Bidden, preken en danken
Een strikte scheiding tussen kerk en staat. De meeste Amerikanen zijn daar erg trots op. En ze zijn uiterst waakzaam dat die middelmuur de twee invloedssferen goed scheidt. Dat neemt niet weg dat er in het staatkundig leven van de Verenigde Staten veel herinnert aan de christelijke wortels van de Amerikaanse democratie. Dat blijkt ook zeker uit het ceremonieel rond de inauguratie van een president. Een uitleg bij verschillende gebruiken.
Ambtseed (I)De tekst van de ambtseed die elke president aflegt, ligt vast in de Amerikaanse grondwet. Deze luidt: „Ik zweer (of beloof) plechtig dat ik het ambt van president van de Verenigde Staten trouw zal vervullen, en dat ik alles zal doen wat in mijn vermogen ligt om de Grondwet van de Verenigde Staten te handhaven, te beschermen en te verdedigen” (artikel II, lid 8). De eed wordt afgenomen door de chief justice, de hoogste rechter van het land. Bij de beëdiging van Obama is dat John G. Roberts jr.
Ambtseed (II)
In de grondwettelijk voorgeschreven tekst staat niet de formulering: „Zo (waarlijk) helpe mij God.” Deze woorden zijn later officieus toegevoegd. Ze werden voor het eerst gebruikt door president Chester A. Arthur (1881-1885). Recent hebben Amerikaanse atheïsten via een gerechtelijke procedure geprobeerd te voorkomen dat Barack Obama ze ook zou uitspreken. Donderdag heeft de rechter bepaald dat er geen bezwaar bestaat tegen het gebruik van deze frase.
Bijbel (I)
Bij het zweren van de eed legt de president zijn linkerhand op de Bijbel en steekt hij zijn rechterhand omhoog. De president bepaalt zelf welke Bijbel hij daarvoor wil gebruiken. Obama heeft gekozen voor de Bijbel die Abraham Lincoln bij zijn ambtsaanvaarding in 1861 gebruikte. Deze Bijbel maakt deel uit van de collectie van de bibliotheek van het Congres in Washington en wordt voor het eerst in 150 jaar weer bij de beëdiging van een president gebruikt. Met de keus voor de Bijbel van Lincoln geeft Obama het signaal af dat hij deze president als zijn grote voorbeeld ziet.
Nixon, Carter en George W. Bush kozen voor de huisbijbel. Reagan gebruikte die van zijn moeder. Clintons hand rustte op de Bijbel die hij van zijn grootmoeder kreeg.
Alleen van president Franklin Pierce (1853-1857) weten we met zekerheid dat hij het gebruik van een Bijbel bij zijn inauguratie afwees. In plaats daarvan legde hij zijn hand op een wetboek. Maar Pierce wilde ook niet de eed afleggen, doch de gelofte.
President Theodore Roosevelt gebruikte bij zijn eerste beëdiging in 1901 ook geen Bijbel. Wat het dan wel was, weet niemand. Het was echter geen principiële keus, want bij het begin van zijn tweede ambtstermijn gebruikte Roosevelt wel een Bijbel. President Johnson, die in 1963 na de moord op John F. Kennedy onverwacht het presidentschap op zich moest nemen, legde bij zijn beëdiging (in het vliegtuig) zijn hand op een misboek, ofschoon hij niet rooms-katholiek was.
Bijbel (II)
Of de linkerhand op een open of gesloten Bijbel wordt gelegd, bepaalt de president zelf. De meesten kiezen overigens wel voor een geopende Bijbel.
President Truman hield een gesloten Bijbel in zijn linkerhand en legde zijn rechterhand op de kaft. De presidenten John F. Kennedy, Lyndon B. Johnson (bij zijn tweede beëdiging) en George W. Bush (bij zijn eerste ambtstermijn) kozen ook voor een gesloten Bijbel. Richard Nixon gebruikte twee bijbels die beide geopend waren.
Bijbeltekst
Met veel belangstelling wordt steeds gekeken bij welke tekst de Bijbel openligt als de president de eed aflegt. Bij de beëdiging van de eerste president, George Washington, was dat bij Genesis 49:13: „Zebulon zal aan de haven der zeeën wonen; en hij zal aan de haven der schepen wezen, en zijn zijde zal zijn naar Sidon.” Het verhaal wil dat dit was vanwege de haast waarmee het inzweren van de eerste president gebeurde. Het was dus min of meer per ongeluk.
