Slotheer en bosbouwer
Bad Arolsen is een rustig stadje in het Duitse heuvelland tussen Kassel en Paderborn. Aan het einde van de lange hoofdstraat ligt slot Arolsen. Hier kwam 150 jaar geleden de latere koningin Emma ter wereld. Nu woont vorst Wittekind van Waldeck en Pyrmont er met zijn gezin. In het statige woonvertrek blikt de achterneef van koningin Beatrix terug op het leven van Emma en vertelt de landedelman over zijn contacten met de Oranjes: „Wij zijn er in goede en in slechte tijden bij.”
Het slot van Bad Arolsen zit goed in de verf. Vorig jaar is een grote restauratiebeurt, die 22 jaar duurde, afgerond. Het gele paleis kan er voorlopig weer tegen.Op het grote plein voor het slot parkeert een bus uit Nederland. De toeristen haasten zich naar de ingang voor een rondleiding door de zalen van het monument. Ook de kamer van prinses Emma en de Emmaboom in de tuin krijgen ze te zien.
De rechtervleugel van het paleis is voor bezoekers gesloten. Dat is privéterrein. Daar werkt en woont de in 1936 geboren Wittekind vorst van Waldeck en Pyrmont, graaf van Rappolstein, heer van Hohenack en Gerolseck aan Wasigen, enzovoort. Aanspreektitel: ”Durchlaucht”, oftewel Doorluchtigheid.
Beneden heeft de vorst zijn kantoor. Van daaruit beheert hij samen met een aantal personeelsleden de bezittingen van de familie.
Op de eerste verdieping woont hij met zijn vrouw Cecilia gravin van Goëss-Saurau (1956) -van hoge Oostenrijkse adel- en drie zoons: erfprins Carl-Anton (geboren in 1991) en de tweeling Josias en Johannes (1993).
Een statig trappenhuis voert naar die vertrekken. Links en rechts van de donkerbruine trap hangen grote afbeeldingen, onder meer van jachttaferelen en van familieleden uit het verleden. Ook de wanden van de vorstelijke woonkamer hangen vol. Voor de grote schouw staat een zithoek met fauteuils. Op de grond liggen passende tapijten, de wanden zijn met hout gelambriseerd, tegenover het raam staat een antieke kabinetskast. Alles ademt historie.
Het geslacht Waldeck is oud, erg oud. De stamvader van vorst Wittekind is graaf Widukind III von Schwalenberg. Die leeft van 1116 tot 1137. De machtige familie laat bij het huidige stadje Waldeck een groot kasteel bouwen. Het wordt het stamslot voor de graven en gravinnen van Waldeck.
In de tijd van de Reformatie volgt de familie Maarten Luther. „Mijn voorvaders waren toen strengevangelisch”, zegt de vorst. In die periode krijgt de familie het klooster van Arolsen in bezit. In de 17e eeuw erven de Waldecks ook het graafschap Pyrmont.
Als graaf Friederich Anton Ulrich in 1712 ook nog eens in de rijksvorstenstand wordt verheven, besluit hij van Arolsen zijn residentie te maken. Op de plaats van het klooster laat hij een royaal onderkomen bouwen. Het resultaat is tot vandaag de dag zichtbaar: een schitterend barok paleis.
In de 19e eeuw worden de Pruisen steeds dominanter. Het vorstendom Waldeck en Pyrmont komt daardoor vanaf 1868 onder Pruisisch bestuur. De vorst van Waldeck en Pyrmont houdt wel zijn titel en een aantal rechten, maar zijn zeggenschap is behoorlijk ingeperkt.
In 1893 volgt vorst Friederich (1865-1946) zijn vader op. Hij is de laatste regerende vorst in Waldeck en Pyrmont. Na de Eerste Wereldoorlog verliest de Duitse adel zijn positie vrijwel volledig. Vorst Friederich moet grond en macht inleveren, maar hij is zo wijs niet direct een handtekening te zetten en af te treden. Er volgen stevige onderhandelingen tussen de vorst en Pruisen.
Vorst Wittekind profiteert nog altijd van het werk van deze grootvader. „Mijn opa heeft 30.000 hectare grond moeten afstaan, maar wel bedongen dat wij ruim 3000 hectare grond mochten houden. Ook mogen we het slot blijven bewonen zolang er een prins van Waldeck en Pyrmont is. Voorwaarde is dat wij 10 procent van de onderhoudskosten betalen. Het vruchtgebruik van het slot is voor ons.”
