Economie
Een kwartier afzien bij borrelend brons

Als de ovendeur opengaat, dwingt de hitte van de oranje gloed tot gepaste afstand. Een klokkengieter van Koninklijke Eijsbouts reikt onverschrokken met een lange thermometer in het borrelende brons. Met een korte knik maakt hij duidelijk dat de substantie de juiste temperatuur van meer dan 1100 graden heeft bereikt.

Frank van de Beek
ASTEN – Directeur Joost Eijsbouts van klokkengieterij Koninklijke Eijsbouts: „De vonken kosten me ieder jaar drie kostuums.” Foto RD, Henk Visscher
ASTEN – Directeur Joost Eijsbouts van klokkengieterij Koninklijke Eijsbouts: „De vonken kosten me ieder jaar drie kostuums.” Foto RD, Henk Visscher

Langzaam kantelt de oven en stroomt het feloranje brons in een grote stalen emmer met keramische binnenlaag, de gietpan. „Die is van tevoren opgewarmd, anders gebeuren er ongelukken”, legt directeur Joost Eijsbouts (44) uit.

Met behulp van een takelinstrument manoeuvreren de mannen de pan naar de gereedstaande klokvormen. Hun gezichten lopen rood aan, zweetdruppels parelen op de voorhoofden. De temperatuur in de directe omgeving van het gietproces loopt al snel richting de 50 graden. Eijsbouts waarschuwt: „Een stukje naar achteren, de vonken spatten overal heen. Ik weet het zo goed, maar het kost me ieder jaar drie kostuums.”

Het zilvergrijze ’kostuum’ van de bronsgieters is van een andere orde, het lijkt meer op de outfit van een maanmannetje. „Door de kleding hebben de mensen het al bovengemiddeld warm. Vergelijk het met het dragen van een dikke koltrui tijdens een hittegolf.”

Langzaam stroomt de klokspijs in de betonnen vorm. Met een soort soeplepel schept een medewerker een vuiltje uit de pan. Als alle vormen vol zijn, maken de mannen van het overige brons een ’broodje’, veroordeeld tot een nieuwe gang naar de smeltkroes.

Het werk van de ruimtevaarders zit erop. Of, in de woorden van Eijsbouts: „Het kwartierje afzien is voorbij.” Snel gaan de pakken uit, de T-shirts plakken aan het bovenlijf.

Arbo-instellingen tonen een bovengemiddelde belangstelling voor het bedrijf. „Dat is ook goed. Een pan die uit het takeltuig valt, mag in je stoutste dromen niet voorkomen. Denk echter ook aan onze medewerkers die de klokken op grote hoogte in torens ophangen. Dan praat je weer over heel andere risico’s.”

Nederland hangt vol met klokken uit het Brabantse Asten. „De Nederlandse markt is verzadigd. Klokken hebben nu eenmaal een onbeschaamd lange levensduur. Iedere klok die het terrein verlaat, is een zaagsnede aan mijn stoelpoot”, grapt Eijsbouts.

Ondanks de geringe marktomvang behoort de directeur-eigenaar tot de vierde generatie van het familiebedrijf. Vooral omdat Eijsbouts klokken giet voor carillons, is er toekomst. „Een kerkklok wordt vaak in het eigen land gemaakt. De kwaliteit van een dergelijke luidklok ligt minder hoog. Voor een carillon luistert het gietproces juist heel nauw. Vroeger bepaalden we de relatie tussen vorm en klank empirisch, oftewel simpelweg door te proberen, inmiddels maken we gebruik van computermodellen.”

Per jaar verlaten tussen de 500 en de 1000 klokken het terrein in Asten, samen goed voor 150 ton brons. Bekende plaatsen waar Eijsbouts-klokken hangen, zijn de Domtoren in Utrecht en het bedevaartsoord Santiago de Compostella in Spanje.

Duurt het gieten slechts een kwartier, het stollen neemt meer tijd in beslag. Vanaf 950 graden neemt het brons zijn vaste vorm weer aan. „Een kleine klok kan de volgende dag al uit de vorm, bij een groot exemplaar duurt het stolproces soms weken. Gelukkig koelen onze medewerkers sneller af.”

Een koud biertje helpt daarbij. „Hoe groter de klok, des te hoger de temperatuur. Daarom drinken we na het gieten van een klok van meer dan 4 ton met elkaar een pint.”

Bedrijf: Klokkengieterij Koninklijke Eijsbouts, Asten

Werknemers: 50

Temperatuur: +45 graden

Naam: Joost Eijsbouts

Functie: algemeen directeur

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer