„Communicatie over kerkelijk orgelspel essentieel”
Zowel de organist als de kerkenraad is verantwoordelijk voor het orgelspel tijdens de eredienst. Wederzijds onbegrip is fnuikend, aldus organist en kerkenraadslid Dick van Luttikhuizen. „Goede communicatie tussen de kerkenraad en de organisten is van het grootste belang.”
Hij maakt zich zorgen over de toekomst van het kerkelijk orgelspel. Daarom zegde Dick van Luttikhuizen (44) graag zijn medewerking toe aan het muzikale symposium over het dreigende organistentekort, zaterdag in de Grote of St.-Maartenskerk in Zaltbommel. Tijdens de bijeenkomst, georganiseerd door de Erdee Media Groep, zullen zowel musici als ambtsdragers hun visie geven op de vraag hoe het verder moet met het kerkelijk orgelspel.
Van Luttikhuizen, in het dagelijks leven directeur van uitgeverij Den Hertog, weet waar hij over praat. Hij begeleidt al jaren de samenzang tijdens de eredienst, terwijl hij sinds 1997 ouderling is in de gereformeerde gemeente te Dordrecht. Nog steeds draait hij volledig mee in het orgelrooster. „Ik ben het enige kerkenraadslid dat geregeld bij zijn vrouw en kinderen op de galerij zit”, glimlacht hij.
De laatste jaren is Van Luttikhuizen anders tegen de muziek in de eredienst gaan aankijken. Ruim een jaar geleden was zijn vrouw ernstig ziek. „Dat was van grote invloed op mijn orgelspel.” Ook het feit dat hij deel uitmaakt van de kerkenraad gaf hem een andere kijk op het geheel. „In het kerkenraadswerk krijg je zicht op het geheel van de gemeente, en op wat er allemaal gaande is. Als je dan tijdens de eredienst speelt, kan het zijn dat je in plaats van een preludium te spelen, kiest voor een eenvoudige bewerking van Psalm 119. Omdat je aanvoelt dat dat de gemeente meer sticht.”
Het zijn vaak twee werelden: de organisten enerzijds, de kerkenraad anderzijds. „Als je niet oppast, bevind je je als organist op een muzikaal eilandje, terwijl je het gevaar loopt je verheven te voelen boven de andere gemeenteleden, die vaak weinig verstand hebben van muziek”, zegt Van Luttikhuizen, die zelf afstudeerde aan het conservatorium te Utrecht.
Anderzijds komt het voor dat een kerkenraad zich massief opstelt. Voorbeelden genoeg. „Dat de predikant als voorzitter van de kerkenraad telefonisch contact zal opnemen met de organist, om hem de nieuwe richtlijn mee te delen. Of dat een organist plotsklaps te horen krijgt dat hij alleen nog maar uit Worp mag spelen.”
Zo kan het echt niet, vindt Van Luttikhuizen. „Als je binnen de gemeente niet werkt aan een goede vorm van communicatie, vraag je om problemen. In veel gevallen zijn onbegrip en gebrek aan gesprek reden voor fricties. Natuurlijk heeft een kerkenraad het recht om bepaalde dingen van een organist te vragen. Dat gebeurt toch ook als het gaat om de koster of de crèche? Alleen, het is de vraag hoe je dat doet.”
Een orgelcommissie waarin een delegatie van de kerkenraad en de organisten elkaar ontmoeten, is volgens hem een goede vorm. In zijn eigen gemeente is hij zelf voorzitter van de orgelcommissie. Daarnaast participeren twee kerkenraadsleden in de commissie die zelf ooit organist waren. De kerkenraadsleden brengen van het overleg met de organisten verslag uit aan de kerkenraad. Andersom worden klachten of kerkenraadsbesluiten via de commissie richting de organisten gecommuniceerd.
Van Luttikhuizen realiseert zich dat de Dordtse gemeente in een luxepositie verkeert doordat er mensen met muzikale bagage in de kerkenraad zitten. Wat als die kennis niet aanwezig is? „Ik vind dat een kerkenraad dan de taak heeft om advies van buitenaf in te winnen. Dat gebeurt bij een restauratie toch ook?”
Het overleg met de organisten vindt plaats in een open sfeer, zegt Van Luttikhuizen. „Daarbij hebben we het niet alleen over de lopende zaken rond het instrument, maar ook over elkaars spel en de gebruikte registraties.”
Echter, de kerkenraad moet volgens hem niet alleen over muzikale zaken in gesprek zijn met zijn organisten. „Het is van het grootste belang dat ook aan de orde komt hoe een organist zijn taak beleeft. Doet hij het alleen om de muziek, of is hij er ook inhoudelijk op betrokken? Zo’n gesprek zal de onderlinge verhouding ten goede komen.”
De delegatie van de Dordtse kerkenraad heeft daarom iedere twee à drie jaar een persoonlijk onderhoud met elk van de organisten. „Als het goed gaat, kun je dat zeggen; dat is zelfs heel belangrijk. En als er kritiek is, kan dat ook naar voren gebracht worden. Maar bovenal kun je met elkaar doorpraten over het dienende karakter van het organistschap. Uiteindelijk gaat de hele eredienst toch om de eer van God? Daarvan moet een organist doordrongen zijn.”
Als deze zijn taak zo opvat, en betrokken is op de tekst van de te zingen psalmen, zal dat merkbaar zijn, stelt Van Luttikhuizen. „De gemeente hoort het als je vanuit je hart speelt.” Als hij zelf moet spelen, neemt hij altijd de psalmtekst door. „Daarvoor is het wel van belang dat je van tevoren de psalmen doorkrijgt. Het is niet meer dan normaal dat een organist de tijd krijgt om zich goed voor te bereiden. Misschien is woensdagavond te vroeg, maar vrijdagavond moet toch haalbaar zijn?”
Een kerkenraad moet niet alleen op een goede manier met zijn organisten communiceren, hij kan het kerkelijk orgelspel ook stimuleren, weet Van Luttikhuizen uit ervaring. Hij groeide op in Nieuwer ter Aa. In de kleine gereformeerde gemeente ter plaatse was één organist. „Toen ik een jaar of 9 was, speelde ik altijd de laatste psalm van de dienst. Na het dankgebed ging ik buitenom naar het orgel, waar de organist de muziek al had klaargezet. Een van de ouderlingen had dat geregeld.” Toen de organist ermee stopte, werd de 11-jarige Dick de nieuwe organist. „Dat heeft enorm stimulerend gewerkt.”
Juist nu veel minder jongeren orgel gaan spelen, is het zaak dat kerkenraadsleden in de gemeente hun ogen en oren openhouden, zegt Van Luttikhuizen. „Neem die jongen die op catechisatie speelt na afloop eens mee naar het kerkorgel. Of laat hem spelen bij de afsluiting van het seizoen.”
Inmiddels is zijn oudste zoon een van de zes organisten in Dordrecht. Vrucht van de opvoeding? „Ik heb zondags altijd heel bewust een van de kinderen meegenomen naar het orgel. Laat ze maar naast je zitten op de bank en geef ze een taak bij het registreren. Dat hebben de kinderen altijd als heel plezierig ervaren.”
Hij ziet graag dat jonge organisten ingezet worden bij een gemeenteavond of een zangavond. „Reken maar dat er wat met ze gebeurt als ze voor het eerst de gemeente begeleiden.”
Het muzikale symposium zaterdag in Zaltbommel, dat gratis toegankelijk is, begint om 13.00 uur. Aanmelden kan via www.eerdeecard.nl of via 055-5390498.