Ds. Zweistra: een stadsjongen op de Veluwe
Een echte stadsjongen, noemt hij zichzelf. De predikant van de hersteld hervormde gemeente in Elspeet voelt zich op de Veluwe echter ook heel goed thuis. „Zowel de predikant als de gemeente moet zich op punten aan elkaar aanpassen”, meent ds. H. Zweistra, die zondag zijn 25-jarig ambtjubileum herdenkt.
Ook op een warme zomerdag knoopt ds. Zweistra de lange zwarte jas dicht en gaat de hoed op wanneer hij zijn woning verlaat. Terwijl hij van de pastorie naar de naastgelegen nieuwbouw van de kerk van de hersteld hervormde gemeente loopt, groet hij de toeristen die de nieuwbouwkerk op de foto nemen.Het ruime kerkgebouw aan de Vierhouterweg nadert z’n voltooiing. De grote kerkzaal moet straks plaats bieden aan ruim duizend kerkgangers. De predikant is blij met de kerk, die van de gemeente Nunspeet gebouwd mocht worden op een stuk grond naast de pastorie. Zowel de grond als de pastorie werd na 2004 door de Protestantse Kerk overgedragen aan de hersteld hervormde gemeente. Wel is er, zegt ds. Zweistra, de pijn dat binnenkort de monumentale Dorpskerk in het centrum van Elspeet – waar de hervormde en de hersteld hervormde gemeente nu op zondagen nog beide hun kerkdiensten houden, verlaten zal worden. „Dat grijpt zeker voor bewoners hier bijzonder diep in.”
Henk Zweistra werd in 1950 geboren in Rotterdam-Zuid. „Ik ben een echte stadsjongen, gewend aan asfalt, steen en beton.” De familie Zweistra kerkte in Rotterdam bij de gereformeerde gemeente in hersteld verband. Henk kreeg kerkelijk al snel een zwervend bestaan. „Ik heb enorm getobd, gevraagd, gezocht en groeide eigenlijk los van de kerk. Dat was een intens donkere periode voor me.”
In 1967 verhuisde hij naar het internaat van De Driestar in Gouda. „Op De Driestar ben ik gevormd door een man als B. Florijn. Een docent die zeer existentieel les gaf. Er ging een wereld voor me open, mag ik wel zeggen.” Uiteindelijk kreeg Henk het advies niet het onderwijs in te gaan. „Ik ben toen in Utrecht klassieke talen gaan studeren.” Zweistra ging op kamers bij een weduwe in Montfoort. „Op een gegeven moment vertelde ze mij dat ds. J. P. Verkade in Montfoort werd bevestigd. Om haar een plezier te doen, ben ik gaan luisteren. Daar heb ik ds. G. Boer horen preken. Dat was een echte profeet.”
Ds. Zweistra kwam in aanraking met zijn huidige vrouw, die in het Zeeuwse Oosterland woonde, en raakte door haar betrokken bij de Gereformeerde Gemeenten. „Ik kwam in Oosterland onder het gehoor van ds. W. Hage. Zijn prediking heeft voor mij veel betekend. Hij vertolkte tot mijn verwondering wat er vanbinnen gaande was. Ik dronk de verkondiging in.”
Na hun huwelijk ging het echtpaar Zweistra in Zeist wonen. Ze kregen tien kinderen. In 1983 is net voor de geboorte een jongetje overleden.
Tere zaak
Ds. Zweistra: „Vanaf 1975 werd het diepe verlangen geboren om Gods Woord te mogen prediken. Gelet op mijn vroegere levensgang was dat voor mij een onmogelijkheid. Met niemand heb ik over deze tere zaak durven spreken, alleen mijn vrouw wist ervan. In 1976 heb ik mij gemeld bij de kerkenraad in Zeist en in 1977 werd ik door die kerkenraad voor het eerst doorgestuurd naar het curatorium in Rotterdam. Er was geen vrijmoedigheid om me toe te laten tot de studie. Dat gaf veel verdriet. Na 1977 ben ik nog tweemaal in Rotterdam geweest.”
Zweistra kreeg een baan op een mavo in IJsselstein. „Met grote vreugde heb ik daar mogen werken. Helaas raakte ik die baan in 1979 kwijt. Ik durfde het aanbod voor een vaste betrekking niet aanvaarden omdat de Heere me voor iets anders had geroepen. Geen baan dus en afgewezen door het curatorium. Via een vriend kreeg ik twee dagen later een baan aangeboden op de Guido de Brès in Rotterdam-IJsselmonde.”
Het gezin verhuisde naar het westen. Ds. Zweistra: „Inmiddels was ik door alles lichamelijk gaan tobben. Na drie maanden lesgeven moest ik ophouden en heb ik zes maanden thuis gezeten. In 1981 ben ik door de kerkenraad van Hendrik-Ido-Ambacht, waar ik inmiddels diaken was geworden, doorgestuurd naar het curatorium. En opnieuw was er geen vrijmoedigheid mij toe te laten. Op aanraden van mijn vrouw ben ik toen weer gaan studeren in Utrecht, waar ik in 1983 de studie theologie kon afronden.”
Vol lof spreekt ds. Zweistra over zijn leermeesters aan de universiteit in de domstad. „Ik heb veel geleerd van mannen als professor dr. H. Jonker en prof. dr. A. de Reuver, bij wie ik vicariaat heb gelopen. In oktober 1983 zijn we als gezin overgegaan naar de Nederlandse Hervormde Kerk. Tot voor enige jaren een ondenkbare gang. Ds. D. J. Budding heeft mij uiteindelijk in 1984 bevestigd tot predikant in Wouterswoude.” Na Wouterswoude diende ds. Zweistra de gemeenten van Maartensdijk, Leerboek en, sinds 2006, de hersteld hervormde gemeente te Elspeet.
Studie
Nadat hij in 1977 al een poosje bezig was geweest met een studie over de rechtvaardigmaking, pakte de predikant in 2000 de draad van die studie weer op en schreef er uiteindelijk een scriptie over. „Dat heeft voor mijn persoonlijk leven veel betekend. De Heere rechtvaardigt een mens die tot in zijn diepste existentie verdorven is. Hij rechtvaardigt geen rechtvaardige. Wie de doodstaat van de mens niet tot in zijn radicaliteit verstaat, heeft geen zuiver zicht op de rechtvaardiging. Naar mijn diepste overtuiging is de nood van onze gezindte dat de wedergeboorte wordt losgekoppeld van de rechtvaardiging. De mens met al zijn ervaringen staat in de prediking helaas zo vaak centraal.”
Op dit moment is de predikant, naast het werk in de gemeente, bezig met een studie over het onderwerp ”schuld en vergeving”, onder leiding van dr. J. C. Borst, hoogleraar aan de Evangelische Theologische Faculteit (ETF) in Leuven. „De praktische theologie heeft altijd m’n hart gehad, misschien ook omdat ik zelf op psychisch en geestelijk gebied wel wat heb meegemaakt.”