De opstandelingen van Castro maakten met hun opstand een eind aan de dictatuur van Fulgencio Batista. Op 1 januari 1959 vluchtten Batista en zijn belangrijkste medestanders met vier vliegtuigen naar de Dominicaanse Republiek. Een week later trokken Castro en zijn guerrillastrijders onder luid gejuich van de bevolking de Cubaanse hoofdstad Havana binnen.

Fidel Castro maakte van het Caraïbische land een communistische eenpartijstaat. Hij bracht Cuba in de Koude Oorlog in het kamp van de Sowjet–Unie. In de zomer van 2006 droeg hij zijn presidentiële taken wegens gezondheidsproblemen over aan zijn vijf jongere broer Raúl. Die is sinds februari 2008 officieel staatshoofd van het Caraïbische land.

Afgelopen weekeinde zei Raúl Castro dat de overheid door de economische malaise moet gaan bezuinigen. Enkele gratis voorzieningen zullen verdwijnen. Verder gaat hij onder meer bezuinigen op vakanties en andere hoge uitgaven van hoge bestuurders.

Raúl houdt op nieuwjaarsdag een rede in Santiago de Cuba. Hij doet dat vanaf een balkon waar zijn broer Fidel precies vijftig jaar geleden de overwinning op Batista opeiste.

Een dag later begint een groep van aan het regime verbonden jongeren aan een tocht van Santiago de Cuba naar Havana. Op 8 januari moeten ze in Havana aankomen. Ze volgen de route die de Castro’s en de andere guerrillastrijders een halve eeuw geleden aflegden.