Kerk & religie
Putten uit de puriteinse bron

Liefhebbers van puriteinen die de Engelse taal machtig zijn, kennen het kenmerkende logo op de rug van de boeken. Een gestileerde afbeelding van George Whitefield, die met zijn rechterhand omhoog wijst. Daaronder de naam: Banner of Truth. De uitgeverij bestaat dit jaar 50 jaar. „Herstel van een krachtige, geestelijke prediking is nog steeds dringend nodig.”

Willem van Klinken
De Banner of Truth, uitgever van tal van werken uit de puriteinse en calvinistische traditie, bestaat 50 jaar. Het kantoor van de uitgeverij is gevestigd in The Grey House, een statige villa in de Schotse hoofdstad Edinburgh. Foto RD
De Banner of Truth, uitgever van tal van werken uit de puriteinse en calvinistische traditie, bestaat 50 jaar. Het kantoor van de uitgeverij is gevestigd in The Grey House, een statige villa in de Schotse hoofdstad Edinburgh. Foto RD
Iemand die het allemaal vanaf het begin heeft meegemaakt, is ds. Iain Murray. Hij groeide op in een vrijzinnig milieu, maar kwam op zeventienjarige leeftijd tot bekering. Na zijn universitaire studie assisteerde hij een oudere evangelicale voorganger in Oxford. Van hem leerde hij het belang inzien van de reformatorisch leer - in het Engels ook wel aangeduid als ”the doctrines of grace”.

In de jaren vijftig was de herinnering aan de Engelse Reformatie en de puriteinse traditie grotendeels weggestopt in boeken die nauwelijks bekend en verkrijgbaar waren. Om de rijkdom daarvan weer voor het voetlicht te brengen, gaf Murray met een aantal gelijkgezinden in 1955 een nieuw tijdschrift uit, dat de naam Banner of Truth (banier der waarheid, naar Ps. 60:6) meekreeg.

Op het kantoor van de Banner in Edinburgh blikt Murray terug. „Wat onze generatie nodig had, was niet slechts een opleving, maar een herstel van de waarheid.” Een abonnement op het tijdschrift was niet mogelijk, om de eenvoudige reden dat er niet genoeg geld was om een tweede nummer te garanderen.

Murray en enkele gelijkgezinden hadden echter meer op het oog. „We wilden ook graag boeken uitgeven, omdat de meeste klassieke werken niet meer te krijgen waren. We zagen zulke boeken als het middel om een krachtige, Bijbelse prediking te bevorderen.”

Belangrijk was de steun die de bekende Londense prediker Martyn Lloyd-Jones verleende. In 1956 vroeg hij Murray om kerkhistorische lezingen te geven voor zijn gemeente, de Westminster Chapel. Lloyd-Jones speelde een grote rol bij het uitdenken van de verdere plannen. Murray -die een biografie over Lloyd-Jones schreef-: „Lloyd-Jones was overtuigd van het belang van de geschiedenis. Het Britse evangelicalisme was zwak en oppervlakkig. Kennis van de geschiedenis was nodig om daar verandering in te brengen. Zijn wijsheid bewaarde ons als jongeren bovendien voor veel fouten.”

Pessimistisch
Via het werk van Murray voor Westminster Chapel kwam een derde persoon in beeld die een belangrijke rol speelde bij het ontstaan van de uitgeverij. Murray’s lezingen werden bijgewoond door Jack Cullum, een zakenman die enkele jaren eerder tot bekering was gekomen. Hij zag het belang in van het heruitgeven van klassieke puriteinse en calvinistische werken en zorgde voor het kapitaal dat nodig was.

In juli 1957 werd een stichting (”trust”) opgericht, die dezelfde naam kreeg als het tijdschrift. In november werden de eerste twee boeken gedrukt, een verklaring van het Hooglied van George Burrowes en ”A Body of Divinity” (De hoofdsom van de geloofsleer) van Thomas Watson.

De meeste reacties waren nogal pessimistisch. Volgens uitgevers was er geen markt voor de boeken. Murray: „Wat we deden was echt iets nieuws. Mensen reageerden verrast en verbaasd. Sommige boekwinkels wilden onze uitgaven zelfs niet verkopen.”

De omzet groeide echter veel sneller dan verwacht. In 1959 bracht de uitgeverij ruim 32.000 boeken aan de man, in 1966 waren dat er al 115.000. Hadden de oprichters alleen Groot-Brittannië in gedachten, al snel vonden de boeken hun weg over de hele wereld, in 1967 al naar 33 verschillende landen.

Boekenfonds
Sinds 1972 is het kantoor van de Banner gevestigd in een statige villa in de Schotse hoofdstad. Er werken acht medewerkers, onder leiding van algemeen directeur John Rawlinson. Daarnaast heeft de uitgeverij een magazijn elders in de stad, waar nog twee mensen werkzaam zijn.

De uitgeverij verkoopt de laatste jaren zo’n 300.000 boeken per jaar. Daarvan wordt 60 tot 70 procent afgezet in de Verenigde Staten, waar de organisatie sinds 1967 een eigen kantoor heeft. Rawlinson schat dat van de resterende boeken ongeveer de helft wordt verkocht in Groot-Brittannië. De andere helft vindt zijn weg naar de rest van de wereld.

Een belangrijk instrument daarbij is het boekenfonds. Met behulp van de winst die de uitgeverij maakt, stelt het fonds boeken ter beschikking aan predikanten, zendelingen en theologische opleidingen -meest in de derde wereld- die zelf het geld hiervoor niet hebben.

In de werkkamer van de directeur staat een aantal boekenkasten met daarin alle uitgaven van de Banner. Het fonds valt grofweg in twee delen uiteen: heruitgaven van schrijvers uit de puriteinse traditie en boeken van eigentijdse auteurs. De uiterlijke diversiteit is groot. Op de planken staan de verzamelde werken van theologen als John Owen (23 delen), Thomas Brooks, John Flavel en Jonathan Edwards, maar ook de serie ”puritan paperbacks”, met klassieke puriteinse geschriften -soms samengevat- in een handzaam formaat.

Moderne puriteinen
Een belangrijke 20e-eeuwse auteur van de Banner is Martyn Lloyd-Jones, onder meer bekend van zijn uitgebreide serie preken over de Romeinenbrief. Een andere bekende schrijver is Murray zelf. De predikant publiceerde tal van kerkhistorische studies over de Engelse calvinistische traditie.

De uitgeverij stelt hoge eisen aan auteurs. Rawlinson: „We zoeken auteurs die langer meegaan, in zeker zin moderne puriteinen. We hebben nauwelijks boeken waarvan we zeggen: Dit is een boek voor vandaag, maar over tien jaar is het niet meer relevant.”

Het karakter van de uitgaven is volgens de directeur niet veranderd. „We geven nog steeds hetzelfde soort boeken uit. Wat we vandaag uitgeven, zouden we veertig jaar geleden ook gepubliceerd kunnen hebben.” Een verschil met vroeger is wel dat de Banner nu relatief meer boeken van eigentijdse auteurs publiceert. Rawlinson: „Het is een gevaar om een oud boek op de markt te brengen alleen maar omdat het een oud boek is. Ook onder de puriteinen zijn er tweede- en derderangstitels.”

Opstapje
De uitgeverij probeert de tijdloze inhoud een vorm te geven die past bij deze tijd. Op een tafel in de hal ligt bijvoorbeeld een modern ogend boekje van Lloyd-Jones over opvoeding, dat bij nader inzien een aantal preken uit de zesdelige serie over de Efezebrief blijkt te bevatten. Het laat zien dat de uitgever naar nieuwe wegen zoekt om grotere werken voor lezers toegankelijk te maken. Rawlinson: „Om die reden zijn we destijds gestart met de serie puritan paperbacks. En volgend jaar komen we met een aantal boekjes met afzonderlijke preken. Op die manier bieden we een nieuwe generatie lezers een opstapje naar omvangrijkere boeken.”

Zowel Murray als Rawlinson is niet bang voor de ontlezing die sommigen signaleren. „Of mensen goede boeken lezen is geen kwestie van opleidingsniveau”, vindt Murray. „Het gaat erom of ze geestelijke honger hebben.” Volgens Rawlinson wordt een bepaald type boeken inderdaad minder verkocht dan vroeger. „Maar het is niet juist om te stellen dat mensen niet meer lezen. Een belangrijk maatschappelijk fenomeen van de laatste jaren is Harry Potter; dat zijn toch bepaald geen dunne boeken.”

De directeur wijst ook op de wereldwijde schaal waarop de Banner opereert. „Het werk van God neemt op de ene plaats af, maar op andere plaatsen zie je juist een opleving van de kerk. Vaak gaat dat samen met een enorme honger naar goede literatuur.”

Bemoedigend
Is het doel van de oprichters bereikt? Murray: „Onze uitgaven hebben de prediking beïnvloed. Daar zijn we dankbaar voor. Een opwekking, zoals de oprichters hoopten, is echter uitgebleven in Groot-Brittannië. In plaats daarvan heeft het christendom een gestage teruggang laten zien.”

Het werk van de Banner is volgens Murray echter wel voor een ander doel gebruikt. „Onze uitgaven hebben mensen die moeilijke situaties onder ogen moesten zien en weinig vrucht op hun werken zagen, kracht gegeven.”

Elders in de wereld kunnen de zaken echter anders liggen. „In Brazilië inspireren onze boeken een nieuwe generatie voorgangers.” De predikant ziet ook positieve ontwikkelingen in de Verenigde Staten. „Er is daar echt een beweging onder jongeren aan de gang.” Rawlinson: „Het is bemoedigend om te zien hoeveel jongeren in Amerika de puritan paperbacks lezen. Hier en daar in Groot-Brittannië zie je zoiets soms ook, maar op een veel beperktere schaal.”

In zekere zin zijn de wezenlijke behoeften van de kerk in vijftig jaar niet veranderd, vindt Murray. „Herstel van een krachtige, geestelijke prediking is nog steeds dringend nodig. Laten we bidden dat God jonge mannen doet opstaan. Als God iets nieuws werkt, gebruikt hij daarvoor vaak jongeren.”

Gericht op de lange termijn

„Door consequent titels beschikbaar te houden, zorgvuldige selectie van uit te geven boeken en enorme kortingen voor theologiestudenten heeft de Banner gezorgd voor betaalbare en goed verzorgde heruitgaven van klassieke werken voor een nieuwe generatie.

De Banner publiceerde ook sommige eigentijdse auteurs, waarvan niet de minste Iain Murray zelf is. Hij heeft een reeks boeken geschreven die vroomheid, theologie en geschiedenis verenigen. Dit alles in een toegankelijke stijl en gericht op het onderwijzen en opbouwen van de kerk.

Het meest uitzonderlijk aan de Banner eind jaren vijftig was echter de brede verspreiding van literatuur uit het verleden. De hoogleraren van Princeton onderwijzen ons weer door hun boeken. Engelse puriteinen verschenen opnieuw. Lezers werden bekendgemaakt met 19e-eeuwse godgeleerden (de Bonars, Charles Bridges).

Bovendien was de Banner gericht op de lange termijn. Ze zagen niet af van het uitgeven van een boek omdat het niet onmiddellijk zou verkopen. Ze gaven een klassiek werk de tijd om zich langzaam te verspreiden via netwerken van christenen en voorgangers.

Hun volhardende uitgeefactiviteiten hebben duidelijk bijgedragen aan een oogst die begon in de jaren tachtig en negentig en die voortduurt tot vandaag.”

Mark Dever, predikant van Capitol Hill Baptist Church in Washington, over de invloed van de uitgaven van de Banner of Truth in Amerika.

Andere activiteiten

Behalve Engelse boeken geeft de Banner of Truth ook een aantal vertalingen in het Spaans uit. De distributie van de Spaanstalige boeken wordt verzorgd door de Spaanse protestantse uitgeverij Editorial Peregrino, waarvan de Spaanse Evangelische Zending veel boeken betrekt.

Naast het uitgeven van boeken organiseert de Banner of Truth ook jaarlijks diverse conferenties. Het bekendst is de predikantenconferentie in Leicester, die in 1967 voor het eerst werd gehouden. De conferentie, die in april wordt gehouden, wordt ieder jaar door diverse Nederlandse predikanten en theologiestudenten bezocht. Voorafgaand is er altijd een jongerenconferentie.

Daarnaast zijn er de Borders Conference in Noord-Engeland en predikantenconferenties in de Verenigde Staten en Australië. Frequente sprekers op de conferenties zijn, naast ds. Iain Murray, ds. Geoffry Thomas en ds. Sinclair Ferguson.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer