Economie
„Snoepgoed moet achter slot en grendel”

Financiële problemen hebben ze niet direct. Klagen willen ze daarom al helemaal niet. Toch moet Profile-fietsenmaker Klaas Weerstand op Urk met z’n opgroeiend geslacht op de kleintjes letten. „Koek en snoep zitten hier achter slot en grendel.” Een groot gezin is niet alleen kommer en kwel. „’t Is Israëls God, Die krachten geeft.”

12 February 2003 10:42Gewijzigd op 14 November 2020 00:07
URK - Klaas en Alie Weerstand met hun acht kinderen en twee kleinkinderen op de fiets. Het fietsenmakersgezin uit Urk moet op de kleintjes letten, maar mag zeker niet klagen. De tweewielerspecialist waardeert de aandacht voor de problematiek van grote gez
URK - Klaas en Alie Weerstand met hun acht kinderen en twee kleinkinderen op de fiets. Het fietsenmakersgezin uit Urk moet op de kleintjes letten, maar mag zeker niet klagen. De tweewielerspecialist waardeert de aandacht voor de problematiek van grote gez

In de grote woonkeuken van een riante twee-onder-een-kap staat een langgerekte eettafel. Vier stoelen aan de ene, vier stoelen aan de andere kant. De twee uiteinden zijn onbezet. De twee oudsten uit het gezin met acht kinderen zijn inmiddels getrouwd.

Weerstand runt op Urk een fietsenwinkel. Zestien jaar geleden is hij overgestapt van de vis naar de fiets. Een dikke twee jaar terug hebben hij en zijn vrouw Alie een nieuwe zaak geopend. Met succes. Onlangs is de winkel genomineerd voor het predikaat ”Tweewielerwinkel van het Jaar”.

De rijwielhersteller heeft een goedbelegde boterham. De economische teruggang gaat echter de deur van Weerstand niet voorbij. „Klanten stellen hun aankopen uit.” Bij ondernemers met een groot gezin gaat het niet altijd van een leien dakje. „Veel mensen denken dat je het gemakkelijk verdient en ook even gauw kunt uitgeven. Nou, zo werkt het niet. Ik zie in Nederland te veel bedrijven op de fles gaan.”

Weerstand keert zichzelf wekelijks een vast bedrag aan salaris uit. „De rest moet in de zaak blijven om eventuele investeringen te bekostigen. Rente, aflossing, energie en niet te vergeten personeelskosten moeten worden betaald.” Ook de kosten voor de schoolgaande kinderen tikken door. „Toen we er twee op de Pieter Zandt hadden en eentje op de Saldenus, waren we alleen daaraan al een kleine 4000 euro per jaar kwijt. Niet om te klagen, maar daarvoor krijg je geen tegemoetkoming van de overheid.”

Om rond te komen, heeft het gezin afspraken gemaakt. De twee werkende jongens dragen elk 20 euro per week bij. „Ze vinden dat heel wat.” De ouders leggen het geld opzij. „Als ze gaan trouwen, krijgen ze het in de vorm van een wasmachine terug.” De jongens betalen schoenen en kleding zelf. „Scheerschuim en gel hoeven ze niet zelf aan te schaffen.” Voordat de jongens werkten, moesten de ouders ook hun schoenen financieren. „Als ze destijds Nike’s wilden, dan moesten ze echt de helft zelf betalen.”

Levensonderhoud van opgroeiende kinderen kost veel, weet de familie Weerstand. „Een mergpijpje? Daar lachen de jongens om: „Op één been kun je niet staan”, zeggen ze dan. Ze eten hier alles wat los en vast zit. Het is dat ze nog niet aan kannibalisme doen, anders gingen bezoekers hier de pan in.”

Koek, snoep en frisdrank moeten goed in de gaten worden gehouden. „Wat opengaat, is op.” Vorig jaar heeft het gezin een speciale kast gekocht. „Met slot”, legt Alie Weerstand uit. „Koek en snoep zitten nu achter slot en grendel.”

Het fietsenmakersgezin let bewust op de uitgaven. „Melk en chips haal ik bij de Aldi of de Boni, bij vlees let ik altijd op aanbiedingen.” Alie knipt de haren van man en kinderen zelf. „Ik heb een kapperscursus gevolgd. Acht kinderen laten knippen, is niet meer te betalen.”

Urk telt relatief veel grote gezinnen. Voor de fietsenmaker betekent dat niet per definitie veel klandizie. Integendeel. „Dat zou je kunnen denken”, zegt Klaas. „Maar grote gezinnen hebben vaak minder te besteden, zodat ze niet voor ieder kind een goede fiets kunnen kopen.”

De tweewielerspecialist heeft het voordeel op Urk werkzaam te zijn. „Urkers verslijten veel fietsen. Als ik een drie jaar oude tweewieler van buiten Urk moet inruilen, dan ziet die er nog als nieuw uit. Op Urk kan een fiets na drie jaar totaal versleten zijn. Urkers zijn nu eenmaal wat ruiger.”

Alie werkt als vennoot regelmatig actief mee in de VOF. De administratie en boekhouding vergen zo’n acht uur per week, schat ze. Bovendien springt ze af en toe bij in de zaak. Vooral zomers. Ze wil niet dat de kinderen lijden onder haar werkzaamheden. „We hebben op de vliering van de winkel speciaal een speelplek gemaakt. Daardoor kunnen de kinderen mee als ik in de winkel moet zijn.” Verder kan ze voor de opvang van haar kroost een beroep doen op haar oudste dochter. „Dat is het voordeel van een groot gezin.”

De familie Weerstand voelt zich „zeer rijk” gezegend. „Je kunt in je huishouden nog zo goed je best doen, maar de Heere zal het moeten zegenen. We zijn bijna nooit ziek, we zien nooit een ziekenhuis vanbinnen. Dat is een wonder. Want dat kan ook anders. Er zijn wel eens mensen die zeggen: Hoe red je dat allemaal? Ach, ik vind helemaal niet dat we een groot gezin hebben. En bovendien… ’t is Israëls God, Die krachten geeft.”

Dit is het derde deel in een serie portretten van grote gezinnen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer