeerd. Een forum onder leiding van Koert van Bekkum, adjunct-hoofdredacteur van het Nederlands Dagblad, boog zich zaterdag over facetten van de postmoderne belevingscultuur.
Forumlid Timon Ramaker, docent media-ethiek en filosofie aan de Christelijke Hogeschool Ede, proeft in de postmoderne belevingscultuur een soort „afstand nemen tot.” Volgens hem dreigt het postmoderne levensklimaat „ons te verplatten. Echt luisteren naar de postmoderne belevingscultuur betekent dat de christelijke kerk zich kwetsbaar opstelt.”
„God brengt mensen in relatie met elkaar. Niet door meningen of standpunten of waarheden, maar door zijn Geest.” Met dat statement vroeg prof. dr. W. Verboom, emeritus hoogleraar geschiedenis van het gereformeerd protestantisme aan de Universiteit Leiden, aandacht voor de betekenis van het verbond als theologisch paradigma. „Wie het verbond loslaat, heeft geen verweer tegen de ontbindende factoren van het postmodernisme.”
„U laat zich toch niet inpakken door de seculiere cultuur?” vroeg ds. W. Visscher de aanwezigen. De predikant van de gereformeerde gemeente te Amersfoort voerde een pleidooi voor de bescherming van het bestaande en het blijvende en waardevolle daarin. „We zijn weer terug bij de christenheid als kleine minderheid in de samenleving.”
Ds. Visscher vroeg zich af waarom in de lustrumbundel geen hoofdstuk is opgenomen over de Bijbel en de belevingscultuur. „Openbaring is eerst, dan komt de ervaring. Als we dat omkeren, is het de nekslag voor het Evangelie. De Schrift wordt werkelijkheid in mijn leven. Dat is de volgorde. Doe gewoon, lees je Bijbel en buig je knieën.” Verwijzend naar de naam van het CSFR-dispuut: „Wees een student in het teken van de vis en schaam je het Evangelie van Jezus Christus niet.”