„Ik haalde een domme streek uit.” In het zaaltje van de Arnhemse rechtbank erkent sergeant-majoor C. H. (45) ruiterlijk dat hij zich op 15 augustus 2008 in Den Helder hoogst onverantwoordelijk heeft gedragen. Op een barbecuefeest sloeg de marineman de nodige alcohol achterover. De politie trof de militair laveloos op straat aan en bracht hem naar huis.

In plaats van daar zijn roes uit te slapen, nam de dronken militair de auto om, naar eigen zeggen, zijn nieuwe fiets op te halen. Die stond nog ergens in de stad. Toen de politie hem andermaal bij de kladden greep, wees een blaastest uit dat hij veel te diep in glaasje had gekeken. Er werd een alcoholpercentage van 615 microgram per liter uitgeademde lucht gemeten, drie keer de toegestane hoeveelheid.

Extra wrang is dat de sergeant-majoor in mei en juni 2008 drie herseninfarcten had gehad. De neuroloog had hem opgedragen op te passen voor alcohol en zeker niet achter het stuur te kruipen. C. zou een gevaar op de weg zijn.

Officier van justitie Monsma wijst de marineman erop dat de politie hem niet voor niets thuis heeft afgeleverd. „Je mag niet dronken in de auto stappen, maar ook niet op de fiets. Als je slingert, maak je zo een verkeerde uitwijkmanoeuvre. Je kunt dan zelf het bokkie zijn, maar ook andere mensen kunnen door je gedrag tegen een boom rijden. Daarom legt de politie dronken mensen in hun bedje.”

De aanklager en ook de militaire politierechter, mr. M. Somsen, kunnen niet vatten dat de sergeant-majoor niet lopend zijn fiets heeft opgehaald, als hij beweert dat het maar een klein eindje was van zijn huis naar de fiets. De rechter spreekt van „dronkemanslogica.” In nuchtere toestand beaamt de militair dat lopen „heel logisch” was geweest. „Maar op het moment zelf denk je wat minder logisch.”

Conform de eis van de officier van justitie legt de rechter de man een boete op van 650 euro, te voldoen in twee termijnen. Verder krijgt hij een voorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid van een halfjaar. „Prima. Ik zet er mijn handtekening onder”, incasseert H. zijn straf. „Ik wil nooit meer met alcohol op achter het stuur.”

Ook de 22-jarige Denis K., matroos eerste klas, ging zich in Den Helder aan de drank te buiten. Op 21 augustus 2008 registreerde de politie bij een blaastest 655 microgram, terwijl voor beginnend bestuurders 88 microgram de limiet is.

Pijnlijk genoeg veroorzaakte Denis, die op de kazerne in Den Helder een „paar biertjes” had gedronken, een aanrijding. De jongeman „schrok” toen een collega in de auto hem zei dat hij waarschijnlijk een auto had geramd. Denis zou tegen zijn collega hebben gezegd: „Morgen zoek ik de eigenaar op.” De politie nam na de aanrijding het rijbewijs van Denis in. Het roze papiertje moet hij ter zitting, in december 2008, nog steeds missen. Denis, die in Hilversum woont, is aangewezen op vervoer per trein.

Officier van justitie Monsma heeft geen goed woord over voor het gedrag van de militair. Hij spreekt van een „hufterige” overtreding. „Het had ook slechter kunnen aflopen. U had hier wegens rijden onder invloed ook kunnen zitten voor dood door schuld of voor het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel.” De aanklager eist een boete van 950 euro en een ontzegging van de rijbevoegdheid van acht maanden.

Militair raadsman marineofficier H. J. Verboom neemt het op voor Denis K. „Een veelbelovende matroos en een positief mens binnen de Koninklijke Marine, die bezig is met zijn korporaalsopleiding.”

De jongeman heeft de autoschade inmiddels betaald en deed de gedupeerde familie ook nog een doos bonbons cadeau. „Hij schaamt zich vreselijk en realiseert zich dat hij fout is geweest.”

Denis K. zelf, gestoken in onberispelijke marinekledij, trekt het boetekleed aan. „Ik heb spijt. Dit zal mij nooit meer gebeuren.”

Politierechter Somsen gaat iets onder de eis van de officier van justitie zitten. Hij legt Denis 750 euro boete op en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van een halfjaar.