Door deze slimme constructie zijn de restauratiekosten voor anderen. Dat is een uitkomst. „We hebben net een restauratie van 25 miljoen euro achter de rug. Een enorm bedrag. Dat had ik zelf nooit kunnen opbrengen”, geeft de vorst ruiterlijk toe. Menig adellijke familie in Duitsland is jaloers op deze bevoorrechte positie van de Waldecks.
Voor de bewoner blijven er echter zorgen genoeg; vooral op financieel gebied: „Vorig jaar kregen we een energierekening van 80.000 euro.” De vorst dekt de enorme kosten van zijn paleis met de opbrengst van de verhuur van bijgebouwen en de verkoop van grond.
De vorst probeert ook inkomsten te genereren door verhuur van ruimten in zijn slot. „Er zijn concerten in de grote zaal en de slotkapel is beschikbaar voor huwelijken. Ook andere zalen zijn te huur voor derden.”
Veel tijd steekt hij in de bosbouwactiviteiten. Het is een sector waar een zeker risico aan zit, zegt vorst Wittekind, die bedrijfskunde „en wat bosbouw” studeerde. „Als er een zware storm komt en de bomen vallen om, is alles weg.” De houtprijzen zijn ook niet om over naar huis te schrijven, vindt hij.
Langzaam maar zeker groeit er een nieuwe loot aan de financiële boom. Sinds enkele jaren biedt de vorst in zijn bosgebied urnenbegraafplaatsen aan. „Mensen kopen een boom en kunnen daaronder of daarbij een urn begraven.” De belangstelling voor dit soort natuurbegraafplaatsen is groot in Duitsland. „En voor ons is het ook aantrekkelijk. Het is goedkoop, omdat er weinig onderhoud nodig is.”
Hoe ziet u als hoofd van de familie de toekomst van het Huis Waldeck en Pyrmont?
„Ik maak me voorlopig geen grote zorgen. Mijn grootouders hadden 208 nakomelingen en er zijn nu nog 28 prinsen van Waldeck en Pyrmont. Voorlopig is de familie nog niet uitgestorven.”
Nu de familie zich steeds verder vertakt, wordt het wel moeilijker om alles bij elkaar te houden en goed met elkaar te overleggen, constateert het hoofd van het huis. „Elke twee, drie jaar komen we daarom een keer bij elkaar. Verder ontmoeten we elkaar bij bruiloften en andere bijzondere gebeurtenissen. Hoe het in de verre toekomst zal gaan, weet ik natuurlijk niet”, zegt Waldeck peinzend.
Dit jaar is de vorst extra druk. Op 2 augustus is het precies 150 jaar geleden dat prinses Emma van Waldeck en Pyrmont werd geboren. Zij is een zus van de grootvader van vorst Wittekind. Haar herinnering leeft vooral in Bad Arolsen nog voort. Daarom is in de linkervleugel van het paleis een grote expositie ingericht en zijn er veel Emma-activiteiten, zoals concerten en lezingen.
Wat betekent koningin Emma voor u?
„Ik heb geen directe herinneringen aan haar. Zij overleed in 1934 en ik ben van 1936. Toch ervoer ik haar aanwezigheid sterk. Ik heb me altijd ingebeeld dat ik een cadeau van haar heb gekregen. Dat kan natuurlijk niet, maar het komt zo: Na de dood van Emma heeft koningin Wilhelmina veel spullen die Emma hiervandaan had meegenomen teruggegeven. Uit die erfenis kreeg ik een klok. Daarvan heb ik lang gedacht dat ik die van koningin Emma zelf had gekregen.
Verder had ik als kind een trapauto die van haar is geweest. Het was er een voor twee kinderen. Dat was bijzonder, want zulke wagentjes waren meestal voor één persoon. Het was een gele met blauwe randen. Ik ben hem aan het einde van de oorlog helaas kwijtgeraakt. Deze twee dingen belichaamden voor mij koningin Emma en Nederland”, zegt de vorst lachend.
Het huwelijk van koning Willem III met Emma moet van grote betekenis zijn geweest voor het vorstendom en uw familie.
„Ja, dat kun je je wel indenken. Het vroeg enorm veel voorbereiding. We weten er veel van. In ons archief zijn de menukaarten, muziekprogramma’s, uitnodigingslijsten en liturgieën nog allemaal aanwezig.” In de slotkapel herinneren een glas-in-loodraam en een muurplaquette aan de bijzondere winterdag -7 januari- in 1879, zo laat de vorst later zien.
Het was niet vanzelfsprekend dat koning Willem III de hand van de twintigjarige Emma kreeg, zegt de vorst. „Er waren meer zussen in huize Waldeck aanwezig. Toen de keuze op Emma viel, is er door haar vader nog flink onderhandeld.”
Er circuleert een aardige anekdote over, vertelt vorst Wittekind met een brede lach. „Toen koning Willem III in Arolsen arriveerde, zouden de drie prinsessen een gesprekje hebben gevoerd over de oude koning die een vrouw kwam zoeken. De oudste zei: „Ik heb al een vriend.” De tweede zei: „Hij is mij te oud.” Waarop Emma zou hebben gezegd: „We kunnen die arme man toch niet met lege handen laten gaan.” Ik weet niet of het echt zo gegaan is, maar het is wel een prachtig verhaal. Ik geloof dat koning Willem III helemaal vol van Emma was en dat zij een positieve invloed op hem heeft gehad.”
Het huwelijk zette de familie van Waldeck en Pyrmont weer op de Europese kaart. Emma was overigens niet de enige dochter die „goed trouwde”, zegt de vorst. „Ze waren met zes zussen en allemaal sloegen ze een goede partij aan de haak. Emma trouwde het best van allemaal; haar zus Pauline trouwde met de vierde vorst van Bentheim; Maria met de koning II van Würtemberg. Haar jongere zus Helena huwde met prins Leopold, de jongste zoon van de Engelse koningin Victoria, en de jongste trouwde de vorst van Erbach. Haar oudste zus stierf jong, dat is erg aangrijpend voor Emma geweest.”
Hoe zou u Emma willen omschrijven?
„Emma was een vrouw die altijd precies wist wat ze wilde en hielp graag mensen die dat nodig hadden.”
Die levenshouding karakteriseert meer mensen in zijn familie, vertelt de vorst. „Mijn grootmoeder was ook zo. Zij hielp ook waar zij kon. Tijdens de Eerste Wereldoorlog was de grote zaal van ons slot ingericht als lazaret. Koningin Emma heeft het van huis uit meegekregen dat het belangrijk is mensen te helpen. Uit haar tijd stamt bijvoorbeeld ook een huis voor gehandicapten waar nu circa 900 mensen werken. Het is de grootste werkgever in Arolsen.”
Leeft dat ideaal om anderen te helpen nog steeds in de familie?
„Jazeker, maar de tijd is wel veranderd. Zeker op sociaal gebied. In deze tijd zorgt de overheid voor veel zaken. En daarnaast is het niet meer te betalen: een nieuwe school kost 15 miljoen euro. Het spijt me, maar dat kan ik niet opbrengen. Na het bouwen van drie lokalen ben ik weg”, zegt de vorst, die veel contacten in de Arolsense gemeenschap onderhoudt.
Vorst Wittekind bewondert de manier waarop koningin Emma snel een positie verwierf in Nederland. „Emma heeft er zelf niet aan gewerkt om populair te worden. Nee, zij is het geworden door haar inzet en levenshouding. Ze heeft zich laten leiden door de situatie waar zij in terechtkwam. Ze werd koningin naast haar man en heeft tegen zichzelf gezegd: Ik moet mijn taak zo goed mogelijk verrichten. Het regentschap voor haar dochter na de dood van koning Willem III heeft haar een positie in Nederland gegeven.” Vorst Wittekind noemt dat extra bijzonder omdat ze zo jong was getrouwd en slechts een beperkt aantal jaren heeft kunnen zien hoe haar vader als vorst optrad.
De edelman verbaast zich nog over de kwetsbare positie van het huis Oranje-Nassau in die tijd. „De kleine Wilhelmina was na de dood van haar twee stiefbroers de enige. Na haar was er weer maar één kind: Juliana. Er had niet veel moeten gebeuren in die jaren of het was misgegaan. Gelukkig waaierde de stamboom daarna flink uit.”
Emma was ook een godsdienstige vrouw.
„Ja”, zegt de vorst kort. „Mijn grootvader had in de Evangelische Kirche nog een positie die vergelijkbaar is met die van een bisschop. Hij had ook het recht om predikanten te benoemen en betaalde daar voor. Dat is nu niet meer zo. Er is nu een echte bisschop. Ik heb nog één patronaat. Ergens in de diaspora”, zegt hij met een knipoog. „De kerk draagt dan een persoon voor en ik moet daar mijn goedkeuring aan geven. Natuurlijk neem ik die voordracht over.”
Gisteren was koningin Beatrix bij vorst Wittekind op bezoek: voor de tentoonstelling over Emma, maar ook voor een privéontmoeting. Dat zegt iets over de goede contacten die er over en weer zijn.
Vorst Wittekind is niet alleen via koningin Emma familie van de Oranjes. Er zijn meer lijnen. Zo was de moeder van koningin Emma -Helene- een prinses van Nassau. Er is een nog recentere verbinding: Wittekinds grootmoeder van moeders zijde was Elisabeth von Mecklenburg-Schwerin. Zij was een zus van prins Hendrik, de echtgenoot van koningin Wilhelmina. „Mijn moeder was een volle nicht van koningin Juliana.” De families kwamen elkaar zo regelmatig tegen.
Enkele decennia geleden stond de familieband onder grote druk. „Tijdens de Tweede Wereldoorlog was er vrijwel geen contact, en ook de jaren na de oorlog niet”, zegt vorst Wittekind. Dat kwam door de hoge positie die de vader van Wittekind, Josias, tijdens de Tweede Wereldoorlog innam: hij was generaal van de Waffen-SS. Koningin Wilhelmina moest daar niets van hebben en verbrak, radicaal als zij was, alle contacten.
Wittekind draagt het stempel van de nazitijd zelf nog met zich mee. Zijn twee peters waren Adolf Hitler en Heinrich Himmler. Wittekinds vader was ten tijde van de geboorte van Wittekind adjudant van Himmler, de rechterhand van Hitler.
Vader Josias werd in april 1945 gearresteerd. De familie was geïnterneerd in het eigen kasteel. Josias kreeg in 1947 een levenslange gevangenisstraf opgelegd. Zijn zwakke gezondheid zorgde ervoor dat hij na drie jaar vrijkwam. Hij trok zich terug op slot Schaumburg, een kasteel dat Wittekind in 1983 aan investeerders verkocht.
De familiebetrekkingen tussen de Waldecks en de Oranjes verbeterden weer vanaf de jaren zestig. „De contacten zijn weer genormaliseerd. Er zijn geen vooroordelen meer”, licht vorst Wittekind toe. Zijn vriendschap met prins Claus, die hij al langer kende, speelde daarbij een grote rol.
De laatste jaren zijn de vorst en zijn vrouw bij alle grote gebeurtenissen binnen de Nederlandse koninklijke familie aanwezig. „Wij zijn er in goede en in slechte tijden bij.” Zo woonde de Duitse vorst onder meer de huwelijken van prins Willem-Alexander en ook van diens broers bij en was hij in 2002 in Delft bij de begrafenisplechtigheid van prins Claus -„die kende ik goed”- en in 2004 bij de uitvaart van koningin Juliana.
De jonge generatie prinsen kent de vorst via de jacht. Zo af en toe komt er een Nederlandse prins langs om te jagen in het uitgestrekte bosgebied dat eigendom is van de vorst. Veel wil hij er niet over kwijt.
Hij jaagt zelf ook graag. Zijn landgoed biedt daar ruimte genoeg voor. Het geschoten wild verkoopt de vorst. Bij de ingang van het slot staat een bord: ”Vorstelijke Waldecker Wildkamer. Verkoop van verse wildspecialiteiten”. Alle inkomsten zijn welkom.
Van mensen die kritiek op de jacht hebben, moet de vorst niets weten. „Wel vlees eten, maar niet jagen?” schampert hij. Natuur- en milieuorganisaties houdt hij liever op afstand.
Het thema natuurbeheer laat de vorst niet aan anderen over. Om voldoende tegenwicht aan de natuurclubs te kunnen bieden, is de vorst een van de motors achter het Verbond van Bosbezitters in de staat Hessen. Voor zijn inzet kreeg hij enkele jaren geleden een hoge Duitse onderscheiding. „Ik vind het belangrijk om actief te zijn binnen de natuurbeweging. Anders gaan mensen die er niet veel mee te maken hebben, besluiten nemen voor jou en over jouw bezit. Ik ben een natuureigenaar en wil voorkomen dat anderen over mijn grond beslissen. Nee, zo gaat dat niet.”
Dit is het derde artikel in een serie naar aanleiding van de 150e geboortedag van koningin Emma.