Packer botst met de tijdgeest
Titel: ”Gods plannen voor jou”
Auteur: J. I. Packer
Uitgeverij: Het Zoeklicht, Doorn, 2007
ISBN 978 90 6451 096 0
Pagina’s: 231
Prijs: € 14,95.
De Westminster Confessie zegt dat de Heilige Geest spreekt in de Schrift. Theologie is een oefening in luisteren. Pas daarna kan er sprake zijn van spreken en van het correct toepassen in ons leven van wat in de Bijbel staat. Dat schrijft dr. J. I. Packer in zijn onlangs in het Nederlands vertaalde publicatie ”Gods plannen voor jou”. De Canadese anglicaan schroomt niet dwars tegen de actuele ik-vindcultuur in te gaan. Packer behandelt vragen „waarover christenen zich vaak weifelachtig en onzeker voelen.” Hij schrijft over Gods plan met de wereld, het ontmoeten van God, levensheiliging in de Bijbel, over de vraag hoe God leidt, over het „verwaarloosde onderwerp” van de vreugde en ook over teleurstelling, wanhoop en depressie in het leven, vanuit de in het licht van de actuele cultuur gedurfde visie dat theologen „specialisten zijn op het gebied van kerkzuivering.”
Packer botst structureel met de geest van de tijd. Dat blijkt telkens in deze publicatie. Zo schrijft hij dat „het belangrijkste thema niet is de redding van de mens, maar het werk van God die Zijn doelstellingen toont en Zichzelf verheerlijkt in een zondig en ongeorganiseerd universum.” In dat perspectief spreekt de Bijbel over Gods reddend handelen ten opzichte van mensen.
In Noord-Amerika leeft soms de gedachte dat „geloven” een aan alle mensen geschonken gave is. De auteur typeert godsvrucht echter als een bovennatuurlijke gave. Die valt alleen te vinden „in mensen die hun zonde erkend hebben, die Christus hebben gezocht en gevonden, die zijn wedergeboren en die berouw getoond hebben.”
Levensheiliging
Packer wijst de term „christelijk hedonisme” af. Daarmee graaft hij een spa dieper dan J. Piper. Toch is er bij Packer plaats voor plezier. God schept er behagen in om ons blijdschap te schenken als vrucht van Zijn reddende liefde. De auteur betreurt dat levensheiliging zowel in de gevestigde kerken als in de evangelische wereld een verwaarloosd onderwerp vormt. In 1996 hoorde ik hem al zeggen: „Helaas kom ik mensen tegen voor wie heiliging niet meer is dan een rollenspel.”
De anglicaan valt John Owen bij in zijn visie op heiliging: „Het directe werk van de Geest van God in de zielen van de gelovigen. Hierdoor wordt hun natuur gereinigd van de vervuiling en onreinheid van zonde, worden ze hernieuwd naar het beeld van God.” De wet der Tien Geboden fungeert als norm.
De auteur hekelt dan ook de „bubbelbadreligie” die is gericht op menselijke ontspanning en ondersteuning. Maar Christus eist het verloochenen van ons eigen vlees, de egocentrische zelfaanbiddende drang waarmee we geboren zijn en „die zo rampzalig overheerst in onze natuurlijke staat.” Packer citeert daarbij ettelijke malen Calvijn.
Eigen weg
Packer promoveerde in 1954 op de theologie van Baxter, van wiens leer omtrent de verzoening hij zich later distantieerde door het particuliere karakter ervan te benadrukken. In 1996 verwoordde Packer tijdens een conferentie in Houten zijn liefde voor de puriteinen in Engeland en Nederland. „Voetius, Witsius en Wilhelmus à Brakel waren in staat om de kracht van de dogmatiek te verbinden met die van het praktische leven met Christus”, zei hij daar. Dat hij toch ook als spreker optrad tijdens het evangelistencongres van Billy Graham te Amsterdam in juli 2000, kan menig gereformeerd mens niet begrijpen.
Even opmerkelijk is dat qua karakter verschillende uitgevers interesse hebben in Packers boeken. Novapres gaf een boek van hem uit en het nu besproken boek is een uitgave van Het Zoeklicht. Uiteraard gebruikt die uitgever de Bijbelvertaling uit 1951. Sommigen gereformeerden in ons land willen daarom weinig van hem weten. Toch zou ik niet graag in twijfel trekken dat de theoloog de Weg wijst.