Veel van zijn volgers kozen de teksten zorgvuldiger. Abraham Lincoln had er drie gekozen: Mattheüs 7:1 en 18:7 en Openbaring 16:7. President Franklin D. Roosevelt, die als enige vier keer beëdigd werd, koos elke keer voor 1 Korinthe 13. George Bush, de vader van de nu vertrekkende president, liet in 1989 de keus afhangen van de plaats waar de Bijbel opviel. Het was Mattheüs 5. Zijn opvolger Clinton koos bij zijn tweede beëdiging voor Jesaja 58:2: „En die uit u voortkomen, zullen bouwen de oude verwoeste plaatsen; de fundamenten, van geslacht tot geslacht verwoest, zult gij oprichten; en gij zult genaamd worden: Die de bressen toemuurt, die de paden weder opmaakt, om te bewonen.”
De president die morgen vertrekt, koos bij zijn eerste beëdiging geen tekst; bij zijn tweede wel. Het ging om Jesaja 40:31: „ Maar die den Heere verwachten, zullen de kracht vernieuwen; zij zullen opvaren met vleugelen, gelijk de arenden, zij zullen lopen en niet moede worden, zij zullen wandelen en niet mat worden.”
Gebed (I)
Het gebed om Gods zegen was bij de eerste inauguratie van een Amerikaanse president onderdeel van de plechtigheid. President George Washington ging in 1789 na het afleggen van de eed direct naar de kerk, waar de Senaatspredikant een gebed uit het Anglicaanse Book of Common Prayer las. In de bijna anderhalve eeuw die volgde, was het gebed geen officieel onderdeel van de ceremonie.
Vanaf de tweede inauguratie van president Franklin D. Roosevelt in 1937 zijn er ten minste twee gebeden in de officiële ceremonie opgenomen. Ze worden niet in de kerk maar in de vergadering van het Congres, waar de beëdiging plaatsheeft, uitgesproken. Voorafgaand aan het inzweren van de president wordt het openingsgebed, de invocatie, uitgesproken en na afloop het slotgebed, de benedictie genoemd.
Het is mogelijk dat er tussen die twee gebeden nog andere worden opgezonden. Bij de inauguratie van president Eisenhower in 1953 waren dat er voor het eerst vier, waarvan hij er een zelf uitsprak. Na president Reagan is men weer teruggekeerd naar twee gebeden.
Gebed (II)
Het openingsgebed zal dit jaar worden verzorgd door de vooraanstaande evangelicaal dr. Rick Warren, predikant van de Saddleback Church in Lake Forest (Californië), een gemeente met 22.000 zielen. Het slotgebed spreekt dr. Joseph E. Lowery uit, predikant van de Black United Methodist Congregation in Atlanta (Georgia). Dr. Lowery heeft in de jaren zestig nog met dr. Martin Luther King samengewerkt in de burgerrechtenbeweging. (is2m(
De omstreden episcopale bisschop Gene Robinson, die zijn homoseksuele levenswijze openlijk uitdraagt, heeft gisteren bij de start van festiviteiten een gebed uitgesproken bij het Lincoln Memorial in Washington.
Gebed (III)
De laatste tien jaar is er voorafgaand aan elke beëdiging discussie of het vragen van een christen voor het uitspreken van een gebed geen schending is van de rechten van andere godsdiensten. Immers, een gebed afsluiten in de naam van de Heere Jezus Christus houdt feitelijk in dat daarmee het bestaan van andere goden ontkend wordt. Die discussies is er nu ook vooral rond het gebed van Rick Warren geweest, die bekendstaat als een overtuigd evangelicaal. Hem is gevraagd in hoeverre hij in zijn gebed ruimte laat voor aanhangers van ander godsdiensten. Warren heeft gezegd dat hij anderen niet wil discrimineren, maar dat het voor hem ook onmogelijk is zijn geloof te verloochenen. Hij is immers christen en zal daarom de naam van Jezus Christus niet kunnen verzwijgen.
De discussie over het gebed speelde voor het eerst in 2001, bij het aantreden van George W. Bush. Dr. Kirbyjohn Caldwell, predikant van de methodistenkerk in Houston, sloot zijn gebed af met: „We zenden dit ootmoedig gebed eerbiedig op in de naam die boven alle andere namen is gegeven, de Heere Jezus. Laat allen die daarmee instemmen zeggen: Amen.” Dat leidde tot een storm van kritiek, want daarmee zouden moslims, boeddhisten, hindoes en atheïsten worden gediscrimineerd.
Vier jaar later, bij het begin van de tweede ambtstermijn van Bush, was dr. Caldwell voorzichtiger. Hij sloot het gebed af met: „Met respect voor aanhangers van allerlei geloof zend ik dit gebed ootmoedig op in de naam van Jezus Christus, amen.”
Kerkdienst (I)
President Franklin D. Roosevelt was in 1933 de eerste na George Washington (1789) die op de dag van de inauguratie naar de kerk ging. Roosevelt en zijn vrouw bezochten op de morgen van de ambtsaanvaarding de St. John Episcopal Church, de kapel die naast het Witte Huis staat. Sindsdien is het de gewoonte van alle aankomende presidenten om op de morgen van hun beëdiging een gebedsdienst bij te wonen. Deze kerkdienst draagt een besloten karakter. In de meeste gevallen gaan ze naar dezelfde kapel als waar Roosevelt heenging. Barack Obama hoopt dat morgenochtend ook te doen in.
President John F. Kennedy bezocht op de morgen van zijn ambtsaanvaarding een mis. Richard Nixon ging op de dag van zijn beëdiging niet naar de kerk. In 1969 ging hij naar een gebedsontbijt op het ministerie van Buitenlandse Zaken en in 1973 bleef hij op de heugelijke dag thuis. Opvallend is ook dat president Carter, die bekendstond als een Bijbelgetrouw baptist, niet naar een kerkdienst ging, maar voorafgaand aan zijn beëdiging deelnam een interreligieuze gebedssamenkomst bij het Lincoln Memorial.
Kerkdienst (II)
Verschillende presidenten bezochten de dag na hun inauguratie een gebeds- en dankdienst. Obama zal woensdag ook doen. Deze National Prayer Service zal gehouden worden in the National Cathedral.
Predikers (I)
Obama heeft met zijn verzoek aan voorgangers duidelijk geprobeerd de verschillende godsdienstige denominaties in zijn land bij de festiviteiten te betrekken. Veel aandacht in de media is er geweest voor het verzoek van hem aan bisschop Gene Robinson en aan Rick Warren. Met het verzoek aan Robinson heeft Obama goodwill gekweekt bij de homo-organisaties. Door Rick Warren te vragen voor het openingsgebed heeft de behoudende evangelicale beweging aandacht gekregen. Nu dr. Lowery het slotgebed uitspreekt, weet de zwarte minderheid onder de christenen zich gewaardeerd. Dat dr. Lowery, een voorman van de geweldloze burgerrechtenbeweging, het gebed mag uitspreken, betekent ook dat Obama een meer militante emancipatiestrategie van de zwarten afwijst.
Predikers (II)
Tijdens de dankdienst woensdag treden vertegenwoordigers van andere religieuze groepen op. De preek wordt gehouden door ds. Sharon Watkins van de Disciples of Christ. Het is voor het eerst dat een vrouwelijke predikant een actieve bijdrage levert bij de bijeenkomsten rond de inauguratie. Doordat zij hiervoor is gevraagd, ziet het linkse en progressieve protestantisme zich vertegenwoordigd.
Behalve door ds. Watkins wordt er gebeden door een vertegenwoordiger van de moslimgemeenschap in Amerika. Drie rabbijnen, die elk een stroming binnen het Amerikaanse jodendom vertegenwoordigen, zullen elk ook een gebed uitspreken.
Het is ook de gewoonte de rooms-katholieke bisschop van Washington te vragen een gebed uit te spreken.
Predikers (III)
Het is overigens niet voor het eerst dat vertegenwoordigers van niet-christelijke godsdiensten worden gevraagd voor een bijdrage aan de plechtigheden. President Roosevelt vroeg voor de gebeden bij zijn beëdiging elke keer zowel een protestant als een rooms-katholiek. President Truman vroeg in 1949 voor het eerst een jood om te participeren. Dat gebruik werd gehandhaafd totdat in 1977 president Carter aantrad. Hij keerde terug naar de opzet die president Roosevelt had gekozen: een protestant en een rooms-katholiek. Alleen president Reagan vroeg in 1985 nog een keer een jood. Aanhangers van andere godsdiensten (moslims en hindoes) zijn door voorgangers van Obama nooit gevraagd. Op dat punt is er dus echt een verandering zichtbaar.(is2m(
De bekende evangelicale prediker Billy Graham heeft bij verschillende inauguraties een belangrijke rol gespeeld. Bij het aantreden van president Nixon in 1969 verzorgde hij het slotgebed. Bij George H. W. Bush in 1989 sprake hij het openings- en het slotgebed uit. Datzelfde deed hij bij Bill Clinton in 1993. Toen deze in 1997 aan zijn tweede termijn begon, hield Graham het openingsgebed. George W. Bush had ook graag gehad Billy Graham bij zijn inauguratie een gebed had uitgesproken. Graham was echter te oud en daarom werd in 2001 Grahams zoon Franklin gevraagd.