JERUZALEM - De Israëlische regering stelde deze week alles in het werk om de Amerikaanse president in de watten te leggen. Aan alles was te zien dat George Bush de beste vriend is die Israël ooit in het Witte Huis heeft gehad.
De lichten op de muren van de Oude Stad werden gedoofd, zodat de Amerikaanse president ’s morgens om halfvijf vanuit het oosten de zon zou kunnen zien opgaan. In zijn hotelkamer kon hij zelfs naar CNN-tv kijken, wat in de rest van Israël niet meer kan. Premier Ehud Olmert prees hem tijdens zijn welkomsttoespraak uitbundig. Zelfs de straten waar hij langs zou rijden kregen een grondige schoonmaakbeurt - iets waar andere straten in Jeruzalem al jaren op wachten.
”God bless Israel”, schreef Bush in het gastenboek van het Holocaustmuseum Yad Vashem. Na 11 september werd duidelijk dat de Joodse staat niet meer alleen staat in de strijd tegen terrorisme. De VS staan aan zijn zijde. Bush joeg uit Irak zelfs een potentiële dreiging weg. Israël plukte daarvan de vruchten.
Vandaag komt de grootste bedreiging uit Iran. Bush en Olmert hebben onder vier ogen diverse malen over dat land gesproken. Wat ze hebben besloten, is onbekend. De Amerikaanse inlichtingen hebben weliswaar geconcludeerd dat Iran zijn nucleair programma heeft gestaakt, maar Bush en minister Rice (Buitenlandse Zaken) houden vol dat Iran een gevaar blijft.
De Israëlische inlichtingendienst gelooft zelfs dat Iran doorgaat met de ontwikkeling van een atoombom. Het laatste woord over Irans nucleaire ambities is dus nog niet gesproken. Waarnemers in Israël houden er rekening mee dat Bush aan het eind van zijn ambtstermijn alsnog Iran zal aanvallen.
Nederzettingen
Op hoofdpunten zijn Israël en de VS het met elkaar eens. Bush’ kritiek tijdens dit bezoek had vooral betrekking op de nederzettingen in de Palestijnse gebieden. Olmert beloofde opnieuw de zogeheten ’buitenposten’ van de nederzettingen te ontmantelen. Dat zijn posten die zonder toestemming van de overheid zijn opgericht door de zogeheten ’heuveltopjeugd’. De ’routekaart naar vrede’ (een vredesplan uit 2002) stelt dat Israël deze buitenposten moet afbreken tijdens de eerste fase van het vredesproces.
Rice heeft laten weten dat ook de bouwactiviteiten in de wijk Har Homa in het zuiden van Jeruzalem moeten worden bevroren. De Israëlische regering zal deze Amerikaanse wens naar verwachting negeren, omdat zij van mening is dat de wijken binnen de in 1967 getrokken stadsgrenzen een andere status hebben.
Ook is Israël van plan door te gaan met het bouwen in de nederzettingen. Deze zullen straks in een definitieve regeling met de Palestijnen bij Israël moeten worden gevoegd. Dat geldt bijvoorbeeld voor de stad Maale Adumim, ten oosten van Jeruzalem.
Bush zette vooral de Palestijnen onder druk. De Palestijnse president Mahmud Abbas kreeg in Ramallah te horen dat de Palestijnse vluchtelingen niet terug kunnen naar Israël. Ze moeten naar de toekomstige Palestijnse staat verhuizen of blijven waar ze zitten. Palestijnen zullen tevens de Israëlische wens van grenscorrecties en het daaruit voortvloeiende behoud van nederzettingenblokken moeten accepteren.
Impuls
Door het bezoek van Bush heeft het vredesproces wel een nieuwe impuls gekregen. Beide partijen besloten over alle moeilijke kwesties te gaan spreken. Volgens de optimistische president is een akkoord zelfs binnen een jaar mogelijk. Tijdens zijn laatste jaar heeft hij een succes nodig, na een op zijn zachtst gezegd omstreden Midden-Oostenbeleid te hebben gevoerd.
Abbas kan een vredesregeling ook goed gebruiken. Hij kan daarmee zijn populariteit vergroten en militante Palestijnen tonen dat besprekingen tot concrete resultaten leiden, en niet het gebruik van geweld en de verwerping van Israël.
Ook de Israëlische premier Olmert heeft een ’deal’ nodig. De anderhalf jaar durende regeerperiode is zwaar voor hem geweest, met vier politieonderzoeken, gezondheidsproblemen en zware kritiek op zijn optreden tijdens de Libanonoorlog in 2006. Een nieuw obstakel doemt alweer op: eind januari publiceert het Winogradcomité het definitieve rapport over de Libanonoorlog, waarin het waarschijnlijk Olmerts regie zal hekelen.
Als de Israëlische en Palestijnse leiders er al in slagen een overeenkomst te bereiken, wil dat nog niet zeggen dat daar in de praktijk iets van terechtkomt. Ze hebben namelijk te maken met een weerbarstige wederzijdse haat, wantrouwen en geloof dat geweld nodig blijft. Een akkoord bereiken is één ding, de uitvoering ervan een heel ander, zoals Israëliërs en Palestijnen al vaak hebben getoond.