Titel: ”Banner in the West. A Spiritual History of Lewis and Harris”
Auteur: John Macleod
Uitgeverij: Birlinn Limited, Edinburgh, 2008
Pagina’s: 398
Prijs: ca. € 30,-.
Het heeft jaren geduurd voordat vliegtuigen op zondag op het Schotse eiland Lewis en Harris konden landen. De veerboot van Ullapool naar Stornoway heeft nog steeds geen dienst op de ”Sabbath”. Het ”Long Island” van de Outer Hebriden, de eilandengordel ten noordoosten van het Schotse ”mainland”, kent een rijke geestelijke historie. John Macleod, de succesvolle journalist en kenner van de Hebriden, schreef een fascinerend boek over de calvinistische identiteit van het eiland.
De pen van de zoon van de ”Principal” van het Free Church College in Edinburgh is soms cynisch, soms partijdig, maar desondanks houdt hij vast aan zijn grote affiniteit met de behoudende presbyteriaanse kerken van zijn land. Het fraai uitgevoerde boek ”Banner in the West” geeft niet alleen een beeld van de Keltische cultuur van het vlakke, met turf overdekte eiland waar oceaandepressies vaak de dienst uitmaken en waar het Gaelic nog gesproken wordt. Het schetst op boeiende wijze de godsdienstige ontwikkeling van de bewoners vanaf het vroege christendom en de daaropvolgende donkere middeleeuwen, de invloed van de Reformatie die enkele eeuwen achterbleef en de climax van de opwekkingen omstreeks 1820 met de grote effecten daarvan op het volksleven. Het was de bevindelijke vroomheid, getoonzet door de krachtige prediking van zonde en genade, die vele harten raakte en die nog effectief is. Het leven met de Heere was en is zichtbaar in de verschillende, veelal afgelegen dorpen, die steeds meer door de toenemende mobiliteit en moderne communicatiemiddelen werden ontsloten, met alle positieve maar ook negatieve gevolgen van dien.
Een pluspunt van dit boek vind ik de grote sympathie van de auteur voor het geestelijke gedachtegoed dat het eiland stempelt, dat zowel bij de Free Church als bij de Free Presbyterians wordt bewaard. Hij schetst ”Ministers and Men” uit beide denominaties en ook uit de Church of Scotland vóór de ”Disruption”, mannen en ook vrouwen die opvielen door hun tere godsvreze. Daarbij put hij niet alleen uit schriftelijke bronnen, maar ook uit overgeleverde anekdotes. We krijgen een goed beeld van de manier waarop zij tot bekering kwamen en hoe zij de heiliging van hart en leven praktiseerden. Gelukkig is dit geen hagiografische beschrijving, want ook hun feilen, eigenaardigheden en beperkingen weet hij op de juiste toon en op bescheiden wijze te verwoorden.
Het boek van Macleod blijft bij de grote hoeveelheid details boeiend. Gebeurtenissen worden niet zonder achtergronden geschilderd en bij alle informatie blijkt zijn grote kennis van het volkskarakter en niet te vergeten van de godsdienst van de eilanders. De verschillende geestelijke oplevingen lopen als een rode draad door het boek heen. Terecht geeft de ondertitel aan dat het een geestelijke historie is waarvan wordt verhaald.
De funeste gevolgen van enkele kerkscheuringen worden niet omzeild. De gemoederen werden daardoor soms verhit, wat het geestelijke leven wellicht heeft doen tanen, maar dit betekende niet dat Gods werk ook in de vorige eeuw is gestopt. Wel lezen we hoe in die tijd steeds weer aanslagen werden gepleegd op het isolement van het eiland. De westerse cultuur heeft op Lewis toegeslagen en dit proces gaat door. Positief is een opmerkelijke toename van het aantal ”Communion members” (avondmaalgangers) in de laatste jaren in de Free Church door bekeringen onder vooral jonge pubers. De oudere generatie beziet de spontane getuigenissen onder hen soms met sceptische ogen, omdat de vrijmoedigheid en een zekere breuk met vastgeroeste vormen hen tegenstaan. Opmerkelijk dat vooral hypercalvinistische argwaan, het star vasthouden van een bepaald bekeringspatroon en een fatalistische kijk op de uitverkiezing ook hier merkbaar zijn. Gods werk gaat echter door, ook in Schotland.