Kerk & religie

„De meesten geloven toch dat God niet bestaat”

Waar blijft de reactie van theologen op het omstreden boek van ds. Klaas Hendrikse? Prof. dr. M. E. Brinkman gaf zaterdag in Amsterdam het antwoord: „Traagheid en bedachtzaamheid horen nu eenmaal bij theologen.”

Kerkredactie
2 June 2008 10:34Gewijzigd op 14 November 2020 05:54Leestijd 4 minuten

Prof. Brinkman, hoogleraar interculturele theologie aan de Vrije Universiteit (VU), laakte zaterdag tijdens een conferentie aan de Vrije Universiteit te Amsterdam de „paniekreactie” bij de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) rond het boek van ds. Hendrikse, ”Geloven in een God die niet bestaat”. „Waarom niet frank en vrij het debat aangegaan? Het is een spannend boek, maar nieuw is zoiets niet.”Het VU-podium en Visor (instituut voor bestudering van religie en cultuur) belegden een debat over het boek. Veel tegengas kreeg de Middelburgse predikant, die zelf ook aanwezig was, niet.

Naïef
Prof. dr. Johan Goud, bijzonder hoogleraar namens het vrijzinnig Haags Genootschap (Universiteit Utrecht) en remonstrants predikant, had vooral godsdienstfilosofische bezwaren tegen het boek van ds. Hendrikse. Ds. Hendrikse ziet geloof als een manier van zíjn. „Maar waarom dan nog het woord geloven gebruiken?” Prof. Goud mist bij Hendrikse een „heilzame onzekerheid.” „In zijn vaak rechttoe, rechtaan geformuleerde visie voel ik me niet thuis.”

Prof. dr. Mechteld Jansen (VU) pleitte voor een doorgaand gesprek tussen atheïsten en orthodoxe gelovigen. Waarom wordt het gesprek van beide kanten met zo veel grimmigheid gepresenteerd? „Ik spreek niet van Gods bestaan, maar van Zijn aanwezigheid bij ons. Dat laatste kan overal in Europa opduiken. Misschien staat de beleving van een Ghanees in Nederland, voor wie God een belangrijke factor is, niet ver af van Hendrikses geloof in ontmoeting.”

Prof. dr. Ruard Ganzevoort (VU) typeerde het boek van ds. Hendrikse als „een eerste hulp bij ongeloof en geloof.” Mensen worstelen ten aanzien van het bestaan van God met óf een naïef realisme, óf een kritische rationaliteit. „Door beide benaderingen voelt men zich niet echt geholpen.”

Geloof is niet een handeling die naar een werkelijkheid verwijst, maar geloof máákt een werkelijkheid, wat volgen Ganzevoort bij Hendrikse nog te weinig doordringt. „De claim van de geloofservaring is belangrijker dan de vraag of God wel of niet bestaat. We kunnen God ervaren omdat we Zijn eigen werkelijkheid scheppen.”

Prof. Ganzevoort vindt de toon van Hendrikses boek vaak verbitterd en rationeel, te weinig speels en te weinig creatief.

Gezaghebbend
Prof. dr. Henk Vroom, godsdienstfilosoof aan de VU, zei dat veel mensen buiten de kerk terechtkomen bij een godsbeeld dat te lief en naïef is. Halve waarheden zijn erger dan hele leugens: in sommige situaties is God er gewoon níét bij. „Er is niet alleen een God Die altijd met je meegaat, maar geloof betekent ook bekering, dat je ogen opengaan, anders is het geloof alleen maar verbeelding.”

De Kamper oudtestamenticus prof. dr. Klaas Spronk (PThU) herinnerde aan het geruchtmakende boek ”Eerlijk voor God” van John A. T. Robinson, veertig jaar geleden. „Het boek is in de ramsj terechtgekomen en is in theologische bibliotheken nergens meer te vinden. Maar de Bijbel blijft bestaan. Dat boek is niet verouderd en blijft gezaghebbend.”

Toch zag prof. Spronk in het boek van ds. Hendrikse wel een Bijbelse basis, met een pastorale en persoonlijke inzet. Er is ontwikkeling en vooruitgang in het theologisch denken over God, zo gaf hij ds. Hendrikse toe.

Hij had echter wel bezwaren tegen diens vertaling van de Godsnaam ”Ik zal zijn Die Ik zijn zal” in: ”Ik ga met je mee”. Het maakt hem als oudtestamenticus toch een beetje boos: zo mag je teksten toch niet gebruiken. Het zegt meer over de vertaler dan over de tekst. Deze tekst betekent een aanmoediging om te gaan, weg uit Egypte. „Hendrikse misbruikt dan de Bijbel en doet zichzelf kort, omdat zijn visie ook in de Bijbel staat, namelijk in het boek Prediker. Daar vinden we een duidelijke concentratie op dit tijdelijke leven.”

Spelletje
Ds. Hendrikse lichtte nog eens toe dat ”God” een woord is voor menselijke ervaring. „Als het over God gaat, gaat het altijd over jóúw God.”

De voorlopige balans van de conferentie is dat hij veel medestanders heeft, dacht hij. Hij vroeg de ongeveer zeventig aanwezigen: Wie gelooft dat God bestaat? Slechts enkelen staken de hand op. Wie gelooft dat God níét bestaat? Eveneens weinig handen. Dus, concludeerde ds. Hendrikse: „De meesten geloven toch dat God niet bestaat.”

Aan het eind van de bijeenkomst vroeg prof. Brinkman waarom ook de vier sprekers-theologen hun hand niet hadden opgestoken. Hun antwoord: De vraag van ds. Hendrikse was te ingewikkeld om met ja óf nee te antwoorden. „We willen niet in een welles-nietesspel eindigen.”

Meer over
Ds. K. Hendrikse

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Vond je dit artikel nuttig?

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer