Minister De Geus van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wil gezinnen extra ondersteunen. Zeker omdat het de afgelopen jaren verkeerd is gegaan. „Het paarse gif dat het gebouw van de sociale zekerheid binnensijpelde” moet eruit.
Het is vrijdagmorgen 9.00 uur. Hoewel hij een volle agenda heeft -om 10.00 uur begint de kabinetsvergadering-, wil De Geus graag even tijd uittrekken om naar aanleiding van het Nibud-onderzoek over de positie van het gezin te praten.
Uit het onderzoek blijkt dat gemiddeld de helft van alle grote gezinnen niet rond zegt te kunnen komen. Van de lagere inkomens is dat bijna 60 procent en van de gezinnen met hogere inkomens is dat zelfs nog 30 procent. Deze uitkomst heeft veel reacties losgemaakt. Minister De Geus (CDA) kan zich daar wel wat bij voorstellen. „Een dergelijk onderzoek roept veel emoties op.”
Toch waren de cijfers niet helemaal nieuw voor hem. „Tot 1998 heb ik bij het CNV gewerkt en toen kwamen er regelmatig van dit soort onderzoeken op tafel.”
In die tijd was het nog een taboe om op te komen voor het gezin. In 1994 werd de toenmalige CDA-fractievoorzitter, Heerma, belachelijk gemaakt toen hij opkwam voor de positie van ouders met kinderen. De paarse partijen -PvdA, VVD en D66- hoonden hem weg.
„De partijen wisten ook niet hoe snel ze een miljardenbezuiniging op de kinderbijslag moesten doorvoeren. VVD-staatssecretaris Linschoten van Sociale Zaken was er echt als de kippen bij. Het gebeurde heel subtiel. Bestaande rechten werden bevroren. De progressie voor ouder wordende kinderen is er toen uitgehaald. Het is eigenlijk te schandalig om het te zeggen, maar sommigen zagen de kinderbijslag als een fokpremie. Ik heb me geërgerd aan die bezuiniging. Ik heb toen geschreven dat het paarse gif het gebouw van de sociale zekerheid binnensijpelde.”
De Geus is blij dat die tijd voorbij is. „Dat taboe is weg. Velen zien nu inderdaad het gezin weer als hoeksteen van de samenleving. Dat is het ook. Niet alleen komen binnen een gezin mensen ter wereld, maar het soort gezin waarin iemand opgroeit drukt ook een stempel op iemands verdere leven. Daarbij zijn voor de vorming van een mens vooral de eerste jaren van groot belang.
De vraag wat voor mens je bent, wordt sterk bepaald door de plaats waar je opgroeit. Dat kan zijn een groot gezin, een christelijk gezin, een normloos gezin, noem maar op. Dat gezin vormt hoe dan ook de kinderen. Ik zie het als een van God gegeven ordening dat mensen in een gezin, in de liefde van vader en moeder, mogen opgroeien. Mensen die in een gezamenlijk verband leven zijn gelukkiger.”
De bewindsman kent persoonlijk de waarde van een groot gezin. „Ik ben zelf de oudste uit een gezin met zes jongens. Mijn vader verdiende meer dan gemiddeld en kon het hoofd goed boven water houden, maar ik zag wel om me heen dat er in gezinnen met minder kinderen meer kon. Toen ik net begon met werken en iets meer dan het minimumloon verdiende en bovendien kostwinner was, heb ik wel ervaren dat het soms moeilijk was om rond te komen. Armoede heb ik echter niet gekend.”
vraag (u14(In reactie op het Nibud-onderzoek zeggen sommige mensen dat de overheid zich helemaal niet met het gezinsbeleid moet bemoeien. Mensen kiezen zelf voor een groot gezin en moeten de kosten dan ook zelf dragen, zo wordt geredeneerd. Wat vindt u daarvan?
„Daar ben ik het niet mee eens. Weliswaar hebben ouders de eerste verantwoordelijkheid voor hun kinderen, maar de samenleving en de overheid hebben een aanvullende taak. Elk kind heeft recht op een zeker bestaan en omdat kinderen niet in hun eigen levensonderhoud kunnen voorzien, springt de overheid bij. Het is een stukje solidariteit binnen een maatschappij. Daarom wordt er kinderbijslag gegeven. Die regeling komt niet uit de lucht vallen. Die betalen we met elkaar.”
vraag (u14(Wat moet de overheid voor acties ondernemen naar aanleiding van het Nibud-onderzoek?
„Ik denk dat we heel serieus moeten gaan kijken naar een uitgebreidere inkomensafhankelijke kinderkorting. Op dit moment is er een vast bedrag dat ouders van de belasting af mogen trekken als ze verantwoordelijk zijn voor het onderhoud van kinderen. Het strategisch akkoord dat CDA, VVD en LPF vorig jaar zomer sloten, spreekt ook over een inkomensafhankelijke kinderkorting, een tegemoetkoming voor met name gezinnen met lagere inkomens. Die staat in het kader van de compensatie voor het nieuwe ziektekostenstelsel, maar we mogen best een stap verdergaan op die weg. Het Nibud-onderzoek onderstreept de noodzaak ervan.”
De Geus wil de hoogte van de kinderkorting niet afhankelijk maken van het aantal kinderen door gezinnen met meer kinderen een hogere belastingkorting te geven. „Vroeger gold in de kinderbijslag wel het principe dat er meer geld kwam als er meer dan drie kinderen waren. Naar die situatie wil ik niet terug. Het Nibud-onderzoek wijst namelijk uit dat de kosten per kind afnemen naarmate er meer kinderen zijn.”
vraag (u14(Met uw voorstel ondervangt u niet het probleem dat ouders te maken krijgen met hogere kosten naarmate de kinderen ouder worden.
„Ik denk niet dat het goed is om een onderscheid te gaan maken naar leeftijd. Naarmate de kinderen ouder worden, hebben ouders ook meer mogelijkheden om buitenshuis geld te verdienen. Kinderen hebben als ze zelf ouder worden ook meer inkomsten. Ik zie het aan mijn eigen kinderen. Ze zijn nu 22, 19 en 16, en hebben vanaf hun dertiende, veertiende jaar allemaal een baantje erbij.
Voor mij spitst de solidariteitsvraag zich vooral toe op de gezinnen met de laagste inkomens. Het krijgen van kinderen mag nooit het economisch faillissement van een gezin betekenen.”
De Geus doet geen uitspraken over de gewenste hoogte van een inkomensafhankelijke kinderkorting. „Het is ook afhankelijk van de ontwikkelingen in de ziektekosten. Dat zal ook punt van overleg zijn tijdens de besprekingen voor een nieuwe regering.”
vraag (u14(Uit het onderzoek blijkt ook dat 30 procent van de grote gezinnen met hogere inkomens eveneens moeilijk rond kan komen.
„Ik vind dat we met elkaar een discussie moeten voeren over de vraag of er naast de kinderkorting en de kinderbijslag een verzorgingstoeslag moet komen om de inkomstenderving op te vangen van de niet-werkende en verzorgende ouder. Dat kan via de fiscus. Je ziet nu dat ouders die gebruikmaken van kinderopvang daar een overheidsbijdrage voor krijgen. Mensen die dat niet doen, krijgen niets. Dat is in mijn ogen niet rechtvaardig.
Ik wil overigens niet tornen aan de bestaande regeling voor mensen die gebruikmaken van kinderopvang. Die opvang is duur en daar moet de overheid een steentje aan bijdragen. Voor de arbeidsmarkt is het goed dat er meer vrouwen werk zoeken. Daar sta ik ook achter.
Maar ik zou graag aan ouders die het kind niet naar een crèche brengen, hetzelfde bedrag uitkeren. Bij de bestaanszekerheid van een kind behoren niet alleen de kosten voor levensonderhoud, maar ook liefdevolle zorg. Dat doe je helemaal thuis of je besteedt het voor een deel uit aan de kinderopvang. Ik vind dat de overheid daartussen geen fundamenteel verschil moet maken. Ik pleit eigenlijk voor een persoonsgebonden budget voor alle ouders die kinderen opvoeden. Laten we dat debat maar eens gaan voeren. Ik denk dat de tijd er rijp voor is. We moeten er eerst maatschappelijk draagvlak voor zoeken, maar dat is geen zaak van vandaag of morgen.”
vraag (u14(Dat hoeft toch niet zo veel geld te kosten? Als het geld dat nu voor de kinderopvang bestemd is wordt verdeeld over alle ouders, is er al sprake van meer rechtvaardigheid?
„Dat kan niet. Dan loopt de overheidsbijdrage voor ouders die gebruikmaken van kinderopvang terug tot een kwart van wat het nu is. Kinderopvang wordt dan onbetaalbaar.”
De Geus vindt dat de realisering van een dergelijke verzorgingstoeslag nu niet in het regeerakkoord moet worden vastgelegd. Daarvoor is het zijns inziens nog te vroeg. De regeling kost ook veel geld. De bewindsman zou graag willen dat er een maatschappelijk debat over deze kwestie ontstaat. „Als het gaat om de positie van gezinnen, dan zit hier een manco in het systeem.”
vraag (u14(De Reformatorisch Maatschappelijke Unie heeft naar aanleiding van het Nibud-onderzoek gepleit voor verlaging van de WW-premie om daarmee het besteedbaar inkomen van burgers te vergroten. De miljardenreserves die in de sociale fondsen zitten, zijn toch van de werknemers?
„Het geld dat in deze fondsen zit, hebben we de komende jaren hard nodig, gezien de verslechterende economische omstandigheden. De overschotten zijn vooral boekhoudkundig. De fiscus beheert deze fondsen. Als we het geld in de vorm van lastenverlichting aan de werknemers zouden teruggeven, betekent het ook dat we de belasting met eenzelfde bedrag moeten verhogen. Het geld moet ergens vandaan komen.”
vraag (u14(Wilt u de ouders van kinderen voor de stijgende studie- of ziektekosten tegemoetkomen?
„De huidige lappendeken van allerlei tegemoetkomingen wil ik het liefst concentreren in de maatregelen die ik heb genoemd: de inkomensafhankelijke kinderkorting, de kinderbijslag en de verzorgingstoeslag. Alle andere tegemoetkomingen zoals de bijzondere bijstand en de regeling voor studiekosten wil ik het liefst afschaffen.”
vraag (u14(De tegemoetkoming in de studiekosten is toch al specifiek gericht op ouders met kinderen in het voortgezet onderwijs. Bovendien is de regeling inkomensafhankelijk.
„Dat is waar. Maar er kan best het een en ander worden vereenvoudigd. Voor mij hoeven ouders niet op allerlei plaatsen door middel van subsidieregelingen te vechten voor hun gelijk. Er moet gewoon een helder beleid zijn.
De overheid moet solidair zijn met kinderen en dus kinderbijslag geven. De overheid moet solidair zijn met ouders met lage inkomens door het realiseren van een inkomensafhankelijke kinderkorting en de overheid moet solidair zijn met de opvoeders door geen onderscheid te maken tussen ouders die hun kind naar de crèche brengen en ouders die hun kind thuis opvoeden.”
vraag (u14(Moet er in het nieuwe kabinet weer een staatssecretaris van Familiezaken komen of is nu een minister van Gezinszaken op z’n plaats?
„Ik pleit voor een minister van Sociale Zaken met een visie op gezinsbeleid. Een aparte minister van Gezinszaken spreekt mij eerlijk gezegd niet zo aan. Dat zou een verzwakking voor het gezinsbeleid betekenen. Een aparte minister moet namelijk allerlei zaken bevechten bij zijn collega’s. Dat werkt niet. Een aparte staatssecretaris van Familiezaken is voor mij geen must.”
vraag (u14(Welke coalitie is vanuit de optiek van het gezin het beste? CDA/PvdA of CDA/VVD?
„Op dit punt zijn PvdA en VVD één pot nat. Onder paars hebben we gezien hoe weinig deze partijen doen voor het gezin. De PvdA wil best wat extra’s doen, maar vooral gericht op lage inkomens. De partij is niet echt een gezinspartij. Het CDA wil als grootste partij het taboe op het gezinsdenken verder doorbreken. Met de PvdA is te praten over extra ondersteuning en de praktijk heeft geleerd dat ook de VVD op dit punt geen blokkades zal opwerpen. Ik wil me er in ieder geval graag voor inzetten als minister van Sociale Zaken, ook in een volgende regering.”