Zonnevylle zegt te begrijpen dat er discussie is over de deelname van Willem-Alexander aan het project. „Het is zeer ongelukkig om voor zo’n arm land als Mozambique te kiezen, zeker als je dat doet vanuit het oogpunt van privacy. Ik vind dat minister-president Balkenende en koningin Beatrix hierover zouden moeten praten. Ik zou gehele afgelasting van het project zeer waarderen.”

In de Tweede Kamer was al eerder kritisch gereageerd op het project, maar Balkenende gaf toen aan dat het paar doorgaat met de bouw van de vakantievilla. Ook schreef de premier destijds dat de projectontwikkelaar „extra stappen zet die moeten leiden tot ontwikkeling van het gebied en verbeteringen voor de bevolking.”

Prins Willem-Alexander en prinses Máxima willen de vakantiewoning op het schiereiland Machangulo voor de kust van Mozambique voor privédoeleinden gebruiken.

Het huis maakt deel uit van een groter project. Zo moet er ook een vijfsterrenresort verrijzen. De ontwikkelingsmaatschappij Machangulo SA wil dat de plaatselijke bevolking ook van de ontwikkelingen profiteert. Zo zouden er inmiddels vijf scholen en een ziekenhuis zijn gebouwd en een zestal waterputten geslagen.

Op het jaarcongres van de Bond van Oranjeverenigingen afgelopen zaterdag in het Overijsselse Vroomshoop benadrukte Zonnevylle dat kabinetsleden de laatste weken „met meer inzicht en tact” hadden moeten omspringen met onderwerpen die betrekking hadden op de koninklijke familie.

„Duidelijke communicatie en informatie over deze onderwerpen had er zeker toe bijgedragen dat de monarchie niet ongewenst en onnodig in discussie komt”, aldus Zonnevylle, in het dagelijks leven burgemeester van Leiderdorp.

Hij meent dat de verantwoordelijke ministers hadden kunnen voorkomen, dat Kamerleden snel een oordeel klaar hebben over het functioneren van de monarchie, zoals de laatste tijd het geval is.

Zonnevylle: „Onze volksvertegenwoordigers zijn elke dag verbijsterd, geschokt en hoogst onaangenaam verrast. Er worden direct uitspraken gedaan over het stijgen van het inkomen van de leden van het Koninklijk Huis tijdens een recessie, de bouw van een vakantiewoning in het buitenland of over brievenbusfirma’s in Den Haag. Onderwerpen, die niet slechts met een oordeel kunnen worden afgedaan.”