Predikant als opinion leader
Predikanten zouden toegerust moeten zijn om aan het publieke debat deel te nemen, zei prof. dr. F. G. Immink vorige week tijdens de jaarlijkse predikantencontio van de Gereformeerde Bond. De grenzen liggen voor de Utrechtse hoogleraar evenwel helder. „Een dominee is geen politiek of economisch specialist. Hij moet niet doen alsof hij overal verstand van heeft.”
Op de opiniepagina van een krant zou prof. Immink niet zo snel van zich laten horen, licht hij toe. „Een predikant moet zich ervan bewust zijn dat hij vanuit godsdienstig perspectief naar de wereld kijkt. Je zou hem een specialist op het gebied van het godsdienstige leven kunnen noemen. Daar gaat het publiek debat voor een deel ook over, maar een dominee kan zich niet zonder meer op politiek of economisch vlak begeven. Daar zijn andere specialisten voor. Je spreekt vanuit een ambt en moet beseffen dat je dat ambt niet mag misbruiken.”
Volgens Immink, kerkelijk hoogleraar in de domstad, zitten dominees die op opiniepagina’s schrijven al enigszins op de grens. „De vraag is: Hoe deskundig is iemand als predikant? Hij moet altijd uitkijken, weet overal een klein beetje van, maar moet niet doen alsof hij overal zicht op heeft. Een predikant zit niet in de politiek of zo.”
Desalniettemin pleit de hoogleraar er wel voor een thema als de multireligieuze samenleving in orthodox-gereformeerde kring eens bespreekbaar te maken. „Andere godsdiensten zijn niet meer iets van het zendingsveld, maar bevinden zich direct om de hoek. Hoe ga je hiermee om, hoe kun je je eigen identiteit bewaren en tegelijk tolerant zijn? Vragen waar veel mensen mee zitten, merk ik. Vragen die te lang zijn weggestopt, ook in kerkelijke kringen.”
Prof. Immink ziet de taak van predikanten in het publieke debat vooral gelegen in het impliciet toerusten van de eigen gemeenteleden om in de maatschappij te kunnen staan. „Je bent voortdurend bezig met het analyseren van de maatschappij waarin je leeft, met mensen die in deze samenleving hun weg proberen te vinden. Predikanten helpen gemeenteleden om tot meningsvorming te komen over dingen die zowel het geestelijke als het alledaagse leven aangaan: gezin en huwelijk, blijdschap en verdriet, arbeid en dienstbetoon, enkeling en gemeenschap.
De dominee is binnen de gemeente een soort opinion leader. Dat wil niet zeggen dat hij overal een uitgesproken mening over heeft, maar dat hij voortdurend bezig is met meningsvorming en daarover met mensen in gesprek gaat. Uitspraken over politiek, economie of globalisering passen hem niet.”
De profeten ten tijde van het Oude Testament deden onmiskenbaar politieke uitspraken.
„Predikanten van nu zijn niet zomaar met hen te vergelijken. De profeten waren bijzonder geroepen mensen. Profeet was niet zo’n geïnstitutionaliseerd ambt als priester en koning. Profeten hadden een speciale roeping; in de nood der tijden werden ze er met een bepaalde opdracht opuit gestuurd. Dominees van nu zijn veel meer priesters die de wet onderrichten, of leraars die de Schrift uitleggen. Niet te vergelijken met Jeremia of Johannes de Doper.”
Hoe kan de predikant in zijn preek de verkiezingen ter sprake brengen? Dus niet aanroeren?
„Hij zal mensen kunnen wijzen op hun verantwoordelijkheid om als burger te stemmen. Maar mag je dan een stemadvies geven? Ik denk het niet. Het gaat er meer om bepaalde aspecten van het christelijke leven mee te geven. Wat je dan moet noemen? De in het oog springende ethische kwesties die door de paarse kabinetten verkeerd zijn behandeld? Of het sociale gezicht van de werkelijkheid, het feit dat het niet alleen gaat om arbeid en geld maar ook om dienstbetoon? ’t Is maar net wat je beklemtoont. Je kunt erg inspelen op je gehoor door bepaalde items te noemen en andere te verzwijgen.
Het blijkt heel lastig een goede afweging te maken. Kijk uit om te suggereren op een bepaalde partij te stemmen. Predikanten moeten zich beperken tot een appèl op motieven uit de christelijke traditie: barmhartigheid, liefde, gerechtigheid. De gebeden zijn wat dat betreft nog gevoeliger dan de preek. In het gebed spreken predikanten zich vaak veel explicieter uit.”
Telkens gaan er stemmen op dat de kerken in het debat over waarden en normen een belangrijke bijdrage kunnen leveren.
„De kerk heeft een normatieve visie op het leven als een leven voor Gods aangezicht. Het woord ”normen” klinkt altijd een beetje belerend en negatief. Daarom is het niet gemakkelijk een link te leggen van de kerk naar het politieke niveau en de media. De overheid zit vaak niet te wachten op de bijdragen van de kerken. En dat niet alleen vanwege de secularisering; misschien ook wel omdat de kerken in het verleden meer over normen dan over waarden hebben gesproken. Overheid en publieke opinie zien al gauw betutteling, terwijl de kerken toch een belangrijke bijdrage hebben te leveren.”
Hoe kunnen de kerken actie ondernemen om met hun morele visie op de werkelijkheid daadwerkelijk bij te dragen aan de verbetering van het publieke domein?
„Ik moet eerlijk zeggen: Ik weet het gewoon niet. We hebben in het verleden zowel de theocratische benadering (CHU, SGP) als de kuyperiaanse benadering gehad (ARP). Beide visies werken niet meer goed. De theocratie is door de secularisatie achterhaald, en hetzelfde geldt voor de verzuiling. We zitten nu even met de handen in het haar. We weten eigenlijk niet hoe het verder moet.”
Dit is het eerste deel in een serie van vier. Donderdag: J. G. Fijnvandraat, voorganger bij de Vergadering van Gelovigen.