Paul lijkt met iedereen te sollen
„Wat ik aan mijn leven wil veranderen? Ik zou wel een mooie vrouw willen hebben met veel geld.” Typerende opmerking voor Paul.
Paul W. (31) lacht besmuikt, haalt zijn schouders op, zit een beetje onderuitgezakt, lijkt de draak te steken met alles en iedereen.
Illustratief is de verzuchting van een van de rechters: „Ik merk bij u geen houding van: ik wil aan mijn problemen werken.”
De vermeende dwarsigheid van Kerkradenaar Paul W. - dát is het hete hangijzer deze middag in de zaal van de Maastrichtse rechtbank.
Eerder werd W. veroordeeld tot zestien maanden cel voor onder meer brandstichting en hennepteelt. De brandstichting houdt verband met een wraakactie tegen de ex-vriend van Pauls homoseksuele vader. Boven op de zestien maanden kreeg Paul W. vier maanden voorwaardelijke cel opgelegd. Die vier maanden houdt justitie dus achter de hand.
Een voorwaardelijke straf gaat altijd gepaard met een zogeheten algemene voorwaarde. Dat betekent dat iemands voorwaardelijke straf alsnog in daadwerkelijke straf wordt omgezet als de veroordeelde binnen een proeftijd -van bijvoorbeeld twee jaar- opnieuw een strafbaar feit pleegt.
Daarnaast zijn er bijzondere voorwaarden bij een voorwaardelijke straf. De veroordeelde moet zich bijvoorbeeld houden aan afspraken met de reclassering. Doet hij dat niet, dan krijgt hij de voorwaardelijke straf alsnog aan zijn broek.
In het geval van Paul gaat de discussie over de vraag of hij zich aan zo’n bijzondere voorwaarde heeft gehouden.
Voor het openbaar ministerie lijdt het geen twijfel: veelpleger Paul neemt een loopje met de reclassering en heeft het verbruid. Die vier maanden moet hij alsnog brommen. Door niet serieus mee te werken aan pogingen van de hulpverlening hem weer op het rechte pad te krijgen, gooit hij zijn eigen glazen in, aldus officier van justitie A. Rogier.
De medewerkster van de reclassering zet voor de rechter uiteen hoe ze worstelde met de volgens haar ongeïnteresseerde Paul. De jongeman wilde niet praten over zijn alcohol- en drugsproblemen. Daarentegen schoof hij lastige schuldenproblemen op haar bordje. In een viertal gesprekken zei hij maar wat. „Hij antwoordt op alles ja of geeft belachelijke reacties.”
De rechters tonen zich ook sceptisch over de bereidheid van Paul W. om daadwerkelijk ten overstaan van de reclassering zijn goede wil te tonen. Heeft Paul eigenlijk wel de brief gelezen waarin staat waaraan de veroordeelde zich moet houden in zijn contact met de reclassering?
Paul W. haalt zijn schouders op. „Ik weet het allemaal niet. Ik krijg zo veel brieven.”
Zelf vindt de inwoner van Kerkrade dat het allemaal zo’n vaart niet loopt. Hij is toch echt bij alle gesprekken aanwezig geweest. En hij voelt er nu eenmaal niet voor om allerlei privéproblemen op tafel te leggen. Die gaan de reclassering niets aan.
Verder moet het Paul van het hart dat hij het optreden van de reclasseringsmedewerkster nogal „amateuristisch” vindt. „Het klikte niet. Er werd me gevraagd wat ik wil veranderen in mijn leven. Wat is dat nou voor een belachelijke vraag?”
Ook advocaat mr. René Corten meent dat het best meevalt met de dwarsigheid van zijn cliënt. „Het belangrijkste is dat hij niet meer in aanraking is gekomen met justitie. Bovendien heeft hij er zelf voor gezorgd dat hij weer een dak boven zijn hoofd en een uitkering kreeg. Nadat hij uit de cel kwam, heeft hij geen verdovende middelen gebruikt, afgezien van een weekje lekker snuiven.”
De raadsman kan wel begrijpen dat Paul W. er niet voor voelt zijn ziel op tafel te leggen. „Hallo, we zitten hier toch niet bij een navelstaardersclub? Mijn cliënt ergert zich aan een vraag als: „Wat wil je veranderen in je leven?” Smaken verschillen nu eenmaal. Mijn cliënt vindt het wel best zo. Hij is tevreden met een uitkering. Oké, dat is zonde van mijn belastinggeld, maar het kost nog meer belastinggeld als hij weer de gevangenis in moet.”
De rechter velt twee weken later het oordeel: Paul heeft het er inderdaad bij laten zitten. Hij had beter moeten meewerken met de reclassering. Anders dan de eis van het openbaar ministerie vonnist de rechter echter dat Paul W. voor zijn falen een werkstraf van 120 uur moet uitvoeren.