Ook de overige gemeenten in de classis Zwolle hebben het schrijven ontvangen.In het document constateert de kerkenraad onder meer dat de visie van dr. Loonstra op homoseksualiteit „volledig in strijd” is met de uitspraken van de classis Zwolle en van de generale synode. „Door zijn visie desondanks in een boek te publiceren, heeft dr. Loonstra in strijd met deze uitspraken -en daarmee in strijd met het ondertekeningsformulier- gehandeld.”

De slotsom is, aldus de Urker kerkenraad, „dat de wijze waarop dr. Loonstra, als predikant van onze kerken, het gesprek over dit onderwerp wil voeren, kerkrechtelijk onjuist is. Dat weegt des te zwaarder nu ook de timing (…) hoogst ongelukkig is. Dr. Loonstra bewandelt niet alleen een kerkrechtelijk zijpad, hij verwart en bemoeilijkt met zijn boek ook het in gang gezette ordelijke kerkelijke gesprek over dit onderwerp. Dat blijkt ook wel uit de felle reacties op zijn boek en op de onrust die in de kerken is ontstaan.”

Aan het einde van het document werpt de kerkenraad de vraag op „of het schrijven van dit boek ook conseqenties moet hebben voor de positie van dr. Loonstra.” Volgens de kerkenraad heeft de Emmeloordse predikant alleen „schorsingswaardig” gehandeld wanneer wordt geconstateerd dat zijn visie „in strijd is met de leer van de kerk (in de zin van het ondertekeningsformulier) dan wel wanneer wordt vastgesteld dat die visie een „onschriftuurlijke lering” is in de zin van artikel 80 van de kerkorde.”

Naar de mening van de Urker kerkenraad huldigt dr. Loonstra in zijn boek inderdaad een opvatting die in strijd geacht moet worden met de Zondagen 41 en 44 van de Heidelbergse Catechismus en met de woorden uit de Nederlandse Geloofsbelijdenis in artikel 5. „De kerkenraad van Emmeloord is het eerstaangewezen kerkelijk orgaan om daarover te oordelen. Voor de classis Zwolle is pas in tweede instantie een taak weggelegd.”

Het boek van dr. Loonstra heeft binnen (met name) het behoudende deel van de CGK veel stof doen opwaaien. Meerdere predikanten hebben inmiddels via het plaatselijke kerkblad laten weten dat wanneer er geen maatregelen tegen dr. Loonstra volgen, zij het kerkverband zullen verlaten.

Verschillende kerkenraden hebben in de achterliggende weken ook een brief gestuurd naar het curatorium van de Theologische Universiteit in Apeldoorn (TUA), waarvan dr. Loonstra mede deel uitmaakt. Zij vinden dat hij deze functie moet neerleggen.

Dr. Loonstra zelf was gistermiddag niet bereikbaar voor een reactie.

De classis Zwolle zal zich op 20 oktober met de zaak-Loonstra bezighouden.

In het CGK-orgaan De Wekker van deze week vervolgt prof. dr. G. C. den Hertog, hoogleraar ethiek en apologetiek aan de TUA, zijn bespreking van dr. Loonstra’s boek. ”In helder inzicht en alle fijngevoeligheid”, staat erboven. „In de woorden uit Filippenzen 1:9, waaraan ik de titel van deze artikelen heb ontleend, worden „helder inzicht” en „alle fijngevoeligheid” in één adem genoemd”, besluit prof. Den Hertog zijn bespreking. „Van harte hoop en bid ik, dat het ons als kerken ook gegeven wordt zó met het boek van dr. Loonstra en de zaak die hij erin aan de orde heeft gesteld om te gaan dat die twee steeds samengaan